Zes jaar na het succes van The Babadook draait er opnieuw een opvallend Australisch filmdebuut in de bioscoop. Natalie Erika James gebruikt in Relic horror als middel voor het uitdiepen en tastbaar maken van reële angsten die horen bij het ouder worden.
De angst voor verlies van controle over het brein kan inspiratie zijn voor een romantisch drama. Charlie Kaufmans Eternal Sunshine Of The Spotless Mind (Michel Gondry, 2004) is wat dat betreft wel een uitzondering. Joel (Jim Carrey) wil zijn voorbije relatie met Clementine (Kate Winslet) vergeten door bij een bedrijf aan te kloppen dat gespecialiseerd is in het wissen van het geheugen. Joel bedenkt zich te laat en moet het gevecht aangaan tegen de leegte die in zijn hoofd om zich heen begint te grijpen. Zijn herinneringen worden stapsgewijs weggevaagd door een witte waas. Het is een absurd gegeven dat regelmatig voor een glimlach zorgt. Als het brein ons in de steek laat is dat over het algemeen geen reden tot lachen en meer geschikt als onderwerp voor een horrorfilm.
Geheugenverlies maakt alles niet wit maar zwart in de Australische film Relic. Het is donker in het huis van de dementerende Edna (Robyn Nevin). Als ze enige tijd spoorloos is, komen dochter Kay (Emily Mortimer) en kleindochter Sam (Bella Heathcote) uit Melbourne om haar te zoeken. De zoektocht levert niets op, maar na een paar dagen staat Edna opeens in de keuken, alsof er niets is gebeurd. Ze kan niet vertellen waar ze is geweest. Kay en Sam zijn bezorgd over de mentale staat van de oude vrouw. De vreemde donkere donkere vlek ter hoogte van haar borstholte is ook reden tot ongerustheid. De twee blijven een tijdje logeren om te zien hoe erg het met Edna is gesteld. ’s Nachts worden de logees wakker gehouden door nachtmerries en onverklaarbare geluiden achter muren.
Net als in The Babadook (Jennifer Kent, 2014) vinden twee dingen tegelijk plaats. In The Babadook denkt de moeder dat haar kind een monster is, maar is het omgekeerde ook mogelijk. Edna ervaart in Relic vanwege haar geheugenverlies dochter en kleindochter als kwaadaardige indringers. Zij denken op hun beurt dat Edna onder hun ogen in een ander, misschien wel monsterlijk wezen aan het veranderen is. De vrouw is zeker niet meer haar oude zelf.
De film laat ervaren hoe angstaanjagend het moet zijn in het hoofd van een dementerend persoon. Regisseuse Natalie Erika James maakt er geen goedkope exploitatiefilm van. Wat ze onder meer achterwege laat is het cliché jump scare, een gemakzuchtig trucje waar menige horrorfilm te pas en vooral te onpas graag gebruik van maakt. De schaduwen in het huis en onder het bed geven voldoende reden tot ongemak; de muziek van Brian Reitzell en het verstikkende sounddesign van Robert Mackenzie doen de rest.
Relic lijkt te passen in het haunted house subgenre, maar onderscheidt zich door het verhaal te laten afspelen in een spookhuis zonder spoken. De geesten uit het verleden zijn grotendeels uit Edna’s herinnering verdwenen. Wat overblijft is een leegte in de vorm van een doolhof dat bestaat uit een wirwar van ongeordende gangen. De vele Post-its met slordig gekrabbelde aanwijzingen leiden nergens naartoe. Via het binnenste van het huis betreden Kay en Sam het hoofd van Edna en ervaren ze haar angsten (*).
Het huis met een muterend doolhof van gangen – groter dan de buitenkant van het huis en reagerend op de mentale staat van de bewoners – doet denken aan het levende doolhof in de cultroman House Of Leaves (2000). Dat boek werd op de markt gezet als horrorroman, maar wordt door auteur Mark Z. Danielewski gezien als een liefdesverhaal. Voor Relic geldt uiteindelijk hetzelfde met ditmaal de liefde van bezorgde (klein)kinderen voor hun ouders. Het slot van Relic kan in al zijn gruwelijkheid gerust teder genoemd worden.
7/10
(*) Een duister, van vorm veranderend doolhof als metafoor voor een verwarde geest is ook de centrale locatie in de minstens zo angstaanjagende korte Japanse film Haze (Shin’ya Tsukamoto, 2005). Het dwalen in het hoofd van een ander doet denken aan die andere creatie van Charlie Kaufman: Being John Malkovich (Spike Jonze, 1999).