Piccadilly (E. A. Dupont, 1929)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Het British Film Institute houdt de Britse filmgeschiedenis levend door ook dit jaar onverdroten Blu-rays uit te geven. Naast obscure politieke films als Maeve uit 1982 (feminisme tijdens The Troubles) en Friendship’s Death uit 1987 (ruimtewezen Tilda Swinton landt in Jordanië tijdens Black September) worden ook bekende klassiekers digitaal opgepoetst en voorzien van nieuwe extra’s. Een daarvan is de zwijgende film Piccadilly met Chinees-Amerikaanse filmster Anna May Wong.

De Pools-Amerikaanse actrice en danseres Gilda Gray (1895-1959) heeft een bescheiden filmografie met slechts tien titels op IMDb. Danseres Mabel in de Britse zwijgende filmklassieker Piccadilly is waarschijnlijk Grays bekendste rol. De openingstitels doen vermoeden dat ze een hoofdrol speelt, maar dat is niet het geval. Gilda en Mabel worden meer dan eens naar de zijlijn gespeeld door andere acteurs en personages.

Mabel Greenfield (Gray) en haar danspartner Victor Smiles (Cyrill Ritchard) vormen de hoofdattractie van de Piccadilly Club in Londen. Het is echter Victor die de mensen naar de club trekt. Daar komt Mabel pas goed achter als ze genoeg heeft van Victors aanhoudende avances en hem laat ontslaan door clubeigenaar Valentine Wilmot (Jameson Thomas) met wie ze een relatie heeft. Het publiek blijft vervolgens weg en Wilmot moet een nieuwe aansprekende hoofdact zien te vinden. Hij ontdekt onder het onderbetaalde personeel de Chinese bordenwasser Shosho (Anna May Wong) en ziet in haar een potentiële exotische publiekstrekker.

Gilda Gray en Anna May Wong in Piccadilly

Niet Gilda Gray maar Anna May Wong (1905-1961) is de hoofdrolspeelster van Piccadilly. Wong heeft een natuurlijke acteerstijl die is te vergelijken met het spel van generatiegenoot Louise Brooks. Wong houdt het klein waar Gray gaat voor overdreven armgebaren. In hun eerste gezamenlijke scène heeft Wong slechts een subtiele gezichtsuitdrukking nodig om te laten zien dat ze de ware aard van de relatie tussen Mabel en Wilmot doorziet. Meer dan een halve glimlach heeft Anna May Wong niet nodig om Gilda Gray van het doek te spelen. Duitse regisseur E.A. Dupont profiteert volop van hun verschillende acteerstijlen, want het verhaal vraagt erom. Nog voordat Shosho indruk heeft gemaakt met haar eerste publieke dans, weet de oplettende kijker dat de carrière van Mabel in de Piccadilly Club voorbij is, net als haar relatie met de clubeigenaar.

Mabel Greenfield wordt overigens al naar de marge van het verhaal geduwd voordat Anna May Wong in beeld verschijnt. Eerder in de film voert ze een solodans uit, terwijl een ontevreden klant aan de rand van de zaal eenzaam zit te schransen aan een van de eettafels. Het is de vermaarde Britse acteur Charles Laughton in een van zijn vroege rollen. De klant raakt ontstemd over een vuil bord dat voor hem wordt neergelegd en uit zijn ongenoegen luidruchtig tijdens een ruzie met meerdere personeelsleden van de club (*). Niemand in de zaal heeft nog oog voor Mabel. Het vuile bord vormt de directe link naar Shosho. Wilmot gaat namelijk met het bord op zoek naar de boosdoener en ziet Shosho op een tafel dansen tussen het ongewassen servies.

Het einde van het tijdperk van de zwijgende film kende veel artistieke hoogtepunten en Piccadilly is daar een mooi voorbeeld van. Filmmakers hadden in die periode de beeldende manier van vertellen geperfectioneerd, vlak voordat de geluidsfilm definitief doorbrak en het gebabbel van acteurs belangrijker werd dan het beeld. In Piccadilly vallen vooral de decorontwerpen op van Alfred Junge, van de sierlijke trappen rondom het orkest in de club tot de benauwende Chinese verblijven in het arme stadsdeel Limehouse. Junge werkte later onder meer voor het legendarische filmduo Powell and Pressburger. Naast Anna May Wong valt ook King Hou Chang positief op als Shosho’s maatje Jim. De acteur speelt zonder poespas en laat door middel van simpele kauwbewegingen weten wat hij werkelijk vindt van Valentine Wilmot. Zijn droge spel zorgt voor humor wanneer Jim het kostuum van Shosho moet passen. King Hou Chang ambieerde geen filmcarrière en keerde na twee films terug naar het restaurant waar hij eigenaar van was.

Piccadilly is op YouTube te zien, maar de beste versie voor de thuisbioscoop is de Blu-ray die BFI vorige maand uitbracht met recente, jazzy filmmuziek van Neil Brand. Bij de extra’s vind je naast een uitgebreid overzicht van Anna May Wongs filmcarrière onder meer een vijf minuten durende proloog met geluid die later aan de film werd toegevoegd. Totaal overbodig natuurlijk, maar wel leuk om een keer gezien te hebben.


(*) Het gebakkelei over het vuile bord deed me denken aan Monty Python en een combinatie van Monty Python’s The Meaning of Life (1983), met Mr Creosote als de opgeblazen versie van Charles Laughton, en het gedoe rondom een vuile vork in de sketch The Diry Fork. Zou de scène uit Piccadilly een inspratiebron zijn geweest?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *