Women Make Film: Le Bonheur (Agnès Varda, 1965)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

De veertien uur durende documentaire Women Make Film van Mark Cousins inspireert om onbekende films op te sporen en andere met nieuwe ogen te bezien. Le Bonheur gaat als eerste in de herkansing.

Mark Cousins werkte meerdere jaren met zijn team aan het verhaal dat hij met Women Make Film wilde vertellen. Verdeeld over veertien uur behandelt hij in veertig hoofdstukken filmtechnieken, genres en thema’s aan de hand van beeldmateriaal uit het werk van louter vrouwelijke filmmakers. De documentaireserie toont geen enkel voor de hand liggend fragment en geeft zo een frisse blik op de wereldcinema. Het is alsof we opnieuw naar film leren kijken.

Vrouwelijke regisseurs waren tijdens de gouden jaren van Hollywood een zeldzaamheid. Dorothy Arzner was tussen 1927 en 1943 de enige. Daarna nam actrice Ida Lupino plaats in de regiestoel. En dat terwijl vrouwen een pioniersrol hebben gespeeld in de begintijd van de cinema. Alice Guy-Blaché was eind negentiende eeuw een van de eerste regisseurs die een verhalende film maakte. Lois Weber was een van de eerste filmauteurs. Toch werd tot nu toe voornamelijk het filmwerk van mannen als voorbeeld gebruikt tijdens lessen over filmtechniek en -geschiedenis. Na het zien van Women Make Film zal ik bij het horen van de term tracking shot niet alleen meer denken aan het gebruik ervan in films van Kubrick of Tarkovski maar ook aan de experimentele documentaire D’Est (1993) van Chantal Akerman.

Cousins verzorgde in zijn eerdere epische documentaire The Story of Film: An Odyssey (2011) zelf de voice-over. Zijn zangerige Noord-Ierse accent heeft in Women Make Film plaatsgemaakt voor vrouwenstemmen, onder meer van actrices Tilda Swinton, Jane Fonda, Adjoa Andoh en Sharmila Tagore. De typische vertelstijl van Cousins klinkt door in het script, onder meer door de vele vraagtekens die hij achter zinnen zet. De nieuwe documentaire is een roadmovie waarin de verschillende hoofdstukken van elkaar worden gescheiden door beelden gefilmd vanuit een auto die op verschillende continenten over wegen rijdt. Cousins gaat de hele wereld rond en toont scènes van onderbelichte grootheden uit onder meer Japan (Kinuyo Tanaka), Sri Lanka (Sumitra Peries), China (Wang Ping), de voormalige Sovjet-Unie (Kira Muratova), Bulgarije (Binka Zhelyazkova) en Nederland (Marleen Gorris). De eerste van de drie Nederlandse regisseurs in de serie treffen we – het zal niet verbazen – bij het thema seks in films.

Een van de grote regisseurs die met meerdere films is vertegenwoordigd is Agnès Varda. Haar film Le Bonheur komt voor het eerst ter sprake in het hoofdstuk Openings en keert nog drie keer terug, in de hoofdstukken Framing, Sex en afsluiter Song and Dance. Toen ik Le Bonheur zeven jaar geleden voor het eerst zag, werd ik niet direct meegesleept, waarschijnlijk omdat ik te veel was gefocust op een drama dat zich maar niet leek te ontwikkelen. Zoals de titel aangeeft gaat Le Bonheur over geluk en bij geluk hoort geen drama. Geluk is meestal iets waar hoofdpersonages naar streven. Als ze het eenmaal hebben gevonden is het tijd voor de aftiteling.

Timmerman François (Jean-Claude Drouot) is gelukkig getrouwd met Thérèse (Drouots echte vrouw Claire in haar enige filmrol) en heeft twee gezonde kinderen (gespeeld door Drouots eigen kinderen). Als hij een buitenechtelijke relatie krijgt met postbeambte Émilie (Marie-France Boyer) levert dat niet het verwachte conflict op. François heeft vrij spel. Hij leeft in een aards paradijs zonder slang, in een wereld waar alleen het goede bestaat en waarin hij zonder gewetensbezwaar evenveel van beide vrouwen kan houden. Het kwaad bestaat niet en dus ziet de man zijn vreemdgaan niet als een moreel bezwaar.

Varda filmt het moraalloze paradijs met felle kleuren. Ook de fade-outs zijn in verschillende kleuren in plaats van de gebruikelijk fade to black. Bij de tweede kijkbeurt keek ik naar aanleiding van Women Make Film dit keer naar hoe Varda in Le Bonheur experimenteert met kaders en montage. De geheime amoureuze ontmoetingen zijn gefragmenteerd, in tegenstelling tot de langere shots van het gelukkige gezin. Visueel botsen beide relaties, terwijl François dat niet als zodanig ervaart. De seksscène bestaat uit gestileerde, statische close-ups van gecombineerde lichaamsdelen. Mark Cousins toont de scène in Women Make Film en maakt daarbij zoals vaker in de serie een vergelijking met het kubisme.

Agnès Varda gaat op een originele speelse wijze om met filmtechnieken. Zo past ze halverwege Le Bonheur tijdens een dansscène montage toe zonder te monteren. In bovenstaand fragment kun je zien wat ik daarmee bedoel. De scène is zonder onderbreking opgenomen en volgt dansers tijdens een zomerfeest in het stadscentrum van Fontenay-aux-Roses. De camera gaat van rechts naar links en weer terug. We zien François dansen met Thérèse. Ze verdwijnen even achter een (bijbelse?) boom die meerdere keren kortstondig het zicht belemmert. Opeens danst François met een andere vrouw en even later met weer een andere. De wisseling vindt buiten beeld plaats, telkens als de boomstam in beeld komt. De boom fungeert als het ware als montagemoment tussen de wisselende danspartners.

Volgens Cousins zegt bovengenoemde scène iets over het gefragmenteerde leven van François, maar volgens mij zegt het nog meer over de inwisselbaarheid van de vrouwen in het leven van de timmerman. Het maakt François niet uit met wie hij danst, zolang hij maar kan dansen. Het maakt hem ook niet uit wie er voor zijn kinderen zorgt, zolang hij maar een gelukkig gezinsleven heeft. Varda laat een moreel oordeel achterwege en laat conclusies en verontwaardiging over aan de kijker.


Women Make Film is deze zomer te zien in EYE en verkrijgbaar op dvd/Blu-ray via Dogwoof.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *