Gazelle Twin is Elizabeth Bernholz uit Brighton. Je zou haar op straat niet herkennen, want ze houdt tijdens optredens haar gezicht verborgen. Op de hoes van haar tweede album Unflesh is haar gezicht een collage van vleesresten van misschien wel dezelfde slagerij waar Pharmakon (Margaret Chardiet) langs is geweest voor de hoes van haar tweede album Bestial Burden. Beide albums gaan voor een groot deel over lichamelijke ongemakken en bevatten elementaire nummers waarbij percussie de voornaamste rol speelt. Pharmakon is ongenadig industrieel. De muziek van Gazelle Twin is juist uitermate verfijnd, zoals woensdag bleek tijdens haar optreden in Muziekgebouw aan ’t IJ.
De concertreeks The Rest Is Noise in het Muziekgebouw presenteert muziek die het kunstlicht niet kan verdragen. Muzikanten worden boven in de kleine zaal slecht(s) belicht door magere spotjes aan het plafond en een paar lampen op de grond die voor knipperende achtergrondverlichting zorgen. Gazelle Twin is de schaduw van een vrouw in blauw trainingspak met over het hoofd een capuchon waar lange haren uit wapperen. Zelfs in het volle licht zouden we nog geen gezicht kunnen zien. De muzikant heeft haar gelaatsstreken uitgewist. Alleen haar zingende mond is waarneembaar. Wie vindt dat elektronische muziek gezichtsloos is, kan bij het optreden van Gazelle Twin zijn gelijk krijgen. De gezichtsloosheid van Gazelle Twin komt overeen met de afgekloven tracks op haar uitstekende tweede album Unflesh uit 2014.
Naast de dansende zangeres staat een anonieme man in rood trainingspak gebogen over een klein hoog tafeltje. Zijn neus raakt bijna de draai- en drukknoppen van een paar kleine elektronische instrumenten. Waarschijnlijk is het Elizabeth Bernholz’ partner die twintig minuten eerder het korte voorprogramma verzorgde. Hij vulde drumbeats en sequencers aan met rudimentaire synthesizerpartijen en onvaste falsettozang. Zijn muziek was een blokkendoos waarvan de lagen in en over elkaar heen schoven. Er kwamen steeds meer geluiden en melodieën bij zonder dat de nummers echte progressie vertoonden. Gazelle Twin doet het tegenovergestelde en schrapt alle franje tot enkel het broodnodige overblijft. Haar stem en de kale elektronische drums zijn de voornaamste bouwstenen.
De compacte nummers bestaan voornamelijk uit zorgvuldig opgebouwde machinale drumpatronen. Baslijnen en akkoorden blijven vaak achterwege of worden tot een minimum beperkt. Alleen wat werkt blijft over. De muziek is zo kaal dat je de botten kunt zien. Net als de muziek is de zang zoveel mogelijk ontdaan van menselijke kantjes. De stem maakt onderdeel uit van de machine en is af en toe dusdanig vervormd dat de zangeres in haar eentje een dissonant driestemmig koortje vormt. Ze wisselt lange uithalen af met syncopische zangritmes zoals in het nummer Guts. Het grote muzikale gevoel van Elizabeth Bernholz maakt dat de muziek warmer is dan je uit bovenstaande omschrijving zou verwachten.
Het korte optreden is net zo onopgesmukt als de muziek. Gazelle Twin gaat geconcentreerd op in de ritmes, de ene keer dansend en dan weer in kleermakerszit op de grond nabij de paar effectpedalen. Slechts een paar keer bedankt ze bijna onhoorbaar het publiek. Na de laatste klanken springt ze direct van het podium, snelt ze tussen de mensen door en maakt ze zichzelf onzichtbaar.