Zea 20.0 Festival @ OCCII, Amsterdam (27 november 2015)

Facebooktwitterpinterestlinkedin
It Dockumer Lokaeltsje 01

It Dockumer Lokaeltsje

Vrijdag vierde Zea het twintigjarig jubileum met een festival in OCCII. De Friese roots liepen als een rode draad door de avond heen. Het festival was zowel een gevarieerd muziekfeestje als een mooie herdenkingsavond.

Zea is door de jaren heen gegroeid door te krimpen. Van de vijf bandleden is er eentje overgebleven. Arnold de Boer heeft de indierock begraven en zijn muzikale horizon verder verbreed zonder zijn Friese afkomst te verloochenen. De volwassen Zea schrijft zijn naam tegenwoordig met een hoofdletter. De oude zea is ver verleden tijd. De voormalige bandleden waren vrijdag dan ook opvallend afwezig.

Het netwerk van Zea kent geen grenzen en het gitaargeluid laat horen dat de connectie met Afrika sterk is. Op de bank aan de rechterkant van de zaal zat een groepje muzikanten uit Eritrea, afkomstig uit een vluchtelingencentrum in de buurt. Ze keken geïntrigeerd en verbaasd naar de verrichtingen van Johns Lunds & Peter Ole. Het Deense duo schudde het binnendruppelende publiek direct flink door elkaar met een geïmproviseerde set die bestond uit een lawine aan tromgeroffel en nerveuze saxofoonnoten. Het was een overrompelend begin van een avond die bestond uit uitersten.

Groot-Brittannië werd vertegenwoordigd door singer-songwriter Lianne Hall en het drumduo Rattle uit Nottingham. Het contrast tussen het rumoer van Lunds & Ole en de ingetogen liedjes van Hall was enorm. Door het volumeverschil hadden de luid kletsende bezoekers achter bij de bar niet door dat de fragiele liedjes al waren begonnen. De zangeres leek er een beetje door uit haar concentratie gebracht. Het optreden van Rattle was ook klein en bescheiden. Theresa J Wrigley en Katharine Eira Brown zaten ieder achter een drumstel tegenover elkaar. De uitgeklede nummers bestonden slechts uit getrommel en gebroken samenzang. Gebrek aan technisch vernuft hoeft geen obstakel te zijn, maar door het ontbreken van sterke muzikale ideeën kwam het verlegen optreden niet echt over.

Bij Kanipchen-Fit was van verlegenheid geen sprake. Sinds de komst van drummer Frank Sloos (o.a. Loveslug, The Treble Spankers) klinkt het trio standvastiger dan ooit. Het ontbreken van een basgitaar wordt door de Friese gitarist Empee Holwerda opgevangen door baspartijen in zijn akkoorden te verwerken. De merendeels unisono gezongen coupletten en refreinen werden vrijdag opgestuwd door ritmes die ook tijdens onregelmatige maten hun swingende kracht behielden. De Amerikaanse zangeres Gloria danste zo heftig dat ze na een paar nummers uit veiligheidsoverwegingen haar bril afzette. Ze sprong de zaal in voor een dichterlijke monoloog die onbedoeld veranderde in een dialoog met de op het podium achtergebleven gitarist. Het nummer werd daardoor nog grappiger dan het van zichzelf al was.

Zea (foto: instagram.com/orphax)

Zea (foto: instagram.com/orphax)

Zea zocht na een paar onstuimige elektronische liedjes in de tweede helft van zijn set voornamelijk de verstilling op. Hij werd daarbij terzijde gestaan door klarinettist Xavier Charles. De kameleontische kwaliteiten van de Fransman waren al eerder op de avond opgevallen tijdens de improvisatie samen met gitarist Terrie Ex. De klarinet nam met groot gemak Terrie’s feedback over en tokkelde al blazend mee met Zea’s gitaar tijdens Bourgeois Blues.

Afgelopen vrijdag was het precies een jaar geleden dat Corno Zwetsloot overleed en daarom was het Zea 20.0 Festival niet alleen een jubileumfeestje van het jarige Zea, maar ook een ode aan de geliefde muzikant en producer uit Voorhout. Zea’s jubileumcassette is aan hem opgedragen, de dj’s draaiden een nummer van Zwetsloots band Space Siren en Zea speelde zijn versie van Space Sirens Who Makes Me Try? dat is terug te vinden op de dubbelsingle Songs For A Dead Pilot. It Dockumer Lokaeltsje bracht een onbewuste ode door een nummer van D.A.F. te coveren net zoals Space Siren dat ooit deed.

It Dockumer Lokaeltsje

It Dockumer Lokaeltsje

In de jaren tachtig was It Dockumer Lokaeltsje mede verantwoordelijk voor een verfrissende Friese bries. Zea en Kanipchen-Fit behoren tot hun nazaten. De band maakt zulke compacte en bondige nummers dat op de compilatie-cd It Dockumer Totaeltsje (1990) de tijdsduur van de tientallen vrolijke avant-garde punknummers niet in minuten maar in seconden wordt uitgedrukt. Tijdens het optreden waren de breaks bijna niet te bij te houden. Het tempo lag hoog en het geluid klonk log, alsof je een olifant hinkend een sprintje hoorde trekken. It Dockumer Lokaeltsje leek bij tijd en wijle op een opgewekte The Birthday Party die de laatste trein moet halen. Het publiek was blijkbaar te overdonderd door het optreden om na het laatste akkoord lang te blijven klappen. Een toegift bleef uit en dus moesten we het helaas stellen zonder de hit Klunen Yn’e Dunen. It Dockumer Lokaeltsje was in OCCII een Friese bries op orkaansterkte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *