Savages (Oliver Stone, 2012)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

travolta

John Travolta is in meerdere opzichten een gulzige acteur. Chewing the scenery omschrijft het Britse filmblad Little White Lies #43 (sept/okt) zijn inzet in Savages. De recensent gaat voorbij aan het feit dat de acteur zijn gulzigheid wel heel erg letterlijk neemt. Een filmacteur heeft over het algemeen graag iets in zijn handen om tijdens een dialoog mee te spelen. Vroeger was dat meestal een sigaret. Travolta houdt graag tegelijkertijd zijn handen en zijn maag gevuld. Ik zou door zijn oeuvre moeten wroeten om uit te zoeken of zijn eetlust in elke film zo groot is en kom uit mijn hoofd voorlopig even niet verder dan de pannenkoeken in Pulp Fiction en een taart in de musical Hairspray. In Savages is hij in de rol van agent Dennis in vrijwel al zijn scènes aan het eten of eten aan het klaarmaken.

Dennis wordt geïntroduceerd met een dik belegde witte boterham in zijn knuist. Grote kruimels plakken aan zijn mondhoeken. Hij slurpt tweemaal gretig een milkshake leeg en heeft in de keuken zijn belangrijkste confrontatie met Mexicaanse psychopaat Lado (Benicio Del Toro). De reden voor de eigenhandig gesmeerde bammetjes en zijn keukenvlijt is heel eenvoudig: Dennis’ vrouw is ernstig ziek en dus moet hij voor zichzelf en de kinderen de maaltijden bereiden, terwijl hij daar vanwege alle drukke corrupte activiteiten helemaal geen tijd voor heeft. Gezellig met het gezin rond de dinertafel zitten is er al een tijdje niet meer bij. Eten doet hij haastig tussen de bedrijven door. De gulzigheid van John Travolta is uit nood geboren.

Verder was ik niet zo wild van Savages.

5/10