In Jules Dassins docu-noir The Naked City (1948) is de stad New York een van de hoofdpersonages. Vanuit grote hoogte daalt de camera de straten in van Manhattan en via dagelijkse stadsactiviteiten komt hij terecht in een kamer waar een misdrijf wordt gepleegd. In de openingsscène van Dassins Night And The City kijkt de camera vanuit de hoogte neer op Harry Fabian (vertolkt door de 24 maart jongstleden overleden Richard Widmark). Het hoofdpersonage wordt zo geïntroduceerd als een rennende mier in de mazen van de stads, nietig afgetekend tegen immense monumentale bouwwerken.
Harry leeft onder aan de maatschappelijke ladder. I want to be somebody, verzucht hij wanneer hij, buiten adem, veilig terugkeert in zijn appartement en in de armen valt van zijn vriendin Mary (Gene Tierney). Pendelend tussen het criminele circuit en de gewone man sprokkelt Harry zijn dagelijkse centen bij elkaar door op slinkse wijze cliëntèle naar de nachtclub van de lijvige Phil Nosseross (rhinoceros Francis L. Sullivan) te lokken. Hij gebruikt zijn zwendeltalenten wanneer hij tijdens een worstelwedstrijd getuige is van een aanvaring tussen worstelorganisator en onderwereldbaas Kristo (Herbert Lom) en diens vader en oud worstelkampioen Gregorius (Stanislaus Zbyszko). Harry weet het conflict tussen de twee in zijn voordeel uit te spelen en organiseert samen met Gregorius een worstelcompetitie buiten de machtige Kristo om. Voor zo’n wedstrijd heeft Harry startkapitaal nodig. Na tevergeefs bij verschillende louche kennissen te hebben gebedeld, krijgt hij de benodigde dollars uit handen van femme fatale Helen Nosseross (Googie Withers), de ongelukkige levenspartner van baas Nosseross die een oogje heeft op Harry. De dikke clubeigenaar doorziet Helens verraad en doet er alles aan om de ambities van Harry tegen te werken.
Zoals meerdere noir-filmmakers kwam de afgelopen maandag overleden regisseur Jules Dassin eind jaren veertig op de zwarte lijst van communistenjager Joseph McCarthy terecht en was hij gedwongen zijn geboorteland Amerika te verruilen voor Europa. Hij kreeg van producer Darryl F. Zanuck een exemplaar mee van het boek Night And The City van Gerald Kersh en liet, zonder zelf een letter van het boek te hebben gelezen, binnen enkele maanden Jo Elsinger de laatste van vele scriptversies schrijven. Londen blijkt net zo’n fotogenieke locatie te zijn voor het typisch Amerikaanse genre film noir als New York. In plaats van wolkenkrabbers zijn het ditmaal hoge monumenten die als donkere silhouetten aan de horizon het straatleven gadeslaan en schaduwen werpen op verdachte praktijken.
Harry kent zijn weg door de smalle stegen en achterbuurten, maar heeft geen geluk bij zijn pogingen hogerop te geraken en een man van aanzien te worden. Aan zijn listige optreden ligt het niet. Wat hem met name tegenwerkt is het in film noir zo zwaarwegende noodlot. Aan het slot van de film moet Harry nog harder rennen voor zijn leven dan in zijn introductiescène. Het is moeilijk sympathie op te brengen voor mensen die te fanatiek en blind streven naar erkenning en roem, maar de wensdromen van Harry zijn herkenbaar en zijn sluwheid dwingt bewondering af. Harry overspeelt zijn kansen, gedeeltelijk omdat hij niets weet van Nosseross’ wraakactie, maar nog meer omdat hij te weinig rekening houdt met het onvoorspelbare gedrag van de mensen die hij probeert te manipuleren. Die onvoorspelbaarheid zorgt ervoor dat de toeschouwer tot en met de cynische slotscène constant op het verkeerde been wordt gezet, wat in combinatie met Widmarks koortsige acteren en de ravissante zwart-witfotografie Night And The City 58 jaar na dato nog steeds van begin tot eind doet fascineren.
Night And The City verscheen enkele maanden geleden in Engeland op dvd op het label van het British Film Institute, inclusief een commentaar door Paul Duncan, een interview met Jules Dassin en een boeiende vergelijking tussen de Amerikaanse en de Britse versie van de film. In 1992 werd de Night And The City opnieuw verfilmd door Irwin Winkler met Robert De Niro in de rol van Harry Fabian.