Hoofdpersonages in speelfilms van de regisserende broers Benny en Josh Safdie zijn onrustige stadsbewoners die voornamelijk op straat leven, zoals de labiele vader Lenny in Go Get Some Rosemary (2009) en de verslaafde Harley die in Heaven Knows What (2014) op zoek is naar liefde en heroïne. De eerste twee films zijn geschoten in een documentaire stijl, uit de hand gefilmd met een camera die als een fly on the wall aanwezig is. De derde speelfilm Good Time is de eerste genrefilm van de broers. Het is ook de eerste keer dat ze werken met bekende Hollywoodsterren en een film hebben gedraaid in het brede Cinemascopeformaat. Benny en Josh tillen hun werk met Good Time naar een hoger plan.
Good Time begint met een vliegende camera die waarschijnlijk aan een drone is gemonteerd. We vliegen in volle vaart op de grote stad af waar het verhaal zich de komende 24 uur zal afspelen. De documentaire stijl begint pas in het volgende shot: een close-up van de verstandelijk gehandicapte Nick (Benny Safdie). De psychologische test die hij moet doen van een vriendelijke therapeut (Peter Verby) doet denken aan de opening van Blade Runner (1982) (*). Met die associatie in het achterhoofd weet je dat het alleen maar mis kan gaan en dat gebeurt ook wanneer Nicks broer Connie (Robert Pattinson) onuitgenodigd binnen komt lopen en Nick weghaalt uit de kliniek. Connie heeft onconventionele oplossingen om zijn hulpbehoevende broer te ondersteunen. In de volgende scène beroven ze gezamenlijk een bank.
De aanwezigheid van een grote ster als Pattinson is nieuw in een film van Benny en Josh Safdie. In de eerdere films maakten ze gebruik van minder bekende acteurs en van de straat geplukte amateurs. Arielle Holmes was zelf een drugsverslaafde voordat ze als actrice debuteerde en een versie van zichzelf speelde in Heaven Knows What. Professionele acteurs delen in Good Time scènes met mensen die voor een deel op straat zijn gecast. Een van de andere bekende namen is Jennifer Jason Leigh in de rol van Corey, de vriendin van Connie. Leighs ingestudeerde acteerstijl wijkt nogal af van documentair aanvoelende, ongeschoolde manier van acteren door de meeste andere acteurs.
De gebroeders Safdie filmen nog steeds grotendeels uit de hand. De onrustige camera zit dicht op de huid en geeft niemand de tijd om op adem te komen. Onnatuurlijk licht zorgt ervoor dat de film meer gestileerd is dan de eerste twee speelfilms. Het merendeel van de gebeurtenissen speelt zich ’s avonds af; vaak zorgen televisieschermen, mobiele telefoons en neonlampen voor de enige belichting. De elektronische soundtrack van Oneohtrix Point Never is een extra manier om de realiteit te vertekenen. De synthesizers en sequencerpatronen zijn geïnspireerd door het Duitse elektronische collectief Tangerine Dream dat zelf ook meerdere soundtracks op hun naam heeft staan, waaronder Sorcerer (1977), Thief (1981) en Firestarter (1984). Als er geen mobiele telefoons in beeld waren geweest zou je mede door de muziek denken dat de film zich afspeelt eind jaren zeventig of begin jaren tachtig.
Good Time is in de eerste plaats een spannende misdaadfilm over een kruimeldief op de vlucht en pas in de tweede plaats een documentair portret van een outcast. Meer dan in eerdere films van Benny en Josh Safdie ligt de nadruk voor een groot deel op plotwendingen. Maatschappelijke problemen spelen slechts ver op de achtergrond een rol. Good Time is geen protestfilm met een nobele antiheld in de hoofdrol zoals in het oeuvre van Ken Loach. Connie werkt zich te veel door eigen toedoen in de nesten om in hem een slachtoffer te willen zien van sociale ongelijkheid. Het enige echte slachtoffer is zijn broer. Benny Safdie komt in de rol van Rick veel minder in beeld dan Robert Pattinson, maar de acterende regisseur heeft slechts een paar minuten nodig om ervoor te zorgen dat we zijn gezicht de rest van de film niet meer te vergeten. Hij is het hart van de film.
Good Time is rauw en onsentimenteel. Het is de meeste commerciële film tot nu toe in de carrière van de twee regisserende broers, maar er zeker geen sprake van uitverkoop.
9/10
(*) Er zijn meer mogelijke verwijzingen naar Blade Runner: de elektronische soundtrack, een openingsshot vanuit de lucht, een achtervolging waarbij iemand dwars door glas rent, Robert Pattinson geeft zijn haar dezelfde witte kleur als Rutger Hauers personage Roy Batty, de automatons in het pretpark doen denken aan de bewegende poppen van J.F. Sebastian en een van de personages heeft het over iemand die Blade heet. Inhoudelijk vertonen Good Time en Blade Runner verder geen overeenkomsten, maar als de verwijzingen bewust zijn, dan zegt dat iets over de ambities van de gebroeders Safdie en de afstand die ze willen nemen van het realisme in hun vorige werk.
Scherp opgemerkt, die parallellen met Blade Runner. Het was mij niet direct opgevallen, maargoed, ik had er die dag dan ook al vier titels opzitten;)