Electronica in Amsterdam-Noord: Asmus Tietchens en Ryoji Ikeda

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Afgelopen week waren er minstens twee goede redenen om het IJ over te steken: zondag voor een nieuwe editie van Ruisburo in De Ruimte met een optreden van Asmus Tietchens en vrijdag voor de opening van Ryoji Ikeda’s tentoonstelling in EYE. Voor de betere experimentele elektronische muziek moet je tegenwoordig in Amsterdam-Noord zijn.

Sinds enkele jaren organiseert Sietse van Erve (Orphax, Moving Furniture) onder de noemer Ruisburo elektronische concerten in De Ruimte in Amsterdam-Noord. Daar ontving hij zondag 9 september oudgediende Asmus Tietchens (Hamburg, 1947). Het was alweer enige tijd geleden dat de Duitse muzikant in Amsterdam te zien was. Zijn terugkeer trok aardig wat belangstelling. Het optreden werd daarom gegeven in het ruime centrale gedeelte van De Ruimte in plaats van de veel kleinere L-vormige kamer elders in het pand.

Asmus Tietchens

Tietchens maakte in de jaren tachtig spookachtige, naar synthpop neigende synthesizermuziek. Tegenwoordig houdt hij zich bezig met minder dartel klinkende abstracte soundscapes. Zenuwachtig en geconcentreerd draaide de muzikant zondag aan knoppen en bewoog hij de schuiven van het mengpaneel. Samples van meerdere, door elkaar spelende strijkorkesten dienden als wollige basis voor beweeglijke stoorzendergeluidjes die klonken als een in zichzelf mompelende R2-D2. De muzikale ideeën werden verder nauwelijks uitgewerkt met als gevolg dat een spannende opbouw ontbrak.

Sietse van Erve introduceert Fani Konstantinidou

Voorprogramma Fani Konstantinidou was een stuk interessanter. De in Nederland woonachtige Griekse muzikante begon haar lange compositie met geluidsopnamen van wat klonk als het gebral van dronken Griekse hooligans. Dat werd gaandeweg overstemd door elektronische geluiden en drones die op kalme wijze in meerdere lagen werden opgestapeld. Konstantinidou zocht af en toe met feedback de grenzen op van ons uithoudingsvermogen. De kortstondige schelle uitschieters waren onaangenaam maar hielden het publiek wel bij de les.

Optredens van elektronische muzikanten zijn op visueel vlak over het algemeen vrij saai. De bewegingen van hun vingers over touchpads zijn miniem en blijven verborgen achter een laptopscherm. Je hebt geen idee wat de geluidsbronnen zijn en op welke wijze deze gemanipuleerd worden. De eerste keer dat ik elektronische muziek tijdens een concert gevisualiseerd zag worden was in november 2001 bij Morton Subotnick in De Balie. En dan bedoel ik niet filmpjes van opstijgende ruimteraketten en ander vergelijkbaar clichématig decoratief archiefmateriaal, maar unieke computerbeelden waarop bewegingen in de muziek werden vertaald naar digitale landschappen.

Point of no return van Ryoji Ikeda

Een hedendaags voorbeeld van de perfecte koppeling tussen elektronische muziek en videokunst is het werk van Ryoji Ikeda. Vrijdagavond werd onder grote belangstelling zijn expositie in EYE geopend. De bescheiden Japanse muzikant en beeldend kunstenaar probeerde incognito te blijven door zich te verstoppen onder een zwarte muts en zijn ogen te verbergen achter een donkere zonnebril. Hij beperkte zich tot een kort dankwoord waarna de massa zich voor de ingang bij de expositieruimte verdrong. Ikeda  overweldigde de bezoekers met een esthetisch databombardement, geprojecteerd op immense schermen in een verder donkere omgeving.

Tijdens eerdere Amsterdamse performances die ik van Ikeda zag, in juli 2006 in Paradiso en in september 2013 in Muziekgebouw aan ’t IJ, gingen de videobeelden gepaard met oorverdovende ritmische computergeluiden, vergelijkbaar met een gecontroleerde aaneenschakeling van kortsluitingen. De versterkers stonden in het Muziekgebouw zo hard afgesteld dat de organisatie uit voorzorg herriestoppers had uitgedeeld. Het enige lawaai tijdens de opening in EYE werd veroorzaakt door het Amsterdamse Glice. Het duo warmde het publiek op met een korte set ouderwetse industriële noise zoals je dat normaal gesproken hoort in kleine kraakpanden met hooguit honderd man/vrouw publiek in plaats van de naar schatting tweeduizend aanwezigen in het statige EYE.

De muziek bij de tentoonstelling van Ikeda is ditmaal ingetogen, met subtiele klikken en piepjes en zacht zoemende monotone akkoorden. Het is onduidelijk of de geluiden worden opgeroepen door de bewegingen op het scherm en op de vloer of dat het omgekeerde het geval is. Op het eerste enorme wandscherm zorgen verspringende getallenreeksen en statistieken voor een dansend zwart-wit mozaïek. Het menselijk brein kan de overdosis aan informatie met geen mogelijkheid verwerken. Ook bij het laatste grote scherm heb je het gevoel het universum te aanschouwen via het perspectief van een kil registrerend en verwerkend apparaat. Een wandvullend raam biedt uitzicht op een sterrenhemel, gezien vanuit de ogen van een autonoom opererende machine die op kille wijze het heelal in kaart brengt. De bijbehorende muziek verklankt een procedure en geen bijbehorende emotie. De mensheid lijkt in dit universum niet meer te bestaan en is vermoedelijk opgezogen door het grote zwarte gat in een van de aparte zaaltjes op de tentoonstelling.

De tentoonstelling van Ryoji Ikeda is nog te zien tot en met 2 december 2018.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *