Rewire Festival in Den Haag (6-8 april 2018)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

De twee interessantste grote Nederlandse festivals voor grensverleggende (pop)muziek zijn momenteel Le Guess Who in Utrecht en Rewire in Den Haag. Sommige acts worden door beide festivals uitgenodigd, zoals James Holden en Nadah El Shazly, zodat het mogelijk is binnen korte tijd te horen hoe hun muziek zich heeft ontwikkeld. Het programma van Rewire bood dit jaar weer een aantrekkelijke mix van nieuwe projecten van oudgedienden, onder wie artist in focus Laurie Anderson en leden van de band Wire, en presentaties van aanstormend muzikaal talent in diverse disciplines. De dancegerichte nachtprogramma’s trokken vrijdag en zaterdag veel jong publiek. Oudere generaties liepen zondag massaal uit voor het afsluitende optreden van Laurie Anderson in de Grote Kerk. In onderstaand verslag vind je mijn selectie uit Rewire 2018.

Vrijdag 6 april

Širom
Het Sloveense trio Širom werd in de zaal van het Koorenhuis omringd door een arsenaal aan ongebruikelijke en vaak zelfgemaakte akoestische instrumenten. Niets mocht ongebruikt blijven. De muzikanten gedroegen zich in het openingsnummer als kinderen in een speeltuin; het liefst wilden ze op alle toestellen tegelijk spelen. Onrustig zapten ze van het ene fragment naar het andere. Meer geslaagd waren de momenten waarop het trio zich concentreerde op slechts een paar instrumenten, zoals de conventioneel ogende snaarinstrumenten als viool, banjo, ukelele, een Marokkaanse ribab en een Turkse cünbüs.

Širom

De leden van Širom hebben een verleden in stadse genres als punk, noise, metal en postrock. Met hun band keren ze terug naar de natuurlijke landschappen waar ze zijn opgegroeid. Sporen van hun luide muzikale verleden verraden zich enkel in de soms felle manier waarop de muzikanten tekeer gaan. Širom speelt eigentijdse volksmuziek vermengd met minimal music. De balafoons doen sterk denken aan de marimba’s in composities van Steve Reich. Improvisatie ligt aan de basis van het strakke plan waarmee de nummers live werden uitgevoerd. De onregelmatige polyritmiek was vaak te ingewikkeld om de muziek aan het toeval over te laten.

De kleinste creatieve ideeën maakten de meeste indruk zoals in het nummer waarin Ana Kravanja een draad uit de vioolkam trok en daarop met haar strijkstok streek in plaats van over de snaren. Het leverde een moment van verstilling op die ook concentratie vergde van de luisteraar.

Mia Zabelka, John Hegre en Benjamin Finger
Het optreden van Mia Zabelka, John Hegre en Benjamin Finger bevatte sporadisch ook kleine momenten die waarschijnlijk alleen opvielen als je op een kerkstoel in de buurt van het trio zat. De muzikanten bevonden zich aan de voet van de kansel in de Lutherse Kerk, omgeven door een houten hekwerk dat voor een deel het zicht aan de handelingen ontnam. Het zal sommigen zijn ontgaan dat de Oostenrijkse Zabelka tijdens de onafgebroken improvisatie een heel klein speeldoosmechaniek tevoorschijn haalde. Ze hield het enige tijd tegen de snaren aangedrukt terwijl ze aan het hendeltje draaide. Het iele speeldoosmelodietje ging kopje onder in de overige geluiden en was alleen goed te horen als je zag wat er gebeurde.

Het hekwerk belemmerde ook het zicht op de enkele hulpstukken die werden ingezet door zittende Noorse gitarist John Hegre (vervanger van de in het programma aangekondigde James Plotkin). Hegre zat naast de gitaarversterker en liet zangerige feedback door de kerk echoën. Tussen Hegre en Zabelka zorgde de Noorse Benjamin Finger met zijn elektronische apparatuur voor een constante elektronische ruis die klonk als golven van een stijgende zee. Als je Finger vrij spel had gegeven zou de muziek vervaarlijk dicht tegen meditatieve new age zijn gekomen. Dat werd goed duidelijk toen de andere twee muzikanten tegen het einde van het concert hun instrumenten lieten rusten en Finger weeïge synthesizerakkoorden over elkaar heen liet glijden. Walvisgeluiden bleven ons gelukkig bespaard.

Dankzij de wilde uithalen van Mia Zabelka was er tot aan het slotakkoord niets behaaglijks in de muziek te ontdekken. De weerbarstige wijze waarop Zabelka de snaren van afwisselend elektrische viool en gitaar behandelde was bedoeld om onverwachte geluiden te vinden en niet voor het creëren van melodie of harmonie. Met haar rauwe spel ging ze de strijd aan tegen de lange gitaartonen van Hegre en de elektronisch voortgebrachte natuurgeluiden van Finger. Hoe meer frictie, hoe beter.

Kaitlyn Aurelia Smith

Kaitlyn Aurelia Smith
In de volle grote zaal van het Paard wachtte opvallend veel jong publiek op de eerste dansbare beats waar ze tot vroeg in de ochtend op gingen dansen. Voordat het nachtfeest aanvang speelde Kaitlyn Aurelia Smith een set die je bijna popmuziek zou kunnen noemen. De tegendraadse geluiden uit haar ingewikkeld ogende synthesizer dienden vooral ter garnering van dromerige liedjes. Smith zong via een headsetmicrofoon zodat ze haar handen vrij had voor de vele knoppen en draden die op tafel stonden. Ze was te hard aan het werk om oog te hebben voor het publiek in de zaal. Daardoor was het optreden heel erg in zichzelf gekeerd. Het vocoder-achtige effect op haar stem zorgde ervoor dat de nummers te veel op elkaar gingen lijken. Het gebrek aan interactie werd gecompenseerd door beweeglijke abstracte animaties op het immense scherm achter de muzikante. Slechts een paar keer liet Smith haar zang en de bijna dansbare ritmes achterwege en bouwde ze het soort geluidssculpturen die we van haar oudere platen kennen. De muzikale bouwwerken bleken niet opgewassen tegen de conversaties van het ongeduldig wachtende danspubliek.


Zaterdag 7 april

Graham Lewis van UUUU

UUUU
De Britse supergroep UUUU begon het optreden minder compromisloos dan het openingsnummer van hun eerste album dat oktober vorig jaar is uitgekomen bij het in elektronische experimenten gespecialiseerde label Editions Mego. Het doorsnee klinkende krautrocknummer Verlagerung, Verlagerung, Verlagerung was bedoeld om de vliegtuigmotoren op te warmen voordat het opstijgen kon beginnen (Do you think we’ll ever get this fucker off the ground?). Eenmaal hoog in de lucht hadden Graham Lewis en Matthew Simms van Wire, elektronicaman Thighpaulsandra en drumster Valentina Magaletti alle vrijheid om hun avontuurlijke muziek alle kanten te laten opwaaien. Onheilspellende soundscapes werden afgewisseld met noise-uitbarstingen. Ergens in het midden van de set lastte de band een rustpunt in zodat bassist en zanger Lewis duidelijk verstaanbaar zijn gedachten kon laten gaan over het concept tijd (It’s All About Time). De band kon beuken als Swans en tekeergaan als een free jazz rockband. De regie van Thighpaulsandra en het creatieve drumspel van Magaletti zorgden ervoor dat UUUU nergens de controle verloor.

Suuns
Na de gevarieerde set van UUUU moest ik in de grote zaal van het Paard even wennen aan de eenvoudige beats van de Canadese band Suuns. De stampende drums lieten nauwelijks ademruimte over. De lijzige zang van gitarist Ben Shemie verzoop in het totaalgeluid. Gelukkig gebruikte hij de Auto-Tune op zijn stem niet in alle nummers. Suuns speelde dansbare slackerrock met een elektronisch opgewekt psychedelisch tintje en had genoeg aantrekkelijke riffs in huis om voorzichtige bewegingen in de zaal teweeg te brengen. Saxofonist Étienne Jaumet van James Holdens Animal Spirits mocht zaterdag een nummertje meespelen, wat meer een sympathieke geste was dan een muzikale verrijking. De snaredrum kon alle harde klappen niet langer meer aan en moest tussen twee nummers vervangen worden. De onderbreking was een mooie gelegenheid om alvast een goede plek op te zoeken bij het volgende optreden.

Arto Lindsay & Zs

Zs (Sam Hillmer & Greg Fox)

Het tweede hoogtepunt van de zaterdag was de samenwerking tussen het jonge New Yorkse trio Zs en veteraan Arto Lindsay. Het was opvallend dat de jonkies zittend speelden en de 64-jarige Lindsay staand. Bij de voormalige no waver was na vele decennia optreden geen afname van energie te bespeuren. Zijn vrije oprispingen op gitaar contrasteerden mooi met de soepele partijen van geschoolde gitarist Patrick Higgins. Tussen hen in zat de bebaarde saxofonist Sam Hillmer die zijn rol als paljas niet overdreef. Hij viel meermaals tijdens solo’s op zijn knieën en moest daarna uitgebreid uitblazen, alsof hij een inspannende sportoefening had gedaan.

Arto Lindsay

In het opvallendste nummer van de uitbundige set free jazz speelde Higgins een staccato riff die hij via zijn laptop tussen de boxen liet weerkaatsen. De snelle, herhalende melodische patronen werden door drummer Greg Fox in dubbel tempo gevolgd en dwongen Hillmer en Lindsay om alles uit de kast te halen. Het met veel plezier gespeelde muzikale geweld werd kortstondig onderbroken om even stil te staan bij het overlijden van jazzgrootheid Cecil Taylor.

The Thing

The Thing

Wie geen genoeg kon krijgen van free jazz met punkbezieling kon na afloop van Zs direct door naar de overkant van het Paard voor het optreden in het Koorenhuis van trio The Thing met saxofonist Mats Gustafsson, bassist Ingebrigt Håker Flaten en drummer Paal Nilssen-Love. Wat betreft postuur en onbeteugelde intensiteit zou je Gustafsson de Henry Rollins van de jazz kunnen noemen. De thema’s waren kort en de hevige improvisatie lang. De twee jonge Duitse vrouwen voor mij lieten zien dat je daar net zo goed op kunt dansen als op een housebeat. Ingebrigt Håker Flaten legde zijn contrabas opzij en begon de tweede helft van de set met feedback op elektrische bas als aankondiging van een nummer over een Vikingkoningin. Volgens Gustafsson reisden de Vikingen de wereld over om liefde te verspreiden, maar hun reizen leverden uiteindelijk een rivier van bloed op. Daarmee had hij het optreden van The Thing mooi samengevat.

James Holden & The Animal Spirits
Na de stormachtige optredens van Arto Lindsay & Zs en The Thing had ik terug in het Paard veel moeite om geboeid te blijven bij de poging tot jazz van producer James Holden samen met The Animal Spirits. De voorgeprogrammeerde bas- en synthesizerlijnen zijn op plaat heel prettig, maar boden de jazzmuzikanten live weinig ruimte voor eigen inbreng. De blazers dienden als franje en de percussionist vooraan het podium was vooral decoratief. Laatstgenoemde slingerde een zingende slang boven zijn hoofd, wat leuk was om naar te kijken, maar horen deed je het niet.

Onderweg naar de uitgang maakte ik een korte omweg via het optreden van sonische strijder Chino Amobi uit Virginia. Het hiphoplawaai dat hij in de kleine zaal van het Paard voortbracht leek geproduceerd door Michael Bay. De opgewonden Chino leek bezeten door een leger van Transformers die elk moment uit zijn borstkas kon springen. Zijn oorverdovende kakofonie zou een vooruitwijzing kunnen zijn naar de aanstaande Armageddon.


Zondag 8 april

Nadah El Shazly

Nadah El Shazly

Rewire bood een goede gelegenheid voor een hernieuwde ontmoeting met Nadah El Shazly. De Egyptische muzikante en zangeres was vorig jaar een van de verrassingen tijdens Le Guess Who in Utrecht. Daar begeleidde ze de nummers van haar alom geprezen debuutalbum Ahwar met hulp van een laptop. Tussen Le Guess Who en Rewire heeft ze een band om zich heen verzameld. Er zit veel potentie in wat te omschrijven is als het Egyptische antwoord op Alice Coltrane’s spirituele jazz. Helaas wisten de muzikanten het studiogeluid niet te evenaren of te overtreffen. Misschien zorgde een slapende zaalgeluidsmixer voor het teleurstellende resultaat. Pas rond het derde nummer Palmyra kwam hij op het idee om de schuif open te zetten van El Shazly’s toetsenbord. Daarna was nog steeds de balans ver te zoeken tussen haar spel en dat van de ijverige Casiospeler achter de tafel links op het podium. Vooral het instrumentale Koala, dat op de plaat vanwege de saxofoons juist veel indruk maakt, leed onder de slechte geluidsmix. De drummer speelde te voorzichtig zodat de muziek onvoldoende voortgestuwd werd. Nummers gingen vaak te lang door zonder interessante opbouw. Wat aan moois overbleef was de stem van Nadah El Shazly die vooral goed tot haar recht kwam in de paar zeer kalme, spaarzaam gearrangeerde nummers.

Sugai Ken
De Japanse elektronische experimentele muzikant Sugai Ken verstopte zich in een duisterde Club Korzo. De kleine lampjes boven Kens apparatuur gingen alleen even aan als hij een knop wilde indrukken of een attribuut zocht. De muzikant hield lichtgevende apparatuur uit het zicht door er een doek overheen te leggen. De eerste geluiden brachten de toehoorders in een krekelveld dat werd verstoord door onregelmatig pulserende tikken. Een bewerkte Amerikaanse stem wisselde de woorden natural en artificial af zodat niemand hoefde te twijfelen aan de opzet van het optreden. Natuurlijk geluid werd aan kunstmatig geluid gekoppeld. Onweer (of was het een dreunende aardbeving?) ging over in zwaar brommende elektronica. Meerdere veldopnames van Japanse religieuze ceremonies kwamen voorbij, aangevuld met geluidseffecten. Het was aan de luisteraar om in het donker het verschil tussen natuurlijk en kunstmatig te onderscheiden.

Ken bracht sommige geluiden voort met hulp van kleine percussie-instrumenten. Tijdens een van die momenten sloop zijn schaduw tussen het publiek door. Een andere keer hield hij de muis van zijn computer opzichtig omhoog in een spotlichtje om te laten zien hoe hij schrille, sireneachtige akkoorden op elkaar stapelde. De oncomfortabele zetels in Korzo zorgden ervoor dat niemand kon wegdommelen tijdens de afwisselende muzikale reis door het oude en het nieuwe Japan.

Laurie Anderson
Het eerste waar Laurie Anderson zondagavond indruk mee maakte was de lange rij die ze veroorzaakte voor de deur van de Grote Kerk in Den Haag. Het scheelde niet veel of de rij had een volledige cirkel gevormd rondom het kerkplein. Nadat de deuren eenmaal werden geopend hadden de wachtenden binnen korte tijd een stoel gevonden. Het tweede indrukwekkende moment was een ode aan Yoko Ono voor aanvang van het optreden. Anderson nodigde het publiek uit om gezamenlijk zo hard mogelijk te schreeuwen als reactie op wat we hebben verloren sinds november 2016, net zoals Ono deed toen haar om een reactie werd gevraag op de verkiezingsoverwinning van Trump. Ik had graag de gezichten gezien van passanten die precies op het schreeuwmoment langs de kerk liepen. Ze zullen gedacht hebben dat het schip van de kerk tot zinken werd gebracht en iedereen gillend van angst de ondergang tegemoet ging.

Laurie Anderson (bron: Instagram)

De rest van Laurie Andersons optreden was een stuk kalmer, zoals we van de Amerikaanse performance artiest gewend zijn. Ze vertelde over de dingen die ze in 2012 was verloren toen orkaan Sandy de Hudson deed overstromen en alle voorwerpen in Andersons kelder door het brakke water werden vernietigd. Anderson raakte in één klap haar hele archief kwijt. Het enige wat overbleef was een lijst van de verdwenen dingen die ze na het incident had opgeschreven. Achter de performer waren projecties te zien van onder meer teksten en tekeningen op een schoolbord als symbool van het gemak waarmee herinneringen met paar bewegingen weggeveegd kunnen worden.

Laurie Anderson in de Grote Kerk

De zee speelde de hoofdrol in verhalen over Andersons poging om een opera te schrijven over Moby Dick en de noodlanding van piloot Sully Sullenberger in de Hudson in 2009 (met citaten uit het nummer From The Air van Andersons debuutalbum Big Science uit 1982). Het verlies werd nog persoonlijker toen haar overleden echtgenoot Lou Reed zijn opwachting maakte. Reeds komst werd kort daarvoor aangekondigd in de vorm van tekstfragmenten uit zijn lied Dirty Blvd. Niet veel later hoorden we zijn stem over de speakers neuriën en begon hij een liedje te zingen waarbij Anderson voor begeleiding op viool zorgde. Op het grote scherm waren vage contouren van het gezicht van de zanger te ontwaren terwijl hij ons recht in de ogen aankeek. De zanger werd ook geëerd met een statige langzame dans waarin Anderson bewegingen maakte die horen bij Reeds geliefde Chinese vechtkunst tai chi. De ode aan de zanger gaf het optreden een verrassende emotionele lading die Laurie Anderson tot nu toe niet eerder of in ieder geval niet zo sterk in haar onderkoeld komische performances heeft toegelaten.