Het troosteloze, kale landschap van het vulkaaneiland waar de Spaanse thriller Hierro naar is vernoemd, is een passend decor voor de gemoedstoestand van moeder Maria (Elena Anaya). Ze is haar zoontje Diego kwijtgeraakt tijdens de overtocht met de veerboot en stroopt dagenlang wanhopig en flink in de war de kust van het eiland af.
We beleven de zoektocht vanuit Maria’s verknipte geest en mogen vroeg in het verhaal veronderstellen dat haar onbetrouwbare perspectief de werkelijkheid danig vervormt. De mooie plaatjes ten spijt, had mijn interesse in een eventuele verrassende ontknoping na tien minuten plaats gemaakt voor onverschilligheid. Maria’s irrationele gedrag is begrijpelijk, maar helaas ook heel irritant. Alle mogelijke suspense wordt door haar grillen in de kiem gesmoord, hoe het orkest en koor van Kiev de spanning ook proberen te reanimeren met een irritante suggestieve filmscore.
Nog irritanter dan de opdringerige soundtrack en de halfslachtige schrikeffecten, is de scène, ergens halverwege de film, waarin Maria haar zoontje zeer nabij op het strand denkt te zien spelen in het zand. In plaats van zich over het jochie te ontfermen, rekt ze het verhaal op door flauw te vallen. Heel flauw.
4/10