Wie Will Ich Lustig Lachen (Manfred Blank, 1984)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

straub

Op het extra schijfje bij de uitstekende dvd-uitgave van Klassenverhältnisse (1984), in 2007 uitgebracht door het Weense Filmmuseum, zit onder meer een interview met het regisseurskoppel Huillet & Straub onder de titel Wie Will Ich Lustig Lachen. De korte documentaire opent met een bijna 360° pan van hun woonomgeving, een verwijzing naar de pan in Sicilia! (1999). Daarna twee medium shots van de regisseurs afzonderlijk: Jean-Marie Straub met de onafscheidelijke half ontbrande sigarettenstomp in zijn mond en Danièle Huillet zwijgzaam verdiept in een script.

straubhuillet

Het interview vindt plaats op het balkon van hun flatje. Af en toe klinkt het geraas van een voorbijrijdende trein en wordt het gesprek overstemd door het luide volume van een passerende autoradio. De manier waarop het duo in beeld is gebracht, doet vermoeden hoe de hiërarchische verhoudingen liggen in hun (professionele) relatie. Straub heeft op de balkonstoel een hogere positie dan de op de grond zittende Huillet. Hij kan moeilijk stil zitten en kijkt de interviewer aan met felle ogen, terwijl zij haar blik merendeels op de grond gericht houdt. Het is voor aanvang van het interview even stil voordat ze allebei tegelijk iets willen zeggen. Hij neemt het initiatief en heeft het hoogste woord. Zij plaatst af en toe een aanvullende opmerking, voor zover hij dat toelaat.

Aan Klassenverhältnisse heb ik weinig plezier beleefd. De non-acteurs in dreunen in lange dialogen hun teksten op alsof ze onder regie van Robert Bresson in een humorloze remake verzeild zijn geraakt van My Diner With Andre. Als gehypnotiseerde boze Duitse leraren staan ze hardop met tegenzin zinnen uit een boek van Kafka taalkundig te ontleden, daarbij vaak bijna vergetend dat een zin meestal eindigt met een laatste woord. Zal het ooit nog iets worden tussen Huillet & Straub en mij, vroeg ik me na afloop af? Ik weet ondertussen dat Huillet & Straub zich meer tot doel hebben gesteld mij te onderrichten dan mij te vermaken. Ik heb vooralsnog niet ontdekt op welke manier ik hun werk moet benaderen om wel waardering op te kunnen brengen.

Klassenverhältnisse

Klassenverhältnisse

Waar ik tegenaan loop zijn de emotieloze, opgedreunde dialogen en de mechanische bewegingen van de acteurs. Als een acteur een kort zin halverwege onderbreekt, zijn hoofd heel theatraal wendt en pas dan de zin afmaakt, schiet ik onbedaarlijk in de lach. Keer op keer. Waarom toch deze acteerstijl? Straub legt in het interview uit dat het te maken heeft met democratie en gelijke behandeling. Alle personages zijn even belangrijk. Niemand staat boven de ander. Films van Huillet & Straub hebben dan ook geen protagonisten. Straub in zijn eigen (vertaalde) woorden:

Every character is equal to the other characters in the spectrum. They are separated as much as possible by the many different shades between them and those that are the furthest away from them in the spectrum. And therefore subtle tones imply that they’re neighbours in the spectrum.

De gelijksoortige, kale voordracht is als het ware een uniform, zoals Britse kinderen op school hetzelfde uniform dragen opdat de verschillen in klassen niet zichtbaar zijn. De keuze om de acteurs op een zelfde manier te laten praten, is een politieke keuze.

Dit inzicht in de motieven van de regisseurs doet me hun werk ietsjes meer waarderen, al vind ik deze documentaire nog steeds beter dan de speelfilm waar in het interview over wordt gesproken.