We Can’t Go Home Again (Nicholas Ray, 1976)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

cantgohome

Het filmexperiment We Can’t Go Home Again (WCGHA) is eigenlijk alleen interessant voor doorgewinterde fans van Nicholas Ray en zelfs zij zullen ondanks mentale voorbereiding de verrichtingen op het scherm hoofdschuddend gadeslaan. Tijdens de voorstelling afgelopen maandagavond in EYE werd daarnaast meerdere malen diep gezucht en gegeneerd gegiecheld. Toch bleef iedereen braaf zitten.

Nicholas Ray, de regisseur van onder meer Rebel Without A Cause (1955), maakte We Can’t Go Home Again begin jaren zeventig samen met zijn studenten van Harpur College, onderdeel van de New York State University in Binghampton. WCGHA gaat voornamelijk over het filmproces en over de aspirant-filmmakers zelf. De hippietijd heeft zijn sporen zichtbaar achtergelaten: de mannen dragen nog steeds woeste baarden en de vrouwen stappen zonder bezwaar voor de camera uit kun kleren. Vrijheid, blijheid, zou je zeggen, maar van vrolijkheid is geen sprake. De studenten zijn volledig geobsedeerd door hun eigen donkere zieleroerselen. Ze hadden beter een studie psychologie kunnen volgen. Verspreid over de film praktiseren de leerlingen al improviserend en vooral veel schreeuwend de primaltherapie. Acteren is een vak, blijkt toch maar weer. De ondraaglijkheid van deze scènes wordt versterkt door het slechte geluid waardoor veel van de geuite kreten onverstaanbaar blijven, ook voor mensen voor wie Engels wel de moedertaal is.

Wat WCGHA behalve de aanwezigheid van Nicholas Ray nog een beetje de moeite waard maakt, zijn documentairefragmenten en de beeldexperimenten. Ray gebruikt archiefbeelden van studentenprotesten, politiegeweld en de oproer tijdens de 1968 Democratic National Convention in Chicago, gecombineerd met filmfragmenten die hij zelf schoot rondom de Chicago Conspiracy Trial in 1968/69. De fragmentarische en versplinterde collage van verschillende filmformaten (Super 8, 16mm, 35mm en video), naast en door elkaar geprojecteerd op een doek dat op zijn beurt weer gefilmd en geprojecteerd wordt, geeft de onrustige protestperiode goed weer. Daar hoeven geen chaotisch geacteerde toneelstukjes van de studenten tussen gemonteerd te worden. Om het effect van drugsgebruik te verbeelden, haalt de pionierende videokunstenaar Nam June Paik videobeelden door een synthesizer. Dat werkt beter dan de onsamenhangende monoloog van een gedrogeerde, schaars geklede studente. Nicholas Ray kan ook slecht tegen haar geklets en bekogelt haar met tomaten.

De recente restauratie van WCGHA door weduwe Susan Ray, onder meer met hulp van EYE, werd afgelopen maandag vanaf celluloid geprojecteerd. Zeer verfrissend in tijden van digitale projectie. In WCGHA horen we de projectoren en Moviola’s luid ratelen en zien we de krassen en kabels in beeld . Film wordt weer even tastbaar. Is de film met terugwerkende kracht toch nog revolutionair. Voor thematisch vergelijkbare films die beter geslaagd zijn kun je terecht bij Medium Cool (Haskell Wexler, 1969), Ice (Robert Kramer, 1970) en Milestones (Robert Kramer & John Douglas, 1975). Zie hier voor enkele fragmenten.

5/10