We Are What We Are (Somos Lo Que Hay) (Jorge Michel Grau, 2010)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

wearewhat

We Are What We Are (originele titel: Somos Lo Que Hay) is niet per se een aanrader voor de komende editie van het Imagine Festival (13-23 april) in Kriterion te Amsterdam. Het kannibalenfamiliedrama had een unieke mix kunnen zijn van Los Olvidados en Let The Right One In.

De schaduwrijke achterbuurten van Mexico Stad zijn een geschikt decor voor een horrorfilm, groen en blauw glinsterend in het nachtelijke neonlicht. Het armoedige stadsleven is slechts een rauw realistische achtergrond voor een rammelend verhaal over schematische personages. De film gaat over mensen aan de rand van de metropool: dakloze kinderen onder een viaduct, straathoertjes en de homogemeenschap. De maatschappijkritiek beperkt zich tot de openingsscène.

Een verwarde man van middelbare leeftijd zakt in het winkelcentrum in elkaar. Hij ziet eruit als een zwerver en omstanders lopen dan ook met een wijde boog om de man heen zonder zich met hem te bemoeien. Anonieme schoonmakers ruimen zijn lichaam op en vegen de vloer schoon. Binnen een paar seconden lijkt het alsof er niets is gebeurd. De dode man was een horlogemaker met een eigen kraam op de markt. Hij is, samen met zijn twee zoons, geen onbekende in de buurt, zeker niet bij de marktmanager die nog achterstallige huur van hem tegoed heeft.

De eerste tien minuten bevatten te veel plotgaten om mee te willen gaan in de bovennatuurlijke aspecten van het verhaal. De vader blijkt door vergiftiging om het leven te zijn gekomen, maar het blijft onduidelijk hoe dat gebeurd is en om wat voor vergiftiging het gaat. Heeft hij zich verslikt in de prostitué die hij vlak voor zijn dood heeft geprobeerd op te eten? Bij de autopsie vindt de patholoog-anatoom een vrouwenvinger in de maag van de overledene, voor twee detectives aanleiding op zoek te gaan naar de eigenaar van de vinger, in plaats van te achterhalen wie de man is en waar hij vandaan komt. Dat ze niet eerst op zoek gaan naar de eenvoudig te traceren identiteit en het adres van de dode man, zegt in eerste instantie iets over het onvermogen van de detectives. Of is het toch een kwestie van een onzinnig script?

Niets wijst erop dat het duo snel zal ontdekken dat de vader onderdeel is van een kannibalenfamilie. Toch blijken de agenten later in de film opeens, uit het niets, het licht te zien. Een gecodeerde opsporingsoproep blijkt voldoende om hen ervan te overtuigen dat de dode man niet alleen opereerde, maar deel uitmaakte van een groep menseneters. Een van hen is zo helder dat hij, zonder aanwijzingen, in het donker en in het dichtbevolkte centrum van Mexico Stad, vanzelf het huis van de daders vindt. Om Louis van Gaal te parafraseren: is die agent nou zou slim of is het script nu zo dom?

Wat hebben we ondertussen geleerd over de relaties tussen de gezinsleden? Door de dood van vader zitten de zoons, hun moeder en hun zus met een probleem, want vader was kostwinner en leverancier van verse lijken. Net als hun vader kiezen de twee zoons hun slachtoffers tussen mensen die door de rest van de maatschappij als overbodig gezien worden. Ze proberen eerst op onhandige wijze een zwerfkind te ontvoeren, maar stuiten op verzet van de andere kinderen. Tegen de zin van moeder rijden ze voor een tweede poging naar de tippelzone. Daar vangen ze op zeer omslachtige en opzichte wijze een beneveld hoertje. Moeder is zo kwaad over de keuze van hun zoons, dat ze het weerloze kind doodslaat. Ze is zo onverstandig het lijk hoogstpersoonlijk en met veel omhaal terug te brengen naar de plek van herkomst. Een hongerige kannibaal is een onnozele kannibaal, lijkt de film te willen zeggen, want door de andere hoertjes uit te schelden, geeft ze hen alle gelegenheid haar nummerbord te noteren.

De situatie verslechtert wanneer een van de zoons in het cruisecircuit een jonge homo weet te verleiden en hem mee naar huis neemt. Het potentiële slachtoffer ontsnapt, waarna een definitieve ontmaskering onvermijdelijk is. Het enige grappige aan dit gegeven is, dat een kannibaal blijkbaar verliefd kan worden op zijn avondmaal. Het laatste vage plotonderdeel is het ritueel waar de kannibalen het steeds over hebben. Het blijft onduidelijk wat dat ritueel inhoudt, maar nog onduidelijker is waarom de gezinsleden er zoveel belang aan hechten. Het is gezien hun nijpende situatie verstandiger de prooien direct te verorberen in plaats van ze ritueel te slachten – honger verzwakt ze en er schijnt een deadline te naderen (tijd speelt om onverklaarbare redenen een nadrukkelijk rol: vader is horlogemaker en het interieur is vergeven van de klokken).

De terugkerende ruzies over het ritueel en de keuze van de juiste slachtoffers geven de scènes in het donkere huis een hinderlijk repeterend karakter. De constant ontevreden en vaak schreeuwende moeder en de agressiviteit van een van de broers maken het onmogelijk interesse te behouden, iets waar de jonge vampier in Let The Right One In (een film waar We Are What We Are zich om promotietechnische redenen graag mee laat vergelijken) geen last van had. Plotgaten, idioot gedrag en de onmogelijkheid tot identificatie nekken de film.

5/10