Volcano (Rúnar Rúnarsson, 2011)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

volcano

Films vergrijzen met de bevolking mee. Je kunt vrolijk vergrijzen en somber vergrijzen. In de eerste categorie vallen de films The Best Exotic Marigold Hotel (John Madden, 2011) en Et Si On Vivait Tous Ensemble? (Stéphane Robelin, 2011). Vanaf de posters lachen oude mensen ons toe, omringd door bloemen of andere fleurigheid. Ze laten zich niet kisten door hun ouderdom en zoeken een plek op om gezamenlijk hun oude dag waardevol invulling te geven. Het IJslandse Volcano kiest voor de sombere variant.

Het hotel uit The Best Exotic Marigold Hotel staat in exotisch India. De personages in Tous Ensemble zoeken het dichter bij huis en vormen in de loop van de film een commune in een van hun woningen. In beide gevallen onder toeziend oog van een jonge man, respectievelijk een wat onhandige, beginnende hotelondernemer en een Duitse student. De ouderen bemoeien zich met het liefdesleven van de jongeren en geven goedbedoelde adviezen. In beide verhalen heeft een van de ouderen een ernstige ziekte onder de leden. Zij dragen de ziekte een film lang als geheim met zich mee. Hun overlijden blijft buiten beeld – in de ene scène leven ze nog, in de andere zien we hun vrienden rondom de begrafeniskist. Ondanks hun heengaan hebben de films toch een happy end, want zij die zijn heengegaan hebben hun leven waardig afgesloten en de nabestaanden leven nog vrij lang heel gelukkig, met of zonder medicinale hulpmiddelen.

Volcano (oorspronkelijke titel: Eldfjall) van Rúnar Rúnarsson valt in de categorie sombere vergrijsde films. Niks lachende oude man omringd door groen. Hannes (Theodór Júlíusson) staat op de publiciteitsfoto op een kale rots over de koude oceaan uit te kijken, zijn rug naar ons toegekeerd. Mist ontneemt hem bijna het zicht op de horizon. De oude brompot heeft onlangs een 37-jarige carrière afgerond als de minst geliefde conciërge van heel IJsland. Door zijn humeurige karakter heeft hij vrijwel geen vrienden en loopt hij het risico dat de filmkijkers snel op hem uitgekeken raken.

De knorrige grondhouding van Hannes komt van heel diep en heeft zijn wortels in een vulkaanuitbarsting 37 jaar geleden. Een heel dorp kwam daarbij onder lava en as te liggen en alle bewoners moesten geëvacueerd worden. Hannes is nooit meer teruggekeerd naar zijn oude woonplaats, terwijl hij op die locatie zijn geliefde werk als visser had kunnen voortzetten. Net als alle andere IJslandse mannen is Hannes een notoire binnenvetter. Zijn opgekropte gefrustreerde stilzwijgen gaat gepaard met aanhoudende boze buien. De ommekeer in Hannes’ leven komt als hij een gesprek opvangt tussen zijn dochter en zijn zoon en tot zijn schrik hoort dat ze een grote hekel aan hem hebben en hoe erg ze het vinden dat hij hun moeder altijd zo uitkaffert. Is hij op zijn oude dag nog in staat zijn leven te verbeteren?

[Spoilers!] In de twee eerstgenoemde films krijgen de oudere personages voldoende gelegenheid oud zeer te verwerken en hebben sommigen zelfs zicht op een veel interessanter leven dan ze hadden voordat hun pensioen aanving. Sombere vergrijsde films als Volcano kennen een omgekeerd traject en gooien juist zoveel mogelijk onneembare obstakels op de weg van de hoofdpersonen. Gedane zaken nemen geen keer en aftakeling is onverbiddelijk. Om dat te benadrukken maakt regisseur Rúnarsson gebruik van heldere symboliek. Hannes gaat/staat letterlijk met de billen bloot als hij zijn kinderen over hem hoort praten. Hij is zelf ook een vulkaan die met zijn uitbarstingen mensen van zich afhoudt en enkel omringd wordt door grauwheid. Vlak voordat hij het gapende gat in zijn eigen leven ontdekt, slaat zijn roestige vissersbootje lek. De naam van het bootje blijft in de ondertiteling onvertaald, maar in het interview in de Filmkrant lees ik dat het vaartuig Rots is gedoopt. De naam verdwijnt symbolisch achter witte verf. Het is mooi dat Rúnarsson visuele middelen gebruikt voor het verbeelden van de psyche van de zwijgzame hoofdpersoon, maar soms ligt het er een beetje te dik bovenop.

6/10