Bij het zien van The Sun moest ik geregeld denken aan Bad Boy Bubby (Rolf de Heer, 1993). Beide films beginnen in een afgesloten ruimte: de bunker en het paleis van de Japanse keizer Hirohito aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in The Sun en een bedompte, half duistere Australische kelder in Bad Boy Bubby.
De levens van de twee opgesloten hoofdpersonages worden bepaald door anderen. Bad Boy (Nicholas Hope) wordt van de buitenwereld afgeschermd door zijn moeder en de bewegingsvrijheid van de keizer (door Issei Ogata zeer geconcentreerd strak van de zenuwen gespeeld) is drastisch ingeperkt door rituelen en tradities. Buiten heerst gevaar, het fictieve gevaar waar de moeder haar zoon tegen zegt te beschermen en het oorlogsgevaar in en rondom Tokio. Binnen studeert de keizer maritieme biologie en experimenteert Bad Boy met de kat. Hun stappen naar buiten zijn hun wedergeboorte. De Australische kindman kan zijn creativiteit de vrije loop geven en de Japanner schudt de goddelijke status van zich af om zich met zijn gezin te kunnen herenigen.
7/10