Stray Dogs (Tsai Ming-liang, 2014)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

stray-dogs

Stray Dogs van Tsai Ming-liang is de eerste film waarbij ik in de bioscoopstoel in slaap ben gevallen en over de aftiteling heb gedroomd.

Het eerste dat Stray Dogs toont zijn twee slapende kinderen. Ze liggen zorgeloos te snurken onder de dekens terwijl een dame op het matras langdurig haar haren kamt. Wie de dame is wordt pas later in de film duidelijk, mits je doorhebt dat ze door drie actrices wordt gespeeld. De scène is een flash forward. Overdag struinen de jongen en het meisje de supermarkten en winkelcentra van Taipei af op zoek naar gratis soepjes, noedels en andere hapjes. Soms hebben ze geluk en keren ze terug naar hun nachtverblijf met afgekeurde kant-en-klaarmaaltijden. Hun vader (Ming-liangs steun en toeverlaat Lee Kang-sheng) staat elke dag met een reclamebord in zijn handen te verkleumen op een druk kruispunt waar hij het lot deelt met tientallen andere mannen. Veel geld zal hij er niet mee verdienen, want zijn moederloze gezin overnacht in een afbraakpand. De man is zeer ongelukkig over de uitzichtloze leefsituatie. Hij probeert zich moed in te zingen terwijl de tranen over zijn wangen zich vermengen met de onophoudelijke regen. Een medewerkster van een van de supermarkten ontfermt zich over de kinderen en behoedt ze voor onbezonnen acties die de desperate vader in gedachten heeft.

Het mag met een titel als Stray Dogs geen verbazing wekken dat Tsai Ming-liang het leven van zijn personages vergelijkt met dat van honden. Ook het groepje honden dat een paar keer in de film voorbijkomt, zoekt onderdak tussen de muren van een pand dat zijn beste tijd heeft gehad. De hoofdpersonages urineren net als honden meestal in de buitenlucht. Ze worden gevoed door andere mensen, bijten op een kluif en maken jankgeluiden bij het huilen. Wie zich de lange huilbui aan het slot van Ming-liangs doorbraak Vive L’Amour (1994) nog kan herinneren weet dat de regisseur graag veel tijd uittrekt voor het menselijk verdriet. De vader stikt bijna in zijn tranen in een meer dan tien minuten durende scène waarin hij bijna ook in witte kool stikt. Ook in de langste, bijna een kwartier durende scène, waarin de vader en de vrouw zwijgzaam staan te staren, hebben we tijd genoeg om een traan op een wang te zien verdampen.(*)

De wrange humor waar de regisseur zijn films vroeger dragelijk mee maakte is zo goed als verdwenen. Alleen de scènes met de reclameborden langs de weg weten een lichte glimlach op te roepen. De vergelijking tussen mensen en honden is sleets en dat een van de rollen door meerdere actrices wordt gespeeld is afgekeken van Cet Obscur Objet Du Désir (Luis Buñuel, 1977) en dus weinig opzienbarend. Tsai Ming-liang rekt de lange scènes tot het uiterste op zonder dat de lengte meerwaarde geeft aan het moment. Bij het hierboven aangehaalde langst aangehouden shot moet je ook nog eens voorkennis hebben om de emoties van de man en de vrouw te begrijpen. De twee acteurs zijn namelijk in het echt voormalige echtelieden. Zonder die kennis gebeurt er een tergend lang kwartier niet veel meer dan het rollen en drogen van een traan en de slokken die de alcoholistische vader uit een klein flesje neemt. Een paar keer zakte ik tijdens deze scène weg en droomde ik meerdere keren korte dromen. Elke keer als ik ontwaakte stonden de man en de vrouw nog steeds roerloos ergens naar te kijken. Stray Dogs is niet alleen de eerste film waarbij ik over de aftiteling droomde (en dat is geen grap), het is ook een film waar je bij in slaap kunt vallen zonder de draad van het verhaal kwijt te raken.

5/10


(*) De man en de vrouw kijken minutenlang naar een muurschildering van Kao Jun-honn. De afbeelding is een kaal landschap dat slechts bestaat uit stenen. Kijken de twee naar de verbeelding van het einde van de beschaving? Het formaat van de schildering doet denken aan een breed filmdoek. Kijken de man en de vrouw naar het einde van cinema?

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *