Sparrow (Johnnie To, 2008)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

sparrow

Zoals bij meer films van Johnnie To bestaat Sparrow uit meerdere memorabele set pieces, even flamboyant in beeld gebracht als zang- en dansnummers in een musical, maar dan zonder zang en dans. Zulke scènes blijven bij, vanwege de ambiance, de gestileerde beeldcomposities (het brede beeld wordt nog breder gemaakt door vervormende groothoeklenzen), de belichting (rode en gele neonlampen weerkaatsen in regenplassen), de locaties (aan de voet van wolkenkrabbers in heuvelachtig Hong Kong, waar voetgangers en fietsers dagelijks piepende dubbeldekkertrams passeren) en de irreële setting (een tiental lege vogelkooien hangen aan het plafond van een lege flat). De beelden blijven langer in het geheugen genesteld dan de plot. \

Het verhaal van de vier samenwerkende zakkenrollers, en de geheimzinnige vrouw Chung Chun Lei (Kelly Lin) die hun routine in de war brengt, is een opeenvolging van minifilmpjes, vanaf het vogeltje uit de titel, fladderend in de kamer van officieuze bendeleider Kei (Simon Yam), en de drinkwedstrijd tussen Chung Chun Lei en een van Kei’s collega’s, via een komische confrontatie in een overvolle lift, een discussie op een kaal dakterras en de vernuftig opgezette diefstal van een sleutel. De laatste confrontatie, in de regen en onder de bescherming van tientallen paraplu’s, is meer vertraagd afgespeeld modern ballet dan een plausibele manier om de tegenstander te slim af te zijn. De som van alle set pieces vermindert de behoefte de plot van deze zoete misdaadkomedie nog eens na te pluizen en doet je eerder bij de aftiteling tevreden en opwekt neuriën, mede geholpen door de Kantonese lounge van componisten Xavier Jamaux en Fred Avril (in de deluxe dvd-uitgave van Terracotta op cd bijgeleverd).

7/10