SOON live in OCCII Amsterdam (vrijdag 4 maart 2022)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Een concert bezoeken is voorlopig nog het lot tarten, zeker in kleine zalen waar geen bewijs van negatieve coronatest nodig is voor het bijwonen van livemuziek. Ik nam vrijdag het risico van besmetting voor lief, want het Amsterdamse duo SOON presenteerde in OCCII een bijzonder debuutalbum.

We kunnen weer naar concerten. Of beter gezegd: we kunnen vooralsnog weer naar concerten. De coronamaatregelen werden weliswaar onlangs versoepeld, maar het voorzichtige optimisme werd bruusk de kop ingedrukt toen Russische troepen een dag voor het ingaan van de versoepelingen buurland Oekraïne binnenvielen. Het was de dag dat de Derde Wereldoorlog ook aan ons land niet onopgemerkt voorbij ging, zoals Bart Chabot veertig jaar geleden vrolijk dichtte. Nu meer dan ooit kan elk concert ons laatste zijn.

Neighbours Burning Neighbours

De naam van de band die vrijdag de avond in OCCII afsloot, lijkt gezien de actualiteit ongelukkig gekozen, maar Neighbours Burning Neighbours is geen verwijzing naar oorlogsleed. Het Rotterdamse kwartet omhelsde het publiek met een gecontroleerde dosis heftige chaos. Van gitarist/vocalist Alicia Breton Ferrer waren we al wat gewend na het ondergaan van het verkwikkelijke lawaai met de band The Sweet Release Of Death. Samen met gitarist/vocalist Daanie van den IJssel en de doortimmerde ritmesectie van bassist Kat Kalkman en drummer Aram Scheeve wordt het volume verder opgeschroefd. De melodieën van de twee gitaristen en hun gezongen dialogen worden met grote regelmaat bedolven onder verzengende noise-erupties. Van den IJssel legt daar soms ijselijke kreten bovenop. Het muzikale geweld van Neighbours Burning Neighbours is een aanstekelijke uiting van levenslust waar het publiek vrijdag meer dan ooit behoefte aan had.

Eerder op de avond presenteerde het duo SOON hun eerste album. Het publiek werd voor aanvang van de presentatie opgewarmd door R. de Selby, gitarist bij de band I Am Oak. Zijn melancholische minimalistische compositie Apparition Of A Deer With Silver Antlers bestond uit een pulserend gitaarpatroon dat langdurig meditatief rondjes draaide. Terwijl de muzikant de akkoorden met de linkerhand bespeelde, pompte hij met de rechterhand lucht in een draagbaar harmonium voor het opwekken van een begeleidende drone. Het stuk duurde net iets te lang om volledig te boeien, maar dat had ook te maken met het verlangen om SOON in actie te zien.

R. de Selby

Muzikanten Liú Mottes en Jochem van Tol jo noemen zichzelf sound artists. Ze laten zich inspireren door onder meer Dick Raaijmakers, Sonic Youth en Blade Runner. Van Tol wordt omringd door een drumstel en analoge synthesizers. Mottes bewerkt haar gitaargeluid met effecten en zingt fluisterzacht. De muziek van SOON laat zich lastig duiden en is al helemaal niet in een genrehokje plaatsen. Het duo kan heel experimenteel en elektronisch klinken, zoals op hun single voor het Nijmeegse project Extratool. In de albumtrack Wollemi Pine, dat ook live werd gespeeld, zorgt de bas uit een Korg MS20 voor een warm kloppend hart en een dansbare basis als vruchtbare bodem voor vervormde gitaarimprovisaties. Voorzichtige liedjes worden afgewisseld met instrumentale miniaturen.

Het optreden van SOON deed me denken aan mijn favoriete band This Heat en dan met name hun eerste album uit 1979. Het is toeval dat beide bands hun titelloze debuutalbum in een blauwe hoes hebben gestoken, want bij navraag bleek SOON het Britse trio niet te kennen. SOON is dus niet direct beïnvloed door, maar speelt wel in de vrije geest van This Heat. De muzikanten hebben geen last van genreconventies. Ze laten zich leiden door de vele mogelijkheden die hun instrumentarium te bieden heeft. Van vrijblijvend geëxperimenteer is geen sprake. Het duo wil zichzelf en het publiek blijven verrassen en kiest daarom nergens voor gemakzuchtige wendingen. Muzikale ideeën worden niet onnodig uitgemolken. De composities zijn doordacht en berekend zonder daarbij het hart te vergeten.

De muziek van SOON is onvoorspelbaar en ongrijpbaar, als de soundtrack bij een koortsdroom.


Bovenstaand verslag is opgedragen aan Wim Marcin. Voor aanvang van het optreden in OCCII vernam ik dat hij onlangs is overleden. Wim was een vertrouwd gezicht voor concertgangers in Amsterdam. Je kon hem vrijwel elke avond bij een optreden spotten in een van de Amsterdamse popzalen. Als je hem niet zag bij een optreden, was hij waarschijnlijk te vinden bij een band of solomuzikant elders in de stad. Wim stond niet in de voorste rijen. Hij koos voor een bescheiden plek in de achterhoede, met een biertje in de hand of een sigaret tussen de vingers. We groetten elkaar steevast en spraken elkaar soms even, voordat ik een plek opzocht in de buurt van het podium.

Het langst sprak ik Wim enkele jaren geleden op een stormachtige zaterdagmiddag op station Alkmaar. We waren allebei gestrand omdat de storm het land had platgelegd. Ik was onderweg naar mijn ouders en hij op de terugweg naar Amsterdam na een bezoek aan zijn moeder. We schuilden een tijdje voor wind en regen en kwamen er al pratend achter dat we dezelfde geografische wortels hadden. Tijdens de concertloze maanden in de afgelopen twee jaar vroeg ik me af hoe het met Wim zou gaan nu hij verstoken was van zijn dagelijkse portie livemuziek. Ik was blij hem weer te spotten bij HOWRAH. Hij stond die septemberavond in 2021 vanzelfsprekend op zijn vertrouwde plek, achter in de kleine zaal van Paradiso. Het is een verdrietige gedachte dat die plek nu altijd leeg zal zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *