Sicilia! (Danièle Huillet & Jean-Marie Straub, 1999)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

sicilia

Na drie films van het echtpaar Huillet & Straub (zie ook eerdere post) ben ik ervan overtuigd dat hun oeuvre een typisch geval is van acquired taste. Je haat hun werk uit het diepst van je hart of, te oordelen aan de jubelende quotes op de dvd-uitgave van New Wave Films (masterpiece, exhilirating, impassioned), je schaart hun films onder het mooiste dat op deze aardkloot bestaat. Het Franse paar wijkt extreem af van de norm, wat a priori geenszins hoeft te leiden tot een negatieve beleving. Afwijken van de norm is vaak een gezond uitgangspunt. Alles beter dan middelmaat en cliché. Het werk van Huillet & Straub is echter een beproeving, want hermetisch, strak afgemeten, ascetisch en Spartaans.

De esthetiek van het echtpaar is afstandelijk. Filmplezier en spelplezier zijn nergens te ontwaren. Hun films zijn een straf om te maken en een straf om naar te kijken. De teksten zijn zo overheersend en de informatie zo compact dat ik de films meer aan het lezen ben dan aan het zien. Als ik maar even boven de ondertiteling kijk, verliezen de resterende woorden hun betekenis, ben ik de draad kwijt en is de impact nihil. Als ik te veel op de beelden let, word ik afgeleid door een acteerstijl zo stijf is als te stevig opgeklopte slagroom. De non-professionele acteurs reciteren hun dialogen op luide toon en van alle emotie ontdaan. Hun gestileerde bewegingen ogen houterig. Hun gelaatstrekken zijn even onbeweeglijk en hun ogen zo groot open als bij uit hout gesneden marionettenpoppen. Volwassen mensen spelen op commando onbeholpen toneel als gedrilde leerlingen tijdens de vrijdagmiddaguitvoering in de aula van de basisschool.

Op de weinige momenten zonder acteurs zoekt de lens in een langzame pan het landschap af, van links naar rechts en weer terug, met de kille blik van een surveillancecamera. En opnieuw, iets later op de dag opgenomen, een identieke manoeuvre, van links naar rechts, even pauzerend bij een struik en dan terug naar links om stil te blijven staan bij een vergezicht op een oud Siciliaans stadje. Het landschap dient als kader voor de dialoog in een kale keuken tussen de teruggekeerde immigrant (Gianni Buscarino) en zijn moeder. Net als de rest van de film heeft deze centrale scène last van drammerige gewichtigheid – de kans op een verkeerde lach is groot. Ik moest ongewild schaterlachen op het moment dat de moeder, in de korte pauze tussen twee tekstregels in, haar hoofd theatraal wendt, eerst kijkend naar de grond en dan, met een opzichtig voorgekauwde zwiep, richting een dode muur.

De moeder (Angela Nugara) overacteert net zo opzichtig en luid als Elizabeth Davis in de rol van Mrs. Pringle in de onooglijke horrorfilm The Gruesome Twosome (1967) van Herschell Gordon Lewis. Ook Davis spreekt haar teksten te hard uit en wendt regelmatig theatraal haar blik een andere kant op, meestal richting haar opgezette kat aan wie ze een uitentreuren herhaalde, deerniswekkende vraag stelt (Right, Napoleon?), zelfs als het beest zich in een ander vertrek of op een andere verdieping bevindt. De overgestileerde acteurstijl van Elizabeth Davis maakt van Gordon Lewis geen meesterlijke regisseur, maar Huillet & Straub is er, vanwege de context, opeens sprake van Grote Kunst.

Een scharenslijper doet later in Sicilia! zijn armen over elkaar en ik zie regisseur Rob Reiner voor me die zich in de rol van documentairemaker Marty DiBergi geen raad weet met zijn armen tijdens zijn introductie aan het begin van This Is Spinal Tap. Tijdens de slotscène in Sicilia!, buiten op het pleintje bij de scharenslijper, verwacht ik elk moment Chico Marx in beeld om de acteurs een zak pinda’s aan te bieden en uit hun rigide houding te schudden. You acta crazy, what’s-a matter for you? What you make da face like this? De meest vriendelijke vergelijking die me te binnen schiet, is die met de ernstige humor van Herenleed. Over acquired taste gesproken.

5/10