Shame (Steve McQueen, 2011)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

shame

Zelfs films met een open einde voelen afgerond aan wanneer een gebeurtenis uit het begin op een of andere manier terugkeert in de laatste scène. Zo ook in Shame.

De doodlopende cirkelbeweging krijgt in de proloog letterlijk vorm in de rondjes die Brandon (Michael Fassbender) loopt in zijn appartement; een dagelijks ritueel vlak na het ontwaken. Hij heeft dan geen kleren aan en houdt de gordijnen geopend. Brandon loopt rondjes zoals dieren doelloos rondjes lopen in een kooi. New York is in Shame wat dat betreft een grote dierentuin.

Bij alle grote ramen zijn de gordijnen geopend. Iedereen kan ongegeneerd kijken naar de wonderlijke fauna achter het glas. Het lijkt op een scène uit Playtime van Jacques Tati, maar dan ontdaan van alle humor. Ook computerschermen vormen ramen op een afgestompte wereld. Brandon staart naar webcammeisjes en zijn baas voedt zijn zoon op via Skype. Als de twee mannen een tafel reserveren in een muziekcafé op de bovenste verdieping van een wolkenkrabber, bewonderen ze het mooie uitzicht over de stad, maar eigenlijk zitten ze daar om zelf gezien te worden. Op het podium staat Brandons zus Sissy (Carey Mulligan). Ze zingt een langzame, afgekloven versie van New York, New York. Wat ooit als ode aan de stad is geschreven, is een treurzang geworden. De onverwachtse, ongewenste aanwezigheid van zijn zus, als logé in een huis waar hij het liefst in zijn eentje woont, dwingt Brandon tot zelfreflectie.

Net zoals in zijn vorige film gebruikt regisseur Steve McQueen een lange, onafgebroken opgenomen dialoog als breekpunt. Tijdens de eerste date met een van zijn vrouwelijke collega’s wordt Brandon in staat gesteld een alternatief te kiezen voor het leven als seksverslaafde vrijgezel. De cirkelvormige beweging van de film wekt de suggestie dat verandering onmogelijk is. We zijn weer terug bij af.

8/10