




Retrospekt is een film vol heftige botsingen binnen de muren van een doorsnee Nederlandse eengezinswoning. De confrontaties laten littekens achter bij personages en zorgen voor een gehavende vertelvorm. Hoofdpersonage Mette heeft vanwege een ongeluk barsten in haar geheugen met als gevolg dat haar verhaal niet op een conventionele lineaire manier wordt verteld. De film gaat daarmee de confrontatie aan met de kijker.
Retrospekt, de tweede speelfilm van Esther Rots, begint bij een incident in een Belgische winkel. Hoogzwangere Mette (Circé Lethem) laat tijdens haar vakantie echtgenoot Simon (Martijn van der Veen) en dochtertje Harrie (Felice en Frederique de Bruijn) even achter in de camper voor een bezoek aan een kledingzaak. Bij het pashokje raakt ze betrokken bij een gewelddadige confrontatie tussen een vrouw en haar man. Mette keert behoorlijk overstuur terug terwijl ze toch wat gewend zou moeten zijn. Ze werkt immers bij een organisatie voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Het vakantie-incident rimpelt na in de rest van de film.
Het liefst zou Mette direct na de geboorte van haar tweede dochter de kantoorwerkzaamheden weer oppakken. Ze blijft echter noodgedwongen nog enige tijd aan huis gebonden, ook omdat Simon voor zijn werk vaak in het buitenland verblijft. Tijdens zijn afwezigheid stelt Mette op eigen initiatief, en geheel tegen het protocol in, haar huis ter beschikking als schuilplaats voor cliënt Lee Miller (Lien Wildemeersch). De wispelturige Miller blijft op die manier op veilige afstand van haar jaloerse ex Frank (Matteo van der Grijn). Mette onderschat de risico’s waaraan ze haar gezin blootstelt.

De gevolgen van Mette’s besluiten zijn te zien in de tweede verhaallijn van Retrospekt dat zich afspeelt in een revalidatiecentrum. De vrouw heeft een flink litteken op haar hoofd, beweegt moeilijk en heeft moeite met het vormen van woorden. Pas heel laat in de film blijkt dat Mette’s revalidatie in omgekeerde volgorde wordt verteld en parallel wordt gemonteerd met de lineaire verhaallijn over Mette en Miller. Vanwege de vertelvolgorde lijkt het in het revalidatiecentrum slechter te gaan met Mette. Als je de twee verhaallijnen zou uittekenen zie je dat ze afstevenen op een frontale botsing.
De keuze voor een ongebruikelijke vertelstructuur maakt het bij de eerste kijkbeurt lastig te duiden wat er in sommige vroege scènes precies gebeurt. Het wordt voor de oplettende kijker pas met terugwerkende kracht duidelijk waarom Mette tijdens een gesprek in de kantine van het revalidatiecentrum zulk eigenaardig hyperactieve gedrag vertoont. Het verklaart ook pas bij nader inzien waarom personages worden geïntroduceerd om vervolgens niet meer in het verhaal terug te keren – gezichten die uit Mette’s geheugen verdwijnen, verdwijnen ook uit de film. Opvallend is dat het voornamelijk mannelijke personages betreft.
Het gefragmenteerde leven van Mette komt ook tot uiting in het gebruik van locaties. Versnipperde herinneringen zijn als de verschillende kamers in het huis van Mette en Simon, de meest gebruikte filmlocatie in Retrospekt. De woonkamer, keuken en slaapkamers worden van elkaar gescheiden door een open trap die midden in het huis staat. Personages lopen vaak onrustig heen en weer van vertrek naar vertrek en Mette rust meer dan eens uit door op de trap te gaan zitten. Vanaf deze positie wordt ze, net als in het revalidatiecentrum, geen deelnemer van haar leven, maar een toeschouwer.
Retrospekt onderscheidt zich ook van de gemiddelde speelfilms door het gebruik van muziek. Vaste componist Dan Geesin gaat met zijn operateske score een confrontatie met de beelden aan door op overdreven operateske wijze commentaar te geven op de naturelle acteerstijl van de cast. De muziek zorgt voor een Brechtiaanse distantie waarmee de kijker uit het verhaal getrokken dreigt te worden. Het bedoelde resultaat van de nadrukkelijk aanwezige muziek, in combinatie met het indringende sounddesign en de ongebruikelijke manier van vertellen, is dat de kijker steeds meer wordt verplaatst in het verwarde brein van Mette. Zij bevindt zich in een oncomfortabele positie en dus zorgt de film ervoor dat de kijker ook niet comfortabel in de bioscoopstoel zit. De klappen die zij opvangt, schudden ook de kijker telkens op.
De film laat veel vragen onbeantwoord over de precieze redenen van Mette’s gedrag en waarom ze tot aan het bittere eind blijft volharden in het maken van onverstandige keuzes. Offert ze zichzelf op uit goedertierenheid, wordt ze gedreven door schuldgevoel over het incident in België of heeft ze een ongezonde fascinatie voor gevaarlijke mannen als tegenwicht voor de relatie met de goedmoedige, maar ook een beetje saaie echtgenoot Simon?
Esther Rots verdient lof voor de risico’s die ze durft te nemen. Ze houdt zich ver van gemak- en behaagzucht. Ik kan me geen andere Nederlandse speelfilm herinneren die zo radicaal is gemonteerd als Retrospekt. Alleen buitenlandse films schieten me te binnen, in het bijzonder Bad Timing (Nicolas Roeg, 1980) die ook gaat over psychologisch en fysiek geweld in een relatie. Retrospekt dwingt ook respect af vanwege de acteerprestaties van Circé Lethem en Lien Wildemeersch. Beide Vlaamse actrices excelleren in het vertolken van onberekenbare personages.