In het serieuze R U There ontwaar ik zowaar een scène die lijkt geïnspireerd door de Amerikaanse komedie Galaxy Quest. Voordat ik de vergelijking in de laatste alinea zal toelichten belicht ik eerst een paar andere scènes. De professionele gamer Jitze (Stijn Koomen), in Taipei vanwege een internationaal gametoernooi, zondert zich regelmatig af in zijn hotelkamer, meestal om achter zijn laptop te oefenen voor een volgende ronde. Veel shots van Jitze hebben hem in close-up, in het midden van het frame (de fotografie van Lennert Hillege is een van de sterke troeven van R U There – kille blauwe interieurs mengen mooi met warme Aziatische huidskleuren). Jitze kijkt in onze richting, maar ziet ons niet, net zomin als hij zich bewust is van de stad die achter hem beweegt. De gamer wordt onscherp en de achtergrond komt in focus.
De boodschap die uit deze camerahandeling gehaald kan worden, is dat ons hoofdpersonage te veel in een virtuele wereld leeft om nog weet te hebben van een tastbare wereld. Wat we echter zien is een weg vol anoniem voorbij rijdende auto’s vol mensen die net als Jitze in een eigen wereld leven. Het shot kan dus ook aanduiden dat de gamer precies op zijn plaats is in de grote stad – iedereen vergeet net als hij zijn directe omgeving. Stijn Koomen is overigens uitstekend gecast – de kleine ogen van de acteur versterken het idee dat hij te lang naar beeldschermen tuurt en met vernauwde blik de hem omringende wereld waarneemt.
Net als in Beat uit 2004 (Verbeeks tweede speelfilm Shanghai Trance van twee jaar geleden heb ik nog steeds niet gezien) is het lastig door te dringen tot de psyche van het hoofdpersonage. Je kunt ongeveer begrijpen wat zijn handelingen motiveert, maar dat is onvoldoende om de afstand te verkleinen. De weinige keren dat we wel verbinding maken met zijn innerlijke wereld, bevinden we ons in een modern, digitaal ontworpen oorlogsveld of het paradijselijke Second Life. Pas als de grens tussen het virtuele landschap en de werkelijkheid vervaagt, bijvoorbeeld wanneer de kale en witte symmetrie van een plafond toch niet bij het computerspel blijkt te horen, komen we het dichtst bij Jitze’s gemoedstoestand. Zo ook tijdens een scène die in de recensie in de Filmkrant terecht als sleutelscène wordt bestempeld.
In die scène is Jitze de stad uit, mee het platteland op met het hoertje Min Min (Huan-Ru Ke) die in het hotel zijn geblesseerde schouder heeft gemasseerd. Hij staat ’s ochtends op de veranda voor het huis waar hij heeft overnacht. De camera kijkt hem via de deuropening op zijn rug en rolt langzaam dichterbij. Door de beweging wordt het uitzicht van Jitze steeds groter, totdat de horizon beide uiteinden van het frame raakt. De gamer ontwaakt in een volledig reële wereld. Ik zou hier de invloed van Antonioni kunnen noemen (de camerabeweging is net zo gracieus als in de slotscène van Professione: Reporter a.k.a. The Passenger uit 1975), maar eerlijk gezegd moest ik eerder aan Galaxy Quest (1999) denken.
Galaxy Quest gaat over acteurs in een sciencefictionserie à la Star Trek (televisie als virtuele wereld). Ze worden door ruimtewezens opgepikt, omdat die denken dat de personages uit de serie echt zijn en de enige redding vormen voor de dreigingen op hun eigen planeet. Wanneer acteur Jason Nesmith (Tim Allen) zich realiseert dat hij zich niet in een televisiestudio bevindt, maar ontwaakt in ruimteschip onder een koepel met uitzicht op de sterrenhemel (de ‘echte’ wereld), verandert het beeldformaat van Galaxy Quest van 1.85:1 naar 2.35:1, een effect dat indertijd in de bioscoop indruk maakte (geen idee hoe dat is opgelost op dvd-formaat). Als we het hebben over de invloeden in R U There dan mag aan Antonioni, Hou Hsiao-hsien en Tsai Ming-liang wat mij betreft ook regisseur Dean Parisot toegevoegd worden.
7/10