Binnen vijf minuten in Paradies: Glaube trekt Anna Maria (Maria Hofstätter) haar bovenkleren uit en bewerkt ze zichzelf met een zweep ten overstaan van een klein Christusbeeldje. Dit is de Ulrich Seidl zoals we hem het beste kennen: compromisloos confronterend. De regisseur blijft net iets langer dan wenselijk zijn camera richten op zaken waar we liever geen getuige van zijn. Het voelt alsof Seidl de toeschouwer ook met zweepslagen bewerkt. Waarom we toch blijven kijken? Noem het cinemasochisme.Paradies: Liebe, het eerste deel uit zijn trilogie over geloof, hoop en liefde, is in vergelijking met Paradies Glaube een milde komische zedenschets, toegankelijk genoeg om in Amsterdam veel publiek te trekken. Afgelopen weekend zat ik bij deel 2 met slechts een man of vijf in de zaal.
We zagen met z’n vijven een perfect gecaste Maria Hofstätter. Ze had zich al onsterfelijk gemaakt door als onuitstaanbare lifter alle scènes te stelen in Hundstage (2001). Ze is minstens zo aantrekkelijk irritant als godsdienstfanaticus Anna Maria. Overdag trekt ze er met een Mariabeeld op uit om in en rondom Wenen zieltjes te winnen onder labiele kluizenaars, alcoholisten en andere kansarme Oostenrijkers. Het heeft weinig zin een discussie met haar aan te gaan, want ze is onwrikbaar in haar overtuiging.
Terug thuis laat ze zichzelf geen luxe toe. Het interieur is kaal, de televisie is opgeborgen, de laptop blijft onaangeroerd. Het ascetische leven in een kaal huis levert een visueel kale film op. De statische beeldcomposities weerspiegelen het kruisbeeld dat op diverse plekken nadrukkelijk aanwezig is in Anna Maria’s huis. Pas als de vrouw het gevoel krijgt van haar pad af te dwalen, gaat de camera van het statief en wordt uit de hand gefilmd.
Paradies Glaube had net zo goed ook Paradies: Liebe kunnen heten. In beide films kampt een vrouw van middelbare leeftijd met een gevoel van leegte in haar leven en probeert ze de leegte op te vullen door wanhopig op zoek te gaan liefde en genegenheid. De vrouwen falen omdat hun verwachtingen onrealistisch zijn. Anna Maria verlangt naar het onbereikbare, want ze is verliefd op Jezus, of beter gezegd, ze valt op de kitscherige beeltenis van Jezus als knappe man met baard. Ze adoreert hem zoals een tiener verliefd kan zijn op haar popidool. Met geloof heeft dat niets te maken, maar probeer dat de starre vrouw maar eens wijs te maken.
8/10