Out Of The Blue: de filmcarrière van Linda Manz

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Actrice Linda Manz werkte met filmgrootheden als Terrence Malick, Dennis Hopper en David Fincher. Haar sterke persoonlijkheid en rebelse uitstraling zorgden er meer dan eens voor dat regisseurs hun film een andere vorm of andere draai gaven dan aanvankelijk was gepland. Het korte interview met Manz in de documentaire Along For The Ride (2016) over Dennis Hopper was aanleiding om eindelijk eens alle films uit haar zeer bescheiden oeuvre van slechts negen filmtitels (opnieuw) te bekijken.

Linda Manz (New York, 20 augustus 1961) werd in Upper East Side Manhattan grootgebracht door een alleenstaande moeder die als schoonmaakster werkte in de Twin Towers. Moeder wilde graag dat haar dochter een beroemde filmster zou worden en stuurde haar naar acteerlessen en dansscholen. Manz werd op haar vijftiende door regisseur Terrence Malick ontdekt bij een wasserette. Hij gaf de actrice haar eerste rol in zijn tweede speelfilm Days Of Heaven.

Days Of Heaven (1978)

In Days Of Heaven reist stadsmeisje Linda in 1916 met oudere broer Bill (Richard Gere) en diens vriendin Abby (Brooke Adams) van Chicago naar het platteland in Texas. Ze werken als seizoenarbeiders op de korenvelden van een jonge rijke boer (Sam Shepard). De boer raakt geïntrigeerd door Abby en vraagt haar ten huwelijk, net als iedereen denkend dat Bill en Abby broer en zus zijn. Heethoofd en opportunist Bill weet als een van de weinige mensen op de boerderij over de dodelijke ziekte van de boer. Hij denkt samen met Abby financieel te kunnen profiteren van de risicovolle driehoeksverhouding die na de huwelijksvoltrekking ontstaat. Linda is nog te jong om door te hebben wat er precies gaande is.

Linda Manz is de stem van de onschuld in Days Of Heaven en daarmee het hart van de film. Ze leidt de kijker door het verhaal in de vorm van een voice-over. Die vertelvorm werd uit noodzaak geboren, want Malick had tijdens het ruim twee jaar durende montageproces grote moeite met het aanbrengen van een heldere structuur. De regisseur nodigde Manz uit in de geluidsstudio, gaf slechts enkele aanwijzingen en liet haar hardop improviseren terwijl ze naar de filmbeelden keek. Manz’ authentiek klinkende, onbevangen observaties kleuren het verhaal met monologen die geschreven hadden kunnen zijn door William Faulkner. Haar stem klinkt ouder en wijzer dan je van leeftijdgenoten zou verwachten. Haar empathie wordt als contrast gebruikt tegenover de kille, berekenende manier waarop Bill in het leven staat. Het lot van Bill is geen enkele traan waard, terwijl de woorden waarmee Linda de film verlaat je niet koud zullen laten.

Manz kreeg op de set veel vrijheid van Malick. Ze hoefde zich niet aan de dialogen in het script te houden en mocht vooral zichzelf zijn. De regisseur vertrouwde op haar persoonlijkheid, haar stem en de doordringende donkere ogen in haar scherpe gelaat. Linda Manz heeft wat je noemt screen presence, iets waar in haar volgende film opvallend genoeg geen gebruik van werd gemaakt.

King Of The Gypsies (1978)

King Of The Gypsies verscheen in hetzelfde jaar als Days Of Heaven. Deze matige zigeunervariant op The Godfather was de tweede en laatste speelfilm van regisseur Frank Pierson na zijn succes met A Star Is Born (1976) en tevens het speelfilmdebuut van Eric Roberts, de oudere broer van actrice Julia Roberts. Volgens IMDb levert Linda Manz een uncredited bijdrage aan de film. Ik heb haar echter niet kunnen ontdekken tussen alle naamloze zigeuners tijdens meerdere feestelijke massascènes. Misschien is ze slechts een op de rug gefilmde passant op de straten van New York. De wazige beeldkwaliteit van de Spaanse DVD-uitgave maakte het speurwerk er niet eenvoudiger op.

The Wanderers (1979)

De tweede onvergetelijk rol van Linda Manz is in The Wanderers. Ze maakte tijdens haar auditie zoveel indruk op casting director Scott Rudin, regisseur Philip Kaufman en schrijver Richard Price dat ze speciaal voor haar een bijrol creëerden die niet voorkomt in het boek The Wanderers uit 1974. De boekverfilming is een komisch drama over straatbendes in The Bronx rond 1963 en gecentreerd rondom de Italiaans-Amerikaanse bende van Richie (speelfilmdebuut voor Ken Wahl). Manz maakt deel uit van een van de concurrerende bendes en is direct aan het begin van de film aanstichter van een confrontatie tussen The Wanderers en de Fordham Baldies.

Linda Manz als Peewee in The Wanderers

Met haar brutale houding en het litteken naast haar rechteroog lijkt Linda Manz rechtstreeks afkomstig uit een echte straatbende. Kaufman was daar in ieder geval nog steeds van overtuigd toen hij het audiocommentaar insprak op de recente Amerikaanse Blu-ray-uitgave. Manz lijkt met haar naar achteren gekamde vetkuif en zwart leren jack een mini-versie van Elvis Presley tijdens zijn comeback in 1968. De kleine Peewee is de slimste van de groep skinheads met wie ze optrekt. Een van de meest memorabele beelden komt voor in de scène waarin de skinheads in een donkere steeg dreigend op de hoofdpersonages aflopen, met Peewee voorop en achter haar vriendje Terror, een kale reus gespeeld door de in Nederland geboren acteur Erland van Lidth (1953-1987).

The Wanderers is de eerste film waarin Manz iemand speelt die graag deel wil uitmaken van een subcultuur, maar daar niet bij hoort omdat ze nog te jong is. Ze wordt vanwege haar kleine postuur niet serieus genomen en is als outcast gedoemd om aan het einde van de rit met lege handen achter te blijven.

Televisiewerk (1979)

Na The Wanderers speelde Linda Manz opnieuw komedie in de sitcom Dorothy (1979), als een van de leerlingen in de schoolklas van voormalige Broadway-ster Dorothy Banks (Dorothy Loudon), en maakte ze opnieuw deel uit van een New Yorkse straatbende in de speelfilm Boardwalk (1979). De serie Dorothy kwam niet verder dan vier afleveringen en haar bijdrage aan het abominabele Boardwalk was niet meer dan een veredelde figurantenrol (zie de uitgebreide recensie).

Linda Manz in de sitcom Dorothy

De televisiefilm Orphan Train (1979) bracht Linda Manz terug in een historische setting zoals die in Days Of Heaven. Orphan Train is een degelijk verteld relaas over het eerste transport in 1854 van New Yorkse weeskinderen naar potentiële pleegouders in het Midden-Westen van de VS. Manz is als Sarah een van de oudere kinderen in het ensemble kindacteurs. Sarah kan dankzij het transport het bordeel ontvluchten waar ze als minderjarige wordt misbruikt. Onderweg raakt ze bevriend met de opstandige Britse jongen Liverpool (Graham Fletcher-Cook). De karaktereigenschappen van Liverpool zijn vergelijkbaar met de personages die Manz meestal speelt, maar in het brave, rolbevestigende Orphan Train gedragen meisjes zich niet rebels. De oudere kinderen maken in de film minder kans om door een pleeggezin te worden opgenomen, wat Manz de gelegenheid geeft om tot aan het einde van de film in beeld te blijven en gaandeweg in haar rol te groeien.

Out Of The Blue (1980)

Out Of The Blue is het hoogtepunt in de filmcarrière van Linda Manz en opnieuw een voorbeeld van haar grote invloed op structuur en inhoud van een film. Out Of The Blue was bedoeld als regiedebuut voor scenarist Leonard Yakir en zou oorspronkelijk verteld worden vanuit het gezichtspunt van psychiater Dr. Brean (Raymond Burr). Yakir bleek echter ongeschikt als regisseur. Hij werd op het allerlaatste moment vervangen door hoofdrolspeler Dennis Hopper. Het was Hoppers eerste nieuwe regieklus na het debacle van The Last Movie (1971). Hopper had uitgebreid met Manz gerepeteerd en was ervan overtuigd dat het verhaal vanuit het perspectief van de tiener Cindy Barnes (kortweg Cebe) verteld moest worden. Hij veranderde de filmtitel Cebe in Out Of The Blue, vernoemd naar Neil Youngs lied My My, Hey Hey (Out of the Blue), en gooide het scenario volledig om. Hooper wist dat Manz in haar vrije tijd graag drumde en gebruikte haar verlangen om muziek te maken als een belangrijk motief voor Cebe’s handelingen.

Linda Manz en Dennis Hopper in Out Of The Blue

Out Of The Blue begint met een afschuwelijk ongeluk dat wordt veroorzaakt door de dronken trucker Don Barnes (Hopper) met dochtertje Cebe naast hem op de voorbank. Hopper belandt in de gevangenis en Cebe groeit vaderloos op met moeder Kathy (Sharon Farrell). Ze voelt zich verlaten door zowel de afwezige vader als door haar onlangs overleden idool Elvis. Ze trapt tegen de maatschappij aan als een jonge punkrocker, thuis rammend op haar drumstel en feedback veroorzakend met haar gitaar. Vanuit het wrak van vaders truck stuurt ze via een 27 MC verzendapparaat punkslogans de wereld in. Cebe is een kleine rebel without a cause.

Vlak voor zijn vrijlating ontmoet Cebe eindelijk haar vader weer. Er lijkt hoop te gloren in haar leven en ze kijkt dan ook uit naar zijn thuiskomst. Don Barnes kan het drinken nog steeds niet laten en heeft opnieuw een destructieve invloed op het gezinsleven. Moeder komt uit de kast als heroïnejunkie. Cebe loopt van huis weg en probeert aansluiting te vinden in de punkscene van de grote stad.

Dennis Hopper gebruikte improvisatie als basis voor alle scènes en profiteerde van Linda Manz’ improvisatietalent. De actrice kijkt niet op tegen de dominante acteur en is zijn gelijke in al hun gezamenlijke scènes. Ze volgt binnen meerdere gecompliceerde lange takes moeiteloos het ritme van de dialogen en de camerabewegingen. Manz speelt een complex personage dat zichzelf moet zien te beschermen tegen de gevaren waar ze thuis mee geconfronteerd wordt, niet wetend of ze zich nog steeds kind mag voelen of zich moet verweren als de volwassene die ze nog lang niet is.

Longshot (1981)

Na Out Of The Blue speelde Manz in haar volgende film een slap aftreksel van de rebelse Cebe. Ze is in Longshot geen punkrocker maar tafelvoetbalspeelster Maxine (kortweg Max). Ze mag deel uitmaken van het professionele tafelvoetbalteam van tiener Paul (Leif Garrett), niet omdat hij haar zo goed vindt, maar omdat er geen andere optie is nadat zijn vaste partner Leroy (Ralph Seymour) zich door toedoen van dommigheid heeft verwond en vervangen moet worden. Paul en Leroy denken vanwege de afkorting Max dat Maxine een jongen is en moeten even slikken als ze haar voor het eerst ontmoeten.

Linda Manz in Longshot

De hele film lang moet Max zich bewijzen voordat ze in de voorspelbare finale mag laten zien hoe waardevol ze is. Max is de heldin van het verhaal, maar ze wordt vanwege haar jongensachtige uitstraling nooit Pauls vriendin, hoe graag ze dat ook zou willen. Hij heeft geen oog voor haar en loopt liever achter de lange benen aan van Française Zoé (Marie-Christine Bresson). Max’ rol als buitenstaander en de daaruit voortvloeiende eenzaamheid wordt als komedie gebruikt in plaats van de tragedie die het is. De camera van televisieregisseur E.W. Swackhamer toont weinig medelijden wanneer werkelijk niemand oog voor Max heeft wanneer ze tijdens een feestelijke avond helemaal alleen aan een tafel zit te wachten op een beetje aandacht.

1982-1985

Longshot werd in 1983 gevolgd door de hoofdrol in Mir Reicht’s – Ich Steig Aus. Deze Duitse film van Gustav Ehmck lijkt totaal van de aardbodem verdwenen. De titel heeft op filmplatforms als IMDb en Letterboxd geen waarderingscijfer van bezoekers omdat niemand de film heeft gezien. Uit de korte omschrijving valt op te maken dat het verhaal overeenkomsten vertoont met Out Of The Blue. Volgens de VPRO gaat het om een matige film. Linda Manz’ laatste rol voordat ze met vervroegd pensioen ging is een roversmeisje in de aflevering The Snow Queen in tv-serie Shelley Duvall’s Faerie Tale Theatre (1985).

Linda Manz in The Snow Queen

Vanaf 1985 was de filmcarrière van Linda Manz opeens voorbij. Misschien lag het aan het ontbreken van een (goede) manager of misschien had de actrice geen zin meer om alsmaar meisjes van veertien of vijftien te moeten spelen. Ze trouwde in 1985 met cameraman Robert L. Guthrie en stichtte met hem een gezin in Californië.

Gummo (1997)

Linda Manz keerde in 1997 twee keer terug voor kleine rolletjes in films gemaakt door grote fans van haar beste werk. In het regiedebuut Gummo van Harmony Korine speelt ze voor het eerst een volwassen vrouw en is ze de moeder van een van de hoofdpersonages.

Linda Manz in Gummo

Korine laat merken hoeveel indruk Out Of The Blue op hem heeft gemaakt door de eerste dialoog te beginnen in een autowrak. Andere overduidelijke verwijzingen zijn een geïmproviseerde dronken scène rondom een keukentafel en het moment waarop de regisseur net als Dennis Hopper een fles drank over zijn eigen dronken hoofd uitschenkt. Manz heeft twee uitgebreide scènes thuis met haar zoon. De spaghettiscène in de badkamer vergeet je niet zo snel en moeders dansje op te grote tapdansschoenen is onder de titel funny dance een succes op YouTube.

The Game (1997)

Regisseur David Fincher volgde het succes van Se7en op met de mysterieuze thriller The Game. Fincher is een uitgesproken fan van Days Of Heaven en zal om die reden blij zijn geweest met Linda Manz’ deelname. Haar bijdrage is meer een cameo dan een volwaardige rol. Ze opent de deur als Michael Douglas aanklopt bij het huis van zijn tegenspeelster Deborah Kara Unger. Manz staat op de aftiteling vermeld als Christine’s Roommate Amy, maar ziet er meer uit als een strenge hospita. Fincher wist dat kijkers aan een paar seconden genoeg hadden om het personage van Manz tegen het eind van de film te herkennen tussen een grote groep acteurs.

Linda Manz in The Game

Linda Manz zit in haar laatste scène in The Game in een kantine voor markant ogende bijrolspelers. De locatie is symbolisch voor de rollen die ze waarschijnlijk zou hebben gespeeld als ze haar filmcarrière had voortgezet.

One thought on “Out Of The Blue: de filmcarrière van Linda Manz

Laat een antwoord achter aan admin Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *