
Het Amsterdamse podium OCCII slaat deze periode de vleugels uit met concerten bij bevriende zalen in de hoofdstad. Eerder deze maand zag ik Wendy Eisenberg in Plantage Dok en afgelopen donderdag sloot het trio Nape Neck een avond met drie bands af in de Vondelbunker. Afgelopen zondag werden we op de eigen stek aan de Amstelveenseweg bestookt door het lawaai van The Flying Luttenbachers.
Donderdag stond het eerste optreden gepland van de Europese tournee van Nape Neck samen met het Nederlandse Geo. Op dezelfde avond stond al een ander programma in OCCII op de agenda, dus moest de programmeur op zoek naar een andere locatie. De met wilde graffiti versierde Vondelbunker was een prima alternatief. We hielpen een verdwaalde buitenlandse bezoeker de ingang vinden onder het viaduct waar tram 3 overheen rijdt. Als je niet weet waar de bunker zich bevindt, loop je er in het Vondelpark gegarandeerd aan voorbij. Nape Neck presenteerde een elpee waar, in samenwerking met onder meer OCCII, hun twee eerder verschenen cassettes in een nieuwe mix op zijn heruitgebracht. Net als bij de eerdere twee optredens van het trio uit Leeds zorgden drummer Kathy en bassist Claire voor een op hol geslagen ritme dat nog net niet over de eigen benen struikelde. De rollende drumpatronen weken vaak af van de vierkwartsmaat. Ik was soms de tel kwijt, maar daar had de ritmesectie zelf geen last van. Gitarist Robert liet zijn instrument zoals gebruikelijk gieren en krijsen met hulp van afwisselend een lepel en een slide.
Voorafgaand aan Nape Neck speelde Giulio Erratum & The Uniworm, een band die elders op internet ook bekend is als Giulio Erasmus & The End of the Worm. Erasmus speelde een paar jaar geleden samen met Nape Neck in OCCII als onderdeel van het trio Handle. Hij heeft Manchester verruild voor Brussel en vertolkt samen met Belgische muzikanten een industriële vorm van dub die me onder meer aan de Haarlemse band Nexda doet denken. De muzikant werd in de Vondelbunker omringd door twee toetsenisten en twee slagwerkers. Het totaalgeluid bleef ondanks de meerdere instrumenten heel open. Uit de toetsen en samples kwamen geluidssnippers en eenvoudige melodieën. De percussionist links vulde op swingende wijze de leegtes op die de drummer liet vallen tussen de klappen op zijn instrument. De effecten op de bas van Erasmus bereikten dezelfde diepten als Jah Wobble. De elektronisch gemanipuleerde, lastig te ontcijferen mompelingen van Erasmus hadden iets weg van de vervormde vocalen van Genesis P-Orridge. Een dub-producer zou hier wel raad mee hebben geweten.

Openingsband Geo had het publiek eerder op de avond al teruggebracht naar het begin van de jaren tachtig. Bij eerdere optredens voerde no wave de boventoon. Sinds het vertrek van gitarist Michiel Klein is het geluid deels verschoven richting de industriële Sheffield-funk van Hula en vroege Cabaret Voltaire. De dreigende, Throbbing Gristle-achtige soundscape waar het optreden mee begon had ik nog niet eerder gehoord. De industriële sfeer werd versterkt door het beton dat ons omgaf en de boven ons hoofd rijdende trams die het pand minstens elke tien minuten lieten trillen.
Michiel Klein stond enkele dagen later met nieuwe band Magasin in OCCII. Na Geo en Lewsberg klinkt zijn muziek nog meer afgekloven, met minimale ritmebox en zonder effecten over de gitaren. Het ritme bestond vaak uit een eenvoudige, als metronoom afgestelde boom tschak boom tschak. Klein speelde korte herhalende loopjes met meerdere dissonante intervallen. Terwijl de gitarist en de bassist koel hun dingen deden, voegde de zangeres tussen hen in wat warmte aan de muziek toe. De kaalheid van Magasin werd door meerdere toehoorders na afloop vergeleken met Young Marble Giants, maar dan uptempo en lichtelijk funky. Het trio staat speelt zondagmiddag 18 mei samen met onder meer HOWRAH tijdens de Subroutine Label Matinee in dB’s Utrecht.

Tegenover het minimalisme van Magasin stond het extreme maximalisme van hoofdact The Flying Luttenbachers. Gitarist Weasel Walter had twee harige gewichtsheffers uit de diepste holen van de Amerikaanse underground getrokken voor het produceren van een ongenadige bak herrie op een schadelijk hoog volume. Zelfs op een veilig geachte afstand, achter in de zaal nabij de bar, klapperden de broekspijpen tegen de onderbenen. Als ik van tevoren het zeventiende album The War Inside Our Heads had beluisterd, was ik beter voorbereid geweest en zou ik hoogstwaarschijnlijk zondag thuis zijn gebleven. De instrumentale math metal was volledig over the top en zo complex dat je het alleen kon verwerken met een rekenmachine op zak. Een beetje technisch vernuft kan geen kwaad, maar dit leek meer op een wedstrijdje waarbij het de bedoeling was zoveel mogelijk noten in een maat te proppen. Bassist Luke Polipnick mocht zichzelf na afloop tot winnaar laten uitroepen. Weasel Walter werd meerdere keren uit zijn spel gehaald door snaren die het teveel aan noten niet meer aankonden.
Het was verdomd knap wat The Flying Luttenbachers presteerden, maar het lukte me niet er van onder de indruk te raken. Het waren met name de door de bassist getoonde macho hardrockposes die me definitief naar de achterhoede deden terugkeren.
yeah, you should have stayed home. we certainly wouldn’t have missed you. obviously, your ears and brain are too weak to deal with the music of the flying luttenbachers. at least you admitted that to the 3 people that read your blog. it’s very selfless of you. i give your blog post 3/10. i don’t think i will ever read it again.