Norwegian Wood (Tran Anh Hung, 2010)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

norwegian

Naarmate Norwegian Wood vordert, wordt het landschap steeds meer een mentaal landschap. Het afgelegen kuuroord waar Naoko (Rinko Kikuchi) verblijft, vele mijlen verwijderd van Tokio, wordt sneeuwwit, alsof iemand met een vlakgom stilletjes de groene vegetatie wegveegt. Naoko’s vriend Watanabe (Ken’ichi Matsuyama), de verteller van de tragische liefdesgeschiedenis, zoekt zijn heil op en tussen kale rotsen bij een woeste branding. Haar horizon verdwijnt in het wit. Voor hem blijft ver achter de schuimkoppen nog een einder waarneembaar en daarmee zicht op een toekomst.

De eenzaamheid van de hoofdpersonages wordt benadrukt door het langzaam verdwijnen van de figuranten om hen heen. De studentenopstand aan het begin wordt een verre herinnering. De gangen in de anders zo levendige universiteitscampus raken uitgestorven. Ook in het kuuroord lijken Naoko en Watanabe de enige overgeblevenen, slechts af en toe vergezeld door Naoko’s kamergenoot Reiko (Reika Kirishima). Figuranten verdwijnen uit beeld, zoals Naoko’s vriendje Kizuki na zijn zelfmoord op zeventienjarige leeftijd uit het geheugen verdwijnt, opgeslorpt door het allesomvattende wit van de sneeuwbedekte heuvels.

8/10