Europudding bestaat nog, en hoe. Night Train To Lisbon is een Zwitsers/Duits/Portugees/Amerikaanse coproductie gebaseerd op een Zwitserse roman geregisseerd door een Deen en met een Brit in de hoofdrol. Fransen, Duitsers, Zweden en Britten vertolken Engels sprekende Portugezen. Jonge en oudere versies van personages vertonen nauwelijks gelijkenis. De Franse Mélanie Laurent wordt in oudere gedaante zonder haar moedervlekken gespeeld door de Zweedse Lena Olin. De enige overeenkomsten tussen de in Mozambique geboren Marco D’Almeida en de Britse filmveteraan Tom Courtenay zijn hun snor en de manier waarop ze driftig sigaretten staan of zitten te roken. Hun accenten leiden een eigen leven. Omdat de meeste acteurs niet hun eigen taal spreken, is hun acteren gekunsteld en stijf. Een van de actrices spreekt haar teksten zo onnatuurlijk uit dat het lijkt alsof acteert in een droomscène uit Twin Peaks.
Night Train To Lisbon belicht een periode uit de Portugese geschiedenis waar de bewoners van dat land liever niet meer aan terugdenken. De flashbackstructuur laat heel erg merken dat het hier gaat om een boekverfilming. De hoofdrol wordt gespeeld door een zeldzaam boek. De Zwitserse docent Raimund Gregorius (Jeremy Irons) vindt een exemplaar in de jas van een jonge dame die hij gered heeft van een zelfmoordpoging. In het boek zit een treinkaartje voor de nachttrein naar Lissabon.
Geïnspireerd door het boek onderneemt Gregorius een spontane reis naar de Portugese hoofdstad. Daar probeert hij de raadsels te ontrafelen rondom de dood van schrijver, arts en verzetsstrijder Amadeu (Jack Huston, kleinzoon van regisseur John Huston) enkele decennia geleden ten tijde van Salazars dictatuur. Het resulteert in een film vol mooie plaatjes van fotogeniek Lissabon en oude mensen die uitgebreid stilstaan bij dramatische gebeurtenissen uit het verleden. De film is een combinatie van politiek en literair detectiveverhaal met flashbacks die doen denken aan de reconstructies in Opsporing Verzocht.
5/10