La Vie D’Adèle (Abdellatif Kechiche, 2013)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

adele2

Een kwantitatief filmonderzoeker kan zich drie uur lang helemaal uitleven op het tellen van de close-ups in La Vie D’Adèle. Op hoeveel zou hij/zij uitkomen? Nemen de close-ups 80% of 90% van de totale filmduur in beslag? Zouden het er meer zijn dan in La Passion De Jeanne d’Arc uit 1928? Zelden heb ik zo lang gezichten van zo dichtbij op het grote doek mogen aanschouwen. De heftige emoties zijn van Adèle’s poriën af te lezen.

Tijdens de eerste toenadering tussen Adèle (Adèle Exarchopoulos) en haar grote liefde Emma (Léa Seydoux), aan de bar van een rumoerig vrouwencafé, worden de twee gezichten in de montage afgewisseld, net zo lang tot ze elkaar letterlijk dicht genoeg zijn genaderd om tegelijkertijd binnen het kader te passen. Als de emoties later in de film oplopen, kruipt de camera nog dichterbij. De rest van de wereld past niet meer in beeld. De verliefdheid is zo intens, dat wat buiten het kader valt gewoonweg niet meer bestaat.

De muziek op de soundtrack is in vrijwel alle gevallen diëgetisch, oftewel: de bron van de muziek is aanwijsbaar in het verhaal. Het instrument dat in deze film een hoofdrol speelt is een caisa, bespeeld door een straatmuzikant nabij het zebrapad waar Adèle voor het eerst Emma passeert en voor het eerst de onontkoombaarheid ervaart van liefde op het eerste gezicht. Dezelfde muziek keert in het allerlaatste shot terug in niet-diëgetische vorm, als een herinnering aan wat ooit was, maar ook als vraagteken over het verdere verloop van Adèles leven. Het laatste shot van de film is overigens geen close-up.

9/10