Kon-tiki (Joachim Rønning & Espen Sandberg, 2012)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

kontiki

Tot aan het moment dat het vlot in Kon-Tiki de oceaan opgaat, maken de door computers opgewekte beelden een overdreven kunstmatige indruk. New York anno 1947 ziet er tijdens het bezoek van de Noorse avonturier Thor Heyerdahl (Pål Sverre Hagen) uit als een onwerkelijk geplastificeerd decor. De kilheid geldt ook het stijve, toneelmatige acteerwerk. Heyerdahl en zijn Scandinavische crew proosten in de eigen taal, maar converseren verder met een zwaar Engels accent, zoals vroeger Duitse soldaten deden in hele oude Amerikaanse oorlogsfilms. De personages worden nauwelijks mensen van vlees en bloed. Misschien is dat opzet, omdat de experimentele overtocht per eigenhandig vervaardigde houten vlot, 4,300 mijl van Peru naar de Polynesische eilanden, een bijna onmenselijke wetenschappelijke onderneming is.

De zeevaarders hebben aan alles gedacht, behalve aan zonnebrandcrème. Tijdens de risicovolle reis veranderen ze van peroxideblonde Arische Kuifjes in gebronsde Griekse goden met opgeplakte baarden. Het duurt lang voordat de film goed op gang komt. Wat dat betreft lijkt Kon-Tiki meer op Peter Jacksons remake van King Kong (2005) dan op Steven Spielbergs Jaws (1975).

Pas in open water komen de digitale effecten volledig tot hun recht en lukt het de filmmakers spannende momenten op te wekken uit enen en nullen. Hoe langer de oversteek duurt, hoe meer we de in de weg zittende romantische onderonsjes tussen Thor en zijn blonde vrouw Liv (Agnes Kittelsen) vergeten. De film is helaas minder avontuurlijk dan de historische onderneming. Ik ben ondertussen wel benieuwd geworden naar de Oscarwinnende documentaire Kon-Tiki uit 1950 van de echte Thor Heyerdahl.

6/10