Palestijns-Israëlische regisseur Elia Suleiman aanschouwt in zijn films met milde blik het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Tien jaar na zijn vorige film The Time That Remains kijkt hij in It Must Be Heaven ver buiten de grenzen van zijn eigen land en vergelijkt hij de politieke situatie thuis met het leven in Frankrijk en de Verenigde Staten.
Elia Suleimans vijfde speelfilm It Must Be Heaven is een aaneenschakeling van sketches met de regisseur zelf in beeld als zwijgende observator. Hij kijkt thuis met uitgestreken gezicht vanaf zijn balkon hoe een buurman zich bemoeit met zijn bloeiende citroenboom en kijkt met dezelfde blik naar de gedragingen van mensen in Parijs en New York. Vergelijkbare situaties keren in verschillende vormen en op verschillende plekken in de wereld terug. De mus in het Parijse hotel is later een protesterende engel in Central Park. Rode draad is de wijze waarop mensen hun leefgebied afbakenen.
Suleiman doodt in Parijs de tijd in afwachting van een afspraak met een Franse filmproducer. Hij wandelt door het centrum als een variant op Jacques Tati’s Monsieur Hulot in Playtime (1967), zich verwonderend over wat om hem heen gebeurt. Nog meer dan in de films van Tati volgt It Must Be Heaven geen echte verhaallijn. De scènes zijn geïsoleerde momentopnamen die niet ergens naartoe leiden. Het is soms onduidelijk wat Suleiman met sommige situaties wil zeggen. Het hangt van je gevoel voor humor af in hoeverre je sommige scènes waardeert. Tegenover flauwe losse flodders (zoals de confrontatie met twee Japanse toeristen) staan gelukkig scènes met iets meer zeggingskracht (territoriumdrift in de vorm van een stoelendans). De beste humor zit vaak in de details. Kijk bijvoorbeeld extra aandachtig naar de manier waarop de nachtwerkster aan de overkant van Suleimans hotel een groot televisiescherm schoonveegt.
In New York laat de regisseur zich onder meer inspireren door de Keystone Cops van slapstickproducer Mack Sennett. Ook in deze stad volgen korte scènes elkaar op zonder onderling verband. Een frappant voorbeeld is het opzichtige wapentuig dat families dragen tijdens het doen van boodschappen terwijl in de rest van de stad niemand bewapend rondloopt.
It Must Be Heaven schiet vaker mis dan raak, maar weet dat wel goed af te wisselen; je blijft nieuwsgierig naar de volgende komische situatie. De film is vaak een lust voor het oog, want Suleiman besteedt veel aandacht aan beeldcompositie. Hij laat de monumentale constructies in Parijs mooi contrasteren met de alledaagse onbenulligheid en heeft daarbij een sterk gevoel voor symmetrie. De vrolijke chaos van het dagelijks leven speelt zich altijd af binnen heldere lijnen.
6/10