Go Go Tales (Abel Ferrara, 2007)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

gogotales

Abel Ferrara maakt zijn films de laatste jaren noodgedwongen buiten de Verenigde Staten. New York ligt in Go Go Tales ergens in een studio van Cinecittà te Rome en negentig procent van de namen op de aftiteling is Italiaans. De enige officiële dvd-uitgave is op moment van schrijven ook Italiaans.

Vanuit Europa schildert Ferrara zijn thuisland af als een uit de hand gelopen nachtclub geregeerd door gokkers. Clubbaas Ray Ruby (Willem Defoe) beheert nachtclub Paradise met geld van zijn rijke broer Johnie (Matthew Modine). Ray leeft op krediet en is gokverslaafd. De film speelt zich af op de nacht dat hij, samen met zijn Ierse administrateur, zeer waarschijnlijk 18 miljoen gaat winnen in de loterij. Hij kan elke financiële injectie goed gebruiken, want zijn schaars geklede danseressen willen eindelijk eens uitbetaald worden en de eigenares van het pand eist vier maanden achterstallige huur. Haaien zwemmen op grote plasmaschermen achter de bar. Ray gebruikt binnen zijn club zelfgemaakte dollars als alternatief betaalmiddel voor de klanten, maar daar koopt buiten de club natuurlijk niemand iets voor.

Ray is de Cosmo Vittelli van de jaren nul, maar ambitieuzer dan de clubeigenaar uit The Killing Of A Chinese Bookie (John Cassavetes, 1976). Elke donderdag wordt de Paradise vrijgemaakt voor impresario’s, A&R-managers en andere cultuurbobo’s en mogen zijn showgirls, en zelfs een van de bouncers, andere kunstjes vertonen dan hun gebruikelijke dansjes, in een poging ontdekt te worden. De glitter, glamour en het kapitaal van Hollywood lonkt. Dit is Amerika, het land waar iedereen het kan maken. De belofte maakt blind voor de chaotische staat waarin de club zich bevindt. Het Paradijs staat op instorten. De ontploffende zonnebank in de kelder is een indicatie van de aanstaande ondergang. Ray blijft ondanks alles optimisme uitstralen en verbergt het naderende onheil achter zijn brede glimlach. Go Go Tales is van 2007. Een jaar later hadden de gokkers op de loterij van Wall Street in werkelijkheid minder geluk.

Ferrara’s allegorie oogt als een koortsdroom. Het gaat te ver zijn aandoenlijk rommelige satire (fanatiek half geïmproviseerd door onder meer Bob Hoskins, Asia Argento, Burt Young en Anita Pallenberg) visionair te noemen, want dat is wel het laatste waar je de intuïtief werkende, warhoofdige regisseur op kunt betrappen.

6/10