Death Sentence (James Wan, 2007)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Death Sentence

Het is verleidelijk elke Amerikaanse film met een wraakmotief die is gemaakt na 11 september 2001 te relateren aan Amerika’s strijd tegen het terrorisme. De vergelijking gaat zo af en toe op (zie twee weken geleden), maar ik moet oppassen elke Amerikaanse wraakfilm in het actuele licht te beschouwen. Ik zou daarmee per ongeluk een minder geslaagde film te veel eer kunnen geven.

Nick Hume (Kevin Bacon) trekt in Death Sentence in zijn eentje en bewapend ten strijde tegen het tuig dat zijn familiegeluk heeft verwoest. De film is te simpel van opzet om hem op te waarderen en te zien als politieke metafoor. Nick heeft iets te snel door dat een aanpak volgens gerechtelijke procedures geen zin heeft en dat justitie geen bevredigende straf zal opleggen aan de moordenaar van zijn zoon Brendan. Nick ziet af van justitiële vervolging, rijdt achter moordenaar Joe en zijn bende aan en steekt Joe eigenhandig neer met een roestig mes. Dan begint de ellende pas goed. Geweld leidt tot geweld wat leidt tot nog meer geweld. Het politieapparaat, in de appetijtelijke vorm van detective Wallis (Aisha Tyler), kijkt lijdzaam toe en grijpt pas in als het veel te laat is.

De vergelijking met de destructieve buitenlandpolitiek van de Verenigde Staten zou Death Sentence nog enig cachet kunnen geven, maar het lijkt er geen moment op dat de makers van de film (onder hoede van regisseur James ‘Saw’ Wan) bewust politiek symbolisch te werk zijn gegaan. De bende van Joe en zijn kale, getatoeëerde broer Billy (Garrett Hedlund) zijn zo ontzettend luguber en beestachtig dat ook de toeschouwer geen andere oplossing kan bedenken dan de gewapende wraakaanval. Voor nuance is geen enkele plaats.

Het treffen tussen de kantoorklerk en de bendeleden levert een enkele zenuwslopende scène op, waarbij de in een parkeergarage uitmondende achtervolging te voet, met Nick als prooi en de bende van Billy als de jagers, het meest geslaagd is. Tijdens een lang, ononderbroken shot volgt de camera Nick door, over en langs verschillende verdiepingen. Voor even hoeft deze maal geen drukke montage voor spanning zorgen. De wijze waarop Nick zijn achtervolgers weet af te troeven, zet de toon voor de overdreven finale. Death Sentence had wat mij betreft mogen stoppen na de keiharde confrontatie tussen de bende en Nick in het grote en veel te dure huis van Nick en zijn gezin. Straw Dogs wordt binnen een paar minuten dunnetjes overgedaan.

Regisseur Wan kiest voor een uit zijn voegen barstende, operateske allerlaatste confrontatie die veel wegheeft van een hallucinante jacht dwars door het voorportaal van Nicks en Billy’s hel waarin ze voor eeuwig tegen elkaar ten strijde trekken. Voordat hij afreist naar de schuilplek van Billy en de zijnen, doft de gehavende Nick zich speciaal op. Hij kruipt zwaarbewapend en vrijwel kaalgeschoren uit zijn toevluchtsoord, gekleed in zwart leren jack, een gezicht nog doder dan het masker van Michael Myers in Halloween en ogen nog doffer dan die van vocalist Michael Gira na een slopend optreden met zijn band Swans ergens midden jaren tachtig. Als er tot dan toe al sprake is van enig realisme dan wordt dat in de slotmomenten volledig tenietgedaan.

DeathSentence

Nick – Michael Myers – Michael Gira

De locatie waar Billy en de zijnen zich dagelijks ophouden lijkt op een bouwvallige set uit een film van John Woo, inclusief religieuze symbolen. Alsof God zich nog iets van protagonist of antagonist zou aantrekken. Kogels schieten met gemak gaten als kanonskogels dwars door dunne muurtjes. Ledematen vliegen in het rond en de crew glijdt tijdens het filmen bijna uit over de met bloed doordrenkte vloer. De overdrijving neigt tot het lachwekkende, maar humor is ver te zoeken.