Het Britse filmblad Sight & Sound plaatst traditiegetrouw aan het eind van het jaar een overzicht met opmerkelijke films op dvd en Blu-ray. Naast essentiële boxen, historische uitgaven en herontdekte undergroundfilms worden in de lijst ook digitaal opgepoetste genreklassiekers genoemd. Een van die genrefilms is Death Line.
Bij Britse horror denk je automatisch aan Hammer, zeker als de naam van Christopher Lee op de poster vermeld staat. Death Line a.k.a. Raw Meat heeft niets met Hammer te maken en de bijdrage van Lee duurt slechts ruim een minuut. In de debuutfilm van Amerikaanse regisseur Gary Sherman krijgt Donald Pleasence carte blanche om zich uit te leven in de rol van een cynische inspecteur. Hij moet het raadsel oplossen van verdwijningen in de Londense metro.
Donald Pleasence nam de hoofdrol graag aan omdat hij ruimte kreeg voor zijn humoristisch kwaliteiten. In de rol van inspecteur Calhoun plaagt hij met valse satergrijns zowel collega’s als getuigen. Pleasence grijpt al zijn scènes bij hun revers en schudt ze stevig door elkaar. De acteur heeft altijd iets in handen waarmee hij de aandacht van de kijker weet af te leiden. Calhoun lijkt meer geïnteresseerd in een verse kop thee dan in de volgende zaak die hij op het politiebureau aantreft. Hij luistert met een half oor terwijl hij omzichtig met het puntje van een dartpijl theebuiltjes uit het kopje haalt.
Calhoun heeft ongebruikelijke verhoormethoden. Hij behandelt getuige Alex (David Ladd) alsof de jonge Amerikaan schuldig is aan de verdwijning van James Manfred, OBE (James Cossins). Alex en zijn vriendin Patricia (Sharon Gurney) troffen de bewusteloze Manfred vlak voor diens verdwijning aan op een trap bij het perron van Russell Square Station. Calhoun ontdekt dat meerdere mensen op deze plek op mysterieuze wijze van de aardbodem zijn verdwenen. Hij begint een onderzoek met zijn assistent detective sergeant Rogers (Norman Rossington).
In Death Line weten ‘gewone’ mensen minder sympathie op te roepen dan het monster dat in de Londense ondergrondse woont. Voordat James Manfred, OBE verdwijnt, valt hij een vrouw lastig op het perron. Alex toont weinig medeleven voor het slachtoffer en wil hem in eerste instantie eigenlijk helemaal niet helpen. Christopher Lee speelt een arrogante MI5-agent die Calhoun wijst op zijn lagere positie op de sociale ladder. Calhoun leeft vanwege zijn moeilijke karakter helemaal alleen thuis. Tijdens dronken uitstapjes met collega Rogers treitert hij speels bedoeld de barman van zijn stamkroeg.
Het monster (Hugh Armstrong) is het enige personage in de film dat medelijden verdient. Hij maakt slachtoffers om zijn verzwakte vrouw met bloed en mensenvlees te voeden. Zijn daden zijn afschuwwekkend, maar tot zekere hoogte begrijpelijk. Het monster is geboren en opgegroeid in een afgesloten metrotunnel en weet niet beter dan dat kannibalisme de enige voedingsmethode is.
Het verschil tussen de bovenwereld en de ondergrondse wordt ook door middel van het camerawerk getoond. De scènes op het politiebureau en in de slaapkamer van Alex worden rechttoe rechtaan gefilmd in tegenstelling tot de visuele flair waarmee de camera door de verblijfsruimtes van het monster dwaalt. Een sierlijk lang shot suggereert een bewondering die eigenlijk niet past bij de macabere beelden.
In het boekje bij de Blu-ray van het Britse label Network is onder meer te lezen dat Marlon Brando in eerste instantie was gepolst voor het monster. De veel minder beroemde theateracteur Hugh Armstrong vertelt in een interview over zijn ervaringen op de set. Hij mocht veel improviseren aangezien hij geen dialogen uit zijn hoofd hoefde te leren. Het monster communiceert met maar één tekstregel (Mind the doors!), vergelijkbaar met het enige woord in het vocabulaire van het simpele personage Hodor uit de serie Game Of Thrones.