De Bende Van Oss (André van Duren, 2011)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

bendevanoss

De Bende Van Oss vormt meer het decor dan het centrale onderwerp van de gelijknamige film. Centraal staat de bandeloze Johanna (Sylvia Hoeks), in Oss beter bekend als Johanna de Snol.

Het is 1938 en de jonge Johanna verruilt de lopende band van de vleesfabriek voor de tap van haar eigen café/restaurant. Ze probeert buiten de greep te blijven van criminele invloeden en weigert daarom het startkapitaal van bendeleider Wim de Kuyper (Marcel Musters). Een moedige stap in een stad waar misdaad een alledaagse bezigheid is. Ze financiert haar bedrijf door tussen het koken en de afwas door mannen in de slaapkamer te ontvangen. Dit geheel tegen de zin in van haar onlangs uit de gevangenis ontslagen echtgenoot Ties (Matthias Schoenaerts).

De invloed van de bende is onontkoombaar, want het café wordt snel een ideale ontmoetingsplek voor het lokale gespuis. Johanna wordt ongewild bij hun activiteiten betrokken als ze getuige is van de liquidatie van het hoofd van de marechaussee. Ontsnappen aan de bende is daardoor nog moeilijker. Dankzij Harry den Brock (Frank Lammers), die de criminele administratie bijhoudt en daarmee een explosief archief opbouwt, ziet de jonge vrouw toch een mogelijkheid aan het criminele milieu te ontkomen. Dat kan alleen door hun wetteloze methoden toe te passen, en dat maakt haar personage problematisch.

Vrijwel alle personages zijn van het slechte soort. Enkel in verhouding tot de rest van Oss vallen Johanna’s daden relatief mee. De bendeleider is een gewelddadige despoot, Johanna’s echtgenoot een drankverslaafde bruut, administrateur Harry een opportunistische lafaard en de hoofdagent (Theo Maassen in de rol van Bromsnor) laat zich in vrijwel al zijn scènes omkopen. Het kan nog erger, want de directeur van de vleesfabriek (een verwaarloosbare rol voor Pierre Bokma) mishandelt vrouwen in zijn privé-bordeel (een potsierlijke scène) en de pastoor (Jaap Spijkers) kan niet met zijn vingers van de misdienaren afblijven.

De enige beetje sympathieke Ossenaar is wielrenner Jan (Benja Bruijning). Hij snijdt in zijn eerste scène een vinger af om een sportfiets te financieren en droomt van een professionele carrière in Italië. Hij is vaste klant van Johanna en denkt dat zij met hem mee wil. Misschien draagt zij ook wel hun kind. Voor de vrouw is Jan echter weinig meer dan een strohalm in een moordcomplot. Johanna heeft bloed aan haar vingers en verspeelt daarmee het recht op een happy end.

De overheersende score van Het Paleis Van Boem (Gouden Kalf voor beste muziek) suggereert meer spanning dan op het doek zichtbaar is. Het gesproken woord is vaak minder goed te volgen. In de publiciteit op televisie werden alle Brabantse dialogen ondertiteld, maar in de bioscoop moeten we de teksten volledig op het gehoor ontcijferen. Zeker een vijfde van de dialogen is onverstaanbaar, want niet iedere acteur is het Brabantse accent machtig, terwijl anderen hun accent juist overdrijven, wellicht geïnspireerd door het succes van New Kids Turbo.

Tussen alle typetjes blijft Sylvia Hoeks overeind als een van zich af vechtende femme fatale. Frank Lammers’ ingetogen spel maakt Harry tragisch en ambigu, oftewel menselijk. De Bende Van Oss zou een betere film zijn geweest als Harry de focus van het verhaal was geweest. Met Hoeks in de hoofdrol vallen de overeenkomsten met Zwartboek te veel op.

4/10