Singer-songwriter Dan Stuart deed vrijdag Amsterdam aan als onderdeel van zijn Europese tournee. Amsterdamse optredens van de voormalige zanger van Green On Red beginnen een jaarlijkse traditie te worden. Bij die traditie hoort helaas ook een lagere publieksopkomst dan de Amerikaanse zanger verdient.
Tegen het einde van zijn optreden telde Dan Stuart nog even hoeveel mensen aanwezig waren in het zaaltje van Zaal 100. Tot zijn teleurstelling waren het er niet veel meer dan vijftien. In de jaren tachtig wist Stuarts band Green On Red meer mensen op de been te brengen, onder meer dankzij de ondersteuning van VPRO-radioprogramma’s De Wilde Wereld en Nozems-a-gogo. Na Green On Red trok de Amerikaanse muzikant zich jarenlang terug uit de muziekscene. Tegenwoordig woont hij in Oaxaca de Juarez, Mexico en verschijnt er weer met enige regelmaat solowerk op plaat.
In tegenstelling tot zijn vorige verschijning in Zaal 100, in maart 2015, was Stuart ditmaal niet in pak. De meer alledaagse outfit waar hij deze avond voor had gekozen was iets beter bestand tegen de hoge temperaturen die door zomerwarmte en felle zaallampen werden voortgebracht. Een ongedwongen presentatie verkleinde de toch al geringe afstand tussen uitvoerende artiest en publiek. Op zijn soloalbums, zoals The Deliverance Of Marlowe Billings uit 2012, wordt de zanger meestal omringd door een band. Tijdens de tournee had hij enkel Antonio Gramentieri (Sacri Cuori) mee als vaste begeleider. De Italiaanse gitarist sierde de eenvoudige akoestische akkoorden van Stuart op door elektrisch versterkte licks en solo’s toe te voegen. Waar nodig vulde hij refreinen aan met een tweede zangstem. Bij een van de solo’s kwam de Amerikaan zo dicht bij zijn kleinere kompaan staan dat deze telkens een paar stappen naar achteren moest doen. Geleidelijk werd Gramentieri op die manier richting nooduitgang gedirigeerd.
Bij het handjevol rockende nummers moest het publiek de bas en de drums er zelf bij bedenken. Een enkele keer werd ontbrekende percussie spontaan vanuit de zaal aangevuld zoals bij de bluesmeezinger Zombie For Love van Green On Reds album Here Come The Snakes (1988). Solowerk werd afgewisseld met songmateriaal van Stuarts oude band, van alcohollied Hair Of The Dog (1985) tot fluisterliedje Baby Loves Her Gun (1991). Het nieuwere materiaal bevatte liedjes over onder meer liefdesleed op latere leeftijd, de eenzame dood van een alcoholistische Hollywoodacteur en vijandige blikken tijdens een wandeling door een Mexicaanse stad. Bij dat laatste liedje mocht je jezelf in een film van Sam Peckinpah wanen.
In tegenstelling tot eerdere optredens liet Dan Stuart deze avond uitgebreide aankondigingen achterwege. Hij bewaarde zijn verhalen voor na de show toen hij zich tussen het overgebleven publiek mengde dat in de rook van Zaal 100-vrijwilligers aan de bar nog even na bleef praten. Zijn anekdotes uit de studio gingen onder meer over zijn ontmoeting met soulzanger Al Green die niet gesteld was op de aanwezigheid van Stuarts hond maar met wie hij wel gebroederlijk vanaf de studiobank naar CNN zat te kijken. Stuart had het zo naar zijn zin in Zaal 100 dat hij iedereen op een drankje trakteerde. Over zijn liedjes bleef hij nuchter. It’s just notes & shit, schreef hij op de achterkant van de lp die ik aan het eind van de avond aanschafte.