Concerten in OCCII: Marianna Maruyama & Hessel Veldman, Lucy Valentine, Gorgonzola Legs + eat-girls (23 + 26 januari 2025)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Mijn eerste weekend OCCII in 2025 begon vorige week al op donderdagavond met de presentatie van het cassette-album Salt van Marianna Maruyama & Hessel Veldman. Het eindigde zondag met een optreden van het trio eat-girls. Hieronder vind je een verslag in tekst en beeld.

Het eerste optreden op donderdag 23 januari was van experimentele muzikant Lucy Adlington a.k.a. Lucy Valentine uit Durham. Haar laatste album Vault Of Heaven (2023) is een multimediaproject met muziek voor kunstcollages waarbij de middeleeuwse representatie van het hemelse rijk vertaald wordt naar een wetenschappelijke benadering van objecten in kosmos. De hemels ingebeelde soundscapes op het album komen uit de mellotron, de oersampler uit de jaren zestig. De mellotron was donderdag niet meegenomen naar OCCII. In plaats daarvan werd een gitaar ingezet om hogere regionen te bereiken. Het zittend gespeelde optreden begon met lage drones, opgewekt door met een strijkstok heen en weer te gaan over de snaren. De noten en trillingen werden door middel van loops vermenigvuldigd zodat Lucy Valentine in haar eentje een band vormde die groter was dan Godspeed You! Black Emperor. Het stuk bouwde zich op via een crescendo waarin het geschraap van een mes over de snaren het effect teweegbracht van een stem die schreeuwend werd meegesleept door een lawine. Na een folk noir liedje volgde een slotdeel met bedreven gespeelde arpeggio’s die zowel links als rechts van mij werden vergeleken met het gitaarspel van The Durutti Column.

Lucy Valentine

Marianna Maruyama & Hessel Veldman presenteerden hun deze maand op het Belgische label Stroom uitgekomen cassette Salt, Veldman zittend achter zijn laptop en Maruyama met een notitieblok op de schoot. De teksten werden voorgedragen met een kalme, onbewogen dictie die soms maar net boven de begeleiding uitkwam. Er werd uiterste concentratie van de luisteraar vereist. Het werd gelukkig doodstil in OCCII. Ook het gefluister verstomde. Wat we hoorden waren gedichten of gedachten en dagboekfragmenten die klonken als gedichten. Het terugkerende thema in de teksten was de constante transitie van de eigen identiteit. None of us come from the places in which we live, wordt gezegd in Feeling Four. Veldman creëerde een mentaal landschap met in elkaar overvloeiende vertraagde geluiden waarvan de herkomst niet meer was te herkennen. Ze brachten me terug naar de soundscapes van David Lynch en Alan Splet voor de film Eraserhead (1977) die ik eerder in deze maand opnieuw had bekeken. Het album Salt is in mijn beleving de soundtrack voor een film waarin niet Henry Spencer het hoofdpersonage is, maar de vrouw die tegenover hem in de hal woont.

Gorgonzola Legs (Hessel Veldman, Herman te Loo en Gert-Jan Prins)

Na de kalmte van Marianna Maruyama & Hessel Veldman was het tijd voor de rusteloosheid van Gorgonzola Legs. Het IJmuidense experimentele muziekcollectief liet in de jaren tachtig van zich horen in kraakpanden en op enkele gerenommeerde podia en is sinds 2022 na ruim dertig jaar radiostilte weer actief. Geen optreden is hetzelfde en ook de muzikanten wisten niet hoe het concert in OCCII zou gaan verlopen. De vrije improvisaties hadden net zoveel verwantschap met jazz als met het kabaal dat een staalfabriek voortbrengt. Slagwerker Gert-Jan Prins bracht donderdag met drumstokken en gevonden voorwerpen eerder ruis voort dan ritmes. Er was meer cadans te bespeuren in het schrapen en schuren van gitarist Jos van Duijne. Herman te Loo blies beurtelings op de verschillende saxofoons en de basklarinet die hij als de gebroeders Dalton op een rijtje voor zich had gezet. Hessel Veldman voegde via gitaar en later de laptop effecten toe en liet waar nodig ook stiltes vallen om de muziek te laten ademen. Te Loo slingerde tussen het blazen door heel even wat boze teksten de zaal in (iets over een sultan of the sewer, meende ik te verstaan). Prins liet met elektronische instrumenten de speakers dreunen en vervormde zijn stem via de schelp van een koptelefoon die voor zijn mond hing. Het kwartet daagde ons niet alleen uit met volume maar ook wat betreft tijdsduur. Wanneer heeft een compleet vrije improvisatie zijn eindpunt bereikt? Het is een dilemma waar ook de luisteraar mee worstelt. Een paar keer dacht ik het perfecte einde te hebben gehoord, maar daar dachten de muzikanten anders over.


Thelma Cappello

Zondagavond 26 januari liep Thelma Cappello statig rondjes over de vloer van OCCII, omringd door het publiek. De zangeres en geluidsartiest uit Parijs had twee microfoons tegenover elkaar geplaatst waar ze beurtelings voor ging staan. Een van de twee was gekoppeld aan effectapparatuur. Cappello gebruikte haar stem als basis voor de composities. IJle zang werd aangevuld met Franse straatgeluiden, inclusief trams en sirenes. Met een paar draaien aan knoppen kon ze zichzelf tot een koor vermenigvuldigen. Het leek soms alsof de zangeres al dagdromend aan het neuriën was. Haar melodieën klonken als muzikale droedels en leverden in de eerste helft van het optreden mooie harmonieën op. De theatrale momenten konden mij minder bekoren. Het wisselen van schoeisel en het strooien met kleine notitiepapiertjes gaven de muziek geen meerwaarde. De afsluitende woordloze melodie leek wel heel erg op een schets van Vader Jacob.

eat-girls

Het debuutalbum Area Silenzio (2024) van eat-girls is een gevarieerde coldwave soundtrack voor een campy horrorfilm en ook geschikt als begeleiding bij een nachtelijk bezoek aan een spookhuis op een verlaten kermisterrein. De muziek komt langzaam op je af kruipen, zoals in On A Crooked Swing, of nerveus om je heen dansen. Hoge melodische partijen op basgitaar worden gespeeld met new wave effecten zoals we ze kennen van Joy Division en The Cure. Saints’ Discards kan zich vanwege de galm in de zang meten met het Friese trio The Homesick. Het nummer earthcore begeeft zich in dezelfde unheimliche sprookjeswereld als het Britse Pram. De drie bandleden zingen in het Engels, met uitzondering van Spaanstalige dansvloervuller Para Los Pies Cansados. De instrumentatie – met een ritmebox als aandrijfkracht – houdt de donkere jaren tachtig levend. Dat weerhield het piepjonge Franse trio uit Lyon er niet van om in OCCII heel opgewekt op het podium te springen. De meerstemmige koortjes vergrootten het feestgevoel. Het concert begon met liedjes in laag tempo en experimentele geluiden en mondde uit in het dansbare en door een sequencer extra opgezweepte A Kin waarin de gitaar als percussie-instrument werd gebruikt. Die afsluiter smaakte naar meer, maar meer kregen we niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *