Casanegra (Nour Eddine Lakhmari, 2008)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

casanegra

Casablanca ziet er kordaat stralend wit uit in handen van de regisseur Nour Eddine Lakhmari. De openingsscène doet een Marokkaanse versie van Trainspotting vermoeden. De rennende helden hebben voldoende aantrekkingskracht om als kijker een tijdje met hen mee op pad te willen. Casanegra maakt de belofte echter niet waar. Lakhmari probeert van weinig heel veel te maken door royaal te strooien met uitroeptekens – het liefst drie achter elke zin. De film sleept zich voort vanwege te veel aandacht aan tierende randfiguren en te lang uitgemolken taferelen.

Tekenend voorbeeld uit de beginfase: de werkloze Karim vraagt het jochie dat voor hem illegaal sigaretten op straat verkoopt of de buurtregisseur nog voor problemen heeft gezorgd. De middelbare man loop toevallig aan de overkant van de straat met over zijn neus een grote pleister. ‘Ik heb even met hem gepraat,’ verklaart Karim lachend en de kijker weet precies hoe de buurtregisseur aan die pleister is gekomen. Helaas meent Lakhmari dat we toch nog in een flashback getuige moeten zijn van de pak slaag. O-ver-bo-dig. Het einde van Casanegra is overigens een anticlimax – als je denkt dat er eindelijk iets gaat gebeuren, komt de aftiteling in beeld.