Borgman (Alex van Warmerdam, 2013)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

borgman1

Soms lukt het om in een film iets te zien dat niemand anders opvalt. Neem de scène uit Ober (2006) met de grote vogelkooi in het huis van ober Edgar (Alex van Warmerdam). De onfortuinlijke Edgar krijgt van een ongewenste bezoeker een dreun en valt met zijn hoofd tegen de vogelkooi aan. Terwijl hij op de grond ligt, vliegen de vogeltjes geschrokken rondjes achter hem, net zoals vogeltjes die in cartoons rond het hoofd vliegen wanneer een cartoonfiguur een flinke klap heeft gekregen. Het fragment komt kort voorbij in de trailer van Ober (0:55). Ik weet zeker dat Alex van Warmerdam dit Tom & Jerry-effect voor ogen had, maar tot nu toe ben ik niemand tegengekomen die zich het moment kan herinneren en deze gedachte deelt. Borgman opent met een close-up van een blaffende hond. Ik ben waarschijnlijk de enige die meteen moet denken aan de leeuw die speelfilms en cartoons van MGM brullend aankondigt. Waar heel veel mensen wel aan moeten denken bij het zien van Van Warmerdams nieuwste film is Funny Games (1997/2007) van Michael Haneke.

Alex van Warmerdam had ik nooit eerder in verband gebracht met Michael Haneke, maar na het zien van Borgman is de vergelijking onontkoombaar. Stilistisch zijn de verschillen groot, maar de overeenkomsten tussen Borgman en Funny Games zijn te opvallend om te negeren. De kleinste overeenkomst betreft de gebroken eierschalen. De grootste overeenkomst is evident: in beide films hanteren de filmmakers horrorconventies en spelen onbekenden een macaber spel met een welvarende familie in en rondom een afgezonderd huis. De binnendringers hebben de regie volledig in handen. Ze spelen het spel niet voor eerst en hebben door de jaren heen een strikte systematiek ontwikkeld waar niet van wordt afgeweken. De daders zijn net zo emotieloos als de buitenaardse wezens in Invasion Of The Body Snatchers (1956 en 1978). Een precieze motivatie blijft buiten beschouwing. In roemruchte films als The Last House On The Left (Wes Craven, 1972) en House At The Edge Of The Park (Ruggero Deodato, 1980) zijn de binnendringers gedreven door bloeddorst en lust. Daar is in Borgman geen sprake van. Alleen in Funny Games lijken de twee jongemannen af en toe lol te hebben in de gevolgen van hun wandaden.

Borgman begint waar een doorsnee vampierfilm zou eindigen. Een predikant en een select gezelschap bereiden zich voor op een laatste confrontatie met het kwaad. Ze trekken het bos in, onder meer gewapend met spietsen waar harten mee doorboord kunnen worden. Ze jagen Camiel Borgman (Jan Bijvoet) en zijn handlangers uit hun holen alsof het vossen zijn. Een film van Van Warmerdam kan niet zonder honden of hondachtigen. Behalve de blaffende hond aan het begin van de film wandelen later een paar honden een paar keer het verhaal binnen. Het zijn sierlijke hazewinden in plaats van de rottweilers of dobermanns die normaal gesproken Dracula flankeren in zijn kasteel. Na een korte omzwerving klopt de opgejaagde Camiel Borgman aan bij zijn volgende slachtoffers: Marina (Hadewych Minis) en Richard (Jeroen Perceval) en hun drie jonge kinderen. Het gezin heeft een welgesteld leven in hun afgelegen woning. Richard laat hardhandig weten dat daar voor vreemdelingen geen plaats is. Marina ontfermt zich in het geheim over de gewonde Borgman en biedt hem een schuilplaats aan in het tuinhuisje. De zonderlinge bezoeker nestelt zich vervolgens als een parasiet in hun bestaan en beïnvloedt Marina’s gedrag door haar dromen te manipuleren.

Gedreven door nachtmerries legt Marina de vreemdeling niets in de weg en staat ze de ondergang van haar onbezorgde, beschermde leven bewust toe. De vrouw voelt zich niet alleen schuldig over wat haar man Borgman heeft aangedaan, maar gelooft ook dat ze geen recht heeft op een gelukkig bestaan, omdat elders in de wereld mensen lijden. Vanwege dit onrecht vindt ze dat zij en haar gezin straf verdienen. Ze deelt deze drang tot zelfdestructie met de personages uit Michael Haneke’s speelfilmdebuut Der Siebente Kontinent (1989). In die film besluit een gezin de leegte van hun westerse leven achter zich te laten door collectief zelfmoord te plegen. Ze hebben daar geen hulp van buitenaf bij nodig.

Het gezin staat in het werk van beide regisseurs vaker onder hoge druk. Bij Haneke is dat bijvoorbeeld vanwege de onmogelijkheid tot communiceren (Code Inconnu, 2000), de gevolgen van de Apocalyps (Le Temps Du Loup, 2003), een verborgen verleden (Caché, 2005) of aftakeling door ouderdom (L’Amour, 2012). Met die laatste film heeft Borgman de terugkerende nachtmerries gemeen. Bij Van Warmerdam vormen de families in Abel (1986), Kleine Teun (1998), Ober en De Laatste Dagen Van Emma Blank (2008) ook niet bepaald knusse warme nesten. Waar in Abel nog sprake is van een psychologische strijd, monden de conflicten in De Laatste Dagen… uit op bloederige confrontaties. Het geweld is er in Borgman niet minder op geworden. De film is daarmee de meest compromisloze in het oeuvre van Van Warmendam. Waar de Nederlandse en Oostenrijkse regisseur het meest in verschillen is hun gevoel voor humor. Die is bij Haneke non-existent en bij de Nederlander gitzwart.

Alex van Warmerdam weet dankzij zijn unieke vertelstijl de horrorclichés te vermijden. De Nederlandse filmmaker doet dat onder meer door zijn acteurs volzinnen te laten uitspreken die normaal gesproken alleen op papier werken. Dat die zinnen toch zonder probleem uit de monden van de acteurs rollen, geeft de film een droogkomisch absurd effect. Het absurdisme geldt ook het onverwachte moment waarop Van Warmerdams achtergrond als muziektheatermaker naar voren komt. Het huis van Marina en Richard is de centrale locatie en als een theaterdecor speciaal gebouwd voor de film. De voorgevel lijkt op een solide vesting, maar via de achterkant van het huis kan het kwaad kinderlijk eenvoudig naar binnen. De grote boze wolf hoeft niet hard te blazen om het huis omver te krijgen.

Borgman is een donker sprookje en net zo wreed als de sprookjes die de gebroeders Grimm hebben opgetekend en die Camiel Borgman vertelt aan de kinderen vlak voordat ze gaan slapen. Wrede sprookjes zijn nodig om een mens te sterken in het harde bestaan.

8/10