Vanwege mijn zoektocht naar films met actrice Linda Manz bestelde ik via de VS een exemplaar van Boardwalk. Deze onbekende kleine Amerikaanse film heeft met Ruth Gordon, Lee Strasberg en Janet Leigh gerenommeerde namen op de poster staan. Op papier is er geen gebrek aan talent, maar regisseur Stephen Verona weet er geen raad mee.
[Spoilers]
Stephen Verona had tot aan Boardwalk geen opzienbarende carrière. Hij regisseerde eerder een vroege film van Sylvester Stallone en het in vergetelheid geraakte acteerdebuut van soulzangeres Gladys Knight. Samen met Leigh Chapman (scenarist van onder meer actiefilm Dirty Mary Crazy Larry uit 1974) schreef hij het verhaal over het gelukkig getrouwde Joodse echtpaar David en Becky Rosen in Brooklyn, hun familiecafetaria en de verloedering in hun wijk.
David en Becky worden gespeeld door Lee Strasberg en Ruth Gordon. Ruth Gordon (1896-1985) is bij het grote publiek bekend vanwege haar met een Oscar bekroonde bijrol als de sinistere buurvrouw in Rosemary’s Baby (1968) en de excentrieke Maude in de komedie Harold and Maude (1971). Lee Strasberg (1901-1982) was de befaamde directeur en leraar van de Actors Studio. Hij doceerde method acting aan onder anderen James Dean, Marilyn Monroe, Jane Fonda, Ellen Burstyn, Paul Newman, Dustin Hoffman en Jack Nicholson. Strasberg had weinig tijd om zelf in films te acteren. IMDb verbindt zijn naam aan slecht tien titels waarvan The Godfather: Part II (1974) en …And Justice For All (1979) met leerling Al Pacino de twee hoogtepunten zijn.
De aandoenlijke onderonsjes van Strasberg en Gordon zijn de enige lichtpunten in Boardwalk. Beide acteurs weten aannemelijk te maken dat David en Becky al bijna vijftig jaar lang een hecht huwelijk hebben. Ze liggen nog steeds in bed als een verliefd pasgetrouwd stel. Gordons weide gebaren worden voldoende gecompenseerd door Strasbergs meer bescheiden spel. Dochter Florence (Janet Leigh) beheert samen met haar broers Davids cafetaria op een levendig kruispunt in Brooklyn. Ze bezoeken in hun vrije tijd graag hun ouders om bij te komen op de bank. Er komen meer familieleden in beeld, maar hoe de relaties precies in elkaar zitten maakt de film niet helemaal duidelijk. Een van de aangetrouwde vrouwen komt op een gegeven moment aangedaan close-up in beeld zonder dat we weten hoe ze heet.
Het vredige stadsleven wordt bedreigd door een bont uitgedoste jeugdbende met voornamelijk gekleurde leden. Linda Manz speelt de zwijgzame Girl Satan, het enige blanke lid van de bende. In de hele film heeft ze bij elkaar slechts vijf woorden tekst. Haar rol is volledig te verwaarlozen en kan gerust decoratief genoemd worden. Alle bendeleden heten Satan, behalve de Afro-Amerikaanse leider Strut (Kim Delgado). Hij wordt ingezet als het cliché van de zwarte dreiging. Zijn schreeuwende manier van acteren zou lachwekkend zijn geweest als zijn bijdrage geen racistische ondertoon had. Elke keer als hij met zijn kornuiten in beeld komt klinkt op de soundtrack muziek als uit een horrorfilm. De bendeleider lijkt gemotiveerd door antisemitisme, want hij richt zich uitsluitend op mensen van joodse komaf en sloopt het interieur van een synagoge.
Boardwalk mist het gevoel van eenheid vanwege een fragmentarische opbouw en het toevoegen van afleidende zijpaden. Veel scènes in de eerste helft van de film zijn los zand en bestaan uit banale dialogen die bedoeld zijn als sfeertekening. Ze lijken op outtakes van een soapopera en volgen elkaar op zonder dramatische ontwikkeling. Het drama wordt meerdere keren op geforceerde wijze door de stereotype jeugdbende aan het verhaal toegevoegd. De bende is de enige bedreiging in het bestaan van David en Becky, maar blijkbaar komt niemand op het idee om iets tegen de groep te ondernemen. Na brandstichting in het cafetaria op klaarlichte dag weigert David aangifte te doen. In plaats daarvan vertelt hij de brandstichter in welke straat hij woont. Dat is vragen om problemen en die krijgt hij ook.
De toch al zo verbrokkelde centrale verhaallijn over David en Becky wordt langdurig terzijde geschoven voor de avontuurtjes van kleinzoon Peter (tv-acteur Michael Ayr). Deze muzikale krullenbol versiert op straat een knappe blonde vrouw (Forbesy Russell) met wie hij thuis ruzie krijgt omdat ze niet meteen met hem naar bed wil. Vreemd genoeg gaat ze toch een relatie met hem aan waarvan we het vroegtijdige einde uiteindelijk niet te zien krijgen. Het verhaal wordt ook opgehouden door een optreden van Peter met zijn band in een New Yorkse rockclub.
Het bejaarde echtpaar krijgt naast de jeugdbende in de tweede helft van de film ook te kampen met de ernstige ziekte van Becky. Ze voelt een hevige pijn in haar zij en spoedt zich naar een waarzegster in plaats van naar de dokter. Ze wil haar ziekte geheim houden, maar David komt er al snel achter, zeker wanneer Becky met de ambulance naar het ziekenhuis moet. Voordat de scène in het ziekenhuis op gang komt, wordt het verhaal onderbroken door een liedje van Peter dat hij in de studio aan het opnemen is.
Het mislukken van Boardwalk kan voor het merendeel aan Verona’s vlakke regie en het zwakke scenario worden toegeschreven. De acteurs hebben weinig materie om inspiratie uit te halen. Boardwalk werkt toe naar een totaal ongeloofwaardige finale. Als de bende opnieuw in het huis van David toeslaat en de modeltreintjes van de verse weduwnaar vernielt, is het geduld bij de oude man op en blijkt hij opeens over superkrachten te beschikken. Hij overmeestert de bendeleider op de promenade en wurgt hem terwijl de overige bendeleden staan toe te kijken alsof het om een potje amateurvoetbal gaat. Boardwalk eindigt als de wraakfilm die het misschien de hele tijd had willen zijn.
2/10