Arbitrage en Broken en de verschillende accenten van Tim Roth

Facebooktwitterpinterestlinkedin
Arbitrage

Arbitrage

In welke film voelt acteur Tim Roth zich het meest thuis, is het de Amerikaanse thriller Arbitrage of het Britse drama Broken?

Als je een thriller maakt en je hebt geen tijd om lang te zoeken naar een geschikte bad guy, richt je focus dan op de financiële wereld. Keuze te over. Neem de rijke zakenman Robert Miller (Richard Gere) uit New York. Zijn leven in Arbitrage (Nicholas Jarecki, 2012) is gestoeld op leugen en bedrog, zowel zakelijk als privé. Zonder medeweten van zijn collega’s (onder wie zijn dochter en zoon) pleegt hij miljoenenfraude om een Russische mijn te kopen en daarna zijn bedrijf voor veel geld van de hand te doen. Ook in de liefde is hij een bedrieger. Als hij niet thuis of op kantoor zit, brengt hij zijn tijd door bij een jonge kunstzinnige Franse minnares (Laetitia Casta).

Millers leugenachtige leven is een virus dat ook goed bedoelende mensen besmet, zoals de zoon van een bevriende overleden zwarte werknemer, die door de zakenman na een dodelijk ongeluk in vertrouwen wordt genomen, en de detective (Tim Roth) die Millers criminele pad kruist. Het kwaad heeft zich zo diep in de samenleving geworteld dat geen antivirus meer weerstand lijkt te bieden. Het virus is iedereen telkens te slim af.

Tim Roth probeert in de weinig ruimte die hem geboden wordt het kwaad tegenspel te geven. Helaas maakt hij te veel gebruik van maniertjes. Zijn aangemeten Amerikaans accent is net iets te dik aangezet en hij laat zijn schouders overdreven slungelig hangen. Hij is een typische filmdetective – eentje die op kantoor lijkt te slapen, zonder eigen huis, zonder familie, zonder hobby’s en met een zeer beperkte garderobe. Aan zijn lichaamshouding is te zien dat detective Roth niet tegen de sluwe kille Richard Gere is opgewassen.

Broken

Broken

Tim Roth is beter op dreef als advocaat Archie in Broken (Rufus Norris, 2012). Hij heeft in de rol van familieman meer ruimte om zijn personage uit te bouwen en lijkt vooral bij zichzelf te blijven. In tegenstelling tot Arbitrage zien we hem juist nooit op kantoor. De gescheiden vader woont met zijn puberende dochter Skunk (een tintelend naturel debuut van Eloise Laurence) en zoon in een doodlopende straat in een anonieme buitenwijk. De huizen staan in een semicirkel, zodat iedereen in staat is bij de buren door de ramen naar binnen te kijken.

In tijden van conflict treedt Archie op als de kalme intermediair. Zijn Nemesis is ditmaal een onberekenbare weduwnaar met drie ontspoorde dochters. Helaas laat de film Roth in de finale in de steek. Zelden heb ik zoveel drama op zo weinig vierkante meters meegemaakt. In het begin is de opeenstapeling van conflicten redelijk geloofwaardig, maar naarmate de ellende systematisch toeneemt, vraag je je steeds meer af waarom de rijdende rechter niet in de eerste tien minuten langs is gekomen om orde op zaken te stellen.

De weduwnaar en zijn dochters zijn overdreven onredelijk. Toch moeten we van de filmmakers aan het eind van de film geloven dat ze wel degelijk in staat zijn om tot inkeer te komen. Het grootste slachtoffer van het ontspoorde gezin is simpele overbuurjongen Rick (Robert Emms). Hij is vooral slachtoffer van een script dat is opgebouwd aan de hand van de wet van Murphy. Wat begint als een aardige coming of age film eindigt in een opeenstapeling van fatale misverstanden, waarbij Tim Roth uiteindelijk alleen maar aan de zijlijn kan toezien, en de bioscoopbezoeker met hem.

Arbitrage 7/10 | Broken 6/10