The Shaman (Raditya Sidharta, 2008)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

shaman02

The Shaman wordt tijdens het International Film Festival Rotterdam in Cinerama 6 aangekondigd als een van de horrorfilms die wekelijks in Maleisië van de lopende band rollen. Volgens de presentator betekent dat (1) dat horror leeft in Maleisië en (2) dat zo’n snel filmproces vakmanschap toont. Daarbij vergeet hij (3) dat de producties ogen als routineus afraffelwerk waarbij vanwege tijdsdruk plotgaten en onwaarschijnlijke plotwendingen eerder regel zijn dan uitzondering.

[Spoilers] The Shaman is een zotte mix van traditioneel bijgeloof, martelhorror à la Hostel en een exotische thriller over illegale orgaanhandel. Na een proloog waarin een gemaskerde beul ’s nachts in het oerwoud enkele jeugdige toeristen afslacht en bij een van hen een oog uitrukt, begint het verhaal bij de aankomst in de rimboe van de wel heel erg jonge en als playboy ogende dokter Rian (Oka Antara). Hij komt de lokale bevolking medisch terzijde staan en bivakkeert in de door groen overwoekerde paalwoning van zijn afwezige ouders en grootouders. Van zijn moeder heeft hij een eeuwenoude familiekris meegekregen. Deze traditionele dolk is beschermd verpakt in een antiek doosje. Zijn gids vertelt voor zijn vertrek dat de dokter ’s nachts de bospaden moet zien te vermijden, want daar is het niet pluis.

Dr. Rian wordt tijdens zijn reis en zijn verblijf gevolgd door een spookverschijning met een bloedende oogkas. Het dorpshoofd ziet de komst van de jonge dokter niet zitten, aangezien hij ooit zijn zieke vrouw verloren heeft en sindsdien de medische wetenschap niet meer vertrouwt. Zijn dochter Lila (Farah Debby) ziet de dokter wel zitten. De andere belangrijke man in het dorp is de sjamaan uit de filmtitel. De jonge dokter treft op de eerste werkdag zoveel patiënten aan met onverklaarbare littekens in hun zij dat hij de sjamaan verdenkt van duistere praktijken. Boos komt hij bij de oude man verhaal halen.

Als de zon ondergaat blijkt de goede raad van de gids geen overbodige luxe, want ’s nachts worden meerdere dorpsbewoners van het bospad geplukt en anders vallen ze, zoals de gids zelf, bloedend uit hun hoofdholtes tegen de grond. Van verdere paniek is in het dorp overigens geen sprake. Ze zijn blijkbaar wel wat gewend of misschien zijn ze te veel betoverd door de sjamaan en zijn handlangers om iets te kunnen merken.

Rians oude vrienden Deni en Hasan arriveren. Hun aankomst zal niemand ontgaan, want de druktemakers stellen zich vanaf hun eerste scène ongelooflijk aan. Een jochie met katapult ziet hen aan en denkt er het zijne van. Deni (Kemal Vivaveni), de dikke van de twee, heeft het opzichtig heel erg warm, wat hij laat merken door constant aan zijn T-shirt te schudden. Hij wordt eenmaal door het spook opgeschrikt onder de dekens, waarna het spook via de achterdeur afgeserveerd wordt.

Tijdens een wandeling door het oerwoud, vergezeld door de schone Lila, duwt de dikke Deni per ongeluk de dokter over de rand van een lager gelegen stuk grond. Op de bodem vinden ze de achtergelaten tenten van de studenten die twee jaar eerder spoorloos zijn verdwenen (zie proloog). In een van de tenten vinden ze een videocamera. Even verderop ligt een half verborgen huis waar toevallig net de gemaskerde beul heen en weer loopt. Het blijft onduidelijk waarom die beul zelfs gemaskerd blijft op een plek waar niemand hem zomaar zal tegenkomen. Is hij met het masker op geboren? De drie vrienden zetten het op een lopen.

shaman01

Terug in het tijdelijke woonvertrek van de dokter bekijken dr. Rian en Hasan de inhoud van de video die nog in de camera zit. Waarom de sjamaan en de beul deze spullen indertijd zelf niet gevonden en vernietigd hebben blijft onduidelijk. Hoe het komt dat de videocamera na twee jaar verblijf in de woeste natuur nog steeds functioneert, vertelt de film ook niet. De twee jongens zijn geschokt door wat ze te zien krijgen. Je zou denken dat ze vervolgens alarm gaan slaan door desnoods via hun mobieltje een nabije politiepost te bellen. Zo niet deze twee jongens. De dokter gaat vrolijk lachend een onbezorgd dagje varen met Lila en Hasan gaat helemaal in zijn eentje terug naar het verborgen huis dat opeens blijkbaar zonder enige moeite is terug te vinden. Dat is natuurlijk geen slimme actie van Hasan.

Aan het eind van de dag wordt Lila ontvoerd en weten dr. Rian en dikke Deni ternauwernood aan de belagers te ontkomen. De twee overgebleven jongens gaan poolshoogte nemen bij het verdachte huis en ontdekken daar een folterkelder met internet. Jawel, internet, ook al is nergens een stroombron te ontdekken. Ze worden overmeesterd door de met pistool gewapende sjamaan en de beul. De dokter wordt vastgeketend en Deni meegesleept naar een operatiekamer. Op miraculeuze wijze weet de dokter zich los te wrikken uit zijn ketens. Hoe miraculeus wordt helaas niet getoond, want het ene moment zit hij vast en het andere moment loopt hij gewapend met een dunne buis vrij rond door de keldergangen. Hij wordt gesnapt door de beul en moet de grote man van zich af zien te slaan.

De kijker weet dat de dokter de scherpe, eeuwenoude kris in zijn achterzak heeft zitten, maar het duurt heel lang voordat hij op het idee komt deze te gebruiken. Eerst probeert hij het met rake klappen, daarna met het pistool van de sjamaan (geen idee hoe hij daar aan komt) en dan pas grijpt hij naar zijn kris. Het mag niet baten. De beul lijkt de overhand te hebben. De manier waarop de dokter toch overwint levert een onbedoelde bulderlach op in Cinerama 6. Als een duiveltje uit een doosje (of beter gezegd: als een kleine god uit de machine) verschijnt het eerder genoemde jochie met de katapult in de deuropening en schiet hij als een welgetrainde David de gemaskerde Goliath in één keer tegen de vlakte, waarna het jochie weer verdwijnt en nooit meer in de film zal terugkeren.

De dokter treft zijn dikke maatje aan op de operatietafel. Een bloedende lever steekt uit de zij van het kermende slachtoffer. De twee strompelen de kelder en het gebouw uit en weten zowaar een lift te regelen bij een voorbijrijdende auto. Het afgelegen gebouw blijkt dus helemaal niet zo afgelegen. Maar goed. In het ziekenhuis wordt Deni nipt gered. Dokter Rian wandelt door de ziekenhuisgang en vangt een gesprek op tussen de sjamaan en een corrupte ziekenhuisarts. De twee hebben ruzie over het al of niet leveren van illegale donororganen. Rian steelt een verdovingsmiddel, verdooft de sjamaan, bindt hem vast op een verlaten operatietafel en probeert met hulp van marteling een bekentenis aan de sjamaan te ontlokken. Heel toevallig heeft hij een cassetterecorder bij de hand. De sjamaan breekt en vertelt alles. Nu kan de dokter met het bewijs naar de politie, zou je denken, maar nee, op dramatische toon roept hij uit nooit zo slecht te zullen worden als de sjamaan. Hij spreekt zich direct tegen door de sjamaan met de kris dood te steken. De opgenomen bekentenis is nu weinig meer waard. In het slotbeeld loopt Rian met gebogen hoofd de mist in, de toeschouwer met vele vragen achterlaten, waaronder de vraag hoe het nu met de ontvoerde Lila gaat.