Biutiful (Alejandro González Iñárritu, 2010)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

biutiful

Sinds zijn breuk met scenarist Guillermo Arriaga vertelt de Mexicaanse regisseur Alejandro González Iñárritu zijn verhalen voortaan zonder mozaïekstructuur. In plaats daarvan introduceert hij in Biutiful een mozaïekpersonage. Menselijke eigenschappen en belevenissen die vroeger werden gedeeld door meerdere personages, worden nu samengebundeld en vertolkt door één acteur: Javier Bardem.

Hoofdpersoon Uxbal is in eerste instantie een familieman, een zoon van een lang geleden overleden vader, broer van de louche Tito (Eduard Fernández) en vader van jonge dochter Ana (Hanaa Bouchaib) en zoontje Mateo (Guillermo Estrella). Hij moet de kinderen zelf opvoeden en naar school brengen, want moeder Marambra (Maricel Álvarez) is manisch depressief en vaak langdurig van huis. In het openbare leven in Barcelona houdt Uxbal zich bezig met onwettelijke praktijken: hij bemiddelt tussen Chinese mensenhandelaren en een frauduleuze bouwondernemer en tussen dezelfde Chinezen en illegale Afrikaanse straatverkopers. Om de Afrikanen zoveel mogelijk hun gang te laten gaan, geeft hij een agent steekpenningen.

Uxbal is boef en heilige tegelijk en helpt, wanneer de nood aan de man is, een enkele illegale Chinees en Afrikaan aan een bijbaantje of een dak boven het hoofd, zonder daarvoor een vergoeding te vragen. Zijn lichaamstaal wekt de suggestie dat hij alle last van de wereld op zijn schouders draagt. Naast deze last lijdt Uxbal aan een terminale ziekte en is hij, als klap op de vuurpijl, een helderziende. Die laatste eigenschap levert een paar mooie plaatjes op, maar is echt te veel van het goede en doet Biutiful overhellen richting het absurde. Dat de film desondanks niet volledig ontspoort, heeft alles te maken met de balans die Bardem weet te aan te brengen tussen het ingehouden en rusteloze van het karakter dat hij speelt. Dankzij hem is Uxbal niet het fragmentarische personage dat je gezien al zijn functies zou verwachten.

Samen met de mozaïekstructuur is ook de non-lineaire vertelstructuur bij het grofvuil gezet. Het verhaal verloopt in chronologische volgorde, al had ik af en toe het gevoel dat de baardgroei van Javier Bardem iets minder synchroon verloopt. Heden en hiernamaals vormen het kader van de raamvertelling en nemen het volledige brede bioscoopscherm in beslag. Alle andere gebeurtenissen worden gevangen binnen een verkleind kader. Het nadeel van een raamvertelling is, dat de cirkel rond gemaakt wordt en de suggestie wordt gewekt dat het leven een afgerond verhaal is. Voor de kijker blijft weinig te raden over. Hoe irritant een dergelijke methode eigenlijk is, viel me weer op toen ik een dag later eindelijk het veel betere Tournée van acteur/regisseur Mathieu Amalric in de bioscoop zag. Bij Tournée word je geleid door het ritme van de gebeurtenissen en niet door een uitleg over die gebeurtenissen. Amalric biedt veel ruimte voor interpretatie en houdt het einde open. Iñárritu wil zoveel mogelijk vragen beantwoorden en dwingend duiding geven, terwijl films juist het meest prikkelen als ze het oordeel aan de kijker over laten. Als hij zijn neiging tot boodschapperig engagement had weten te onderdrukken, was Biutiful een betere film geweest.

6/10