Rubber (Quentin Dupieux, 2010)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

rubber

Rubber verwijst naar veel films (o.a. Scanners, The Hills Have Eyes, Duel, The Hitcher, Psycho, Rear Window, Vanishing Point), maar verwijst toch voornamelijk naar zichzelf.

Voordat de rubberen band uit de titel in beweging komt, verbreekt een als politieagent verkleedde filmkenner de vierde muur om ons te vertellen dat Rubber een film is als ode aan de zinloosheid. Wij, de kijkers, worden vertegenwoordigd door een publiek bestaand uit een dwarsdoorsnede van het Amerikaanse volk. Turend door verrekijkers volgen zij de avonturen van een uit zichzelf rollende, bloeddorstige telekinetische autoband (in de credits heeft hij de naam Robert) die uit het woestijnzand overeind komt, over het asfalt rolt en een spoor van lijken achter zich laat. Als hij uitrust in een motelkamer, kijkt hij het liefst naar de live-uitzending van de Formule 1.

De film blijft doorgaan, omdat wij blijven kijken. Even denkt de man in het politiepak dat er geen kijkers meer zijn en wil hij zijn co-acteurs bedanken voor hun inzet, terwijl de agenten en agentes geen idee hebben dat ze acteurs zijn. Zelfreflectie is de rode draad van de film en ook dat thema wordt bespot, in een scène waarin de autoband zichzelf gade slaat in de spiegel. Rubber is een mooi voorbeeld dat navelstaren best grappig kan zijn, zolang het niet langer duurt dan vijf kwartier.

7/10