Chanteuse Nico als actrice: Strip-tease (1963) en La Cicatrice Intérieure (1970)

Facebooktwitterpinterestlinkedin
Nico in Strip-tease

Nico in Strip-tease

Nico (1938-1988) is vooral bekend van het eerste album van The Velvet Underground en als zangeres van sombere statige ballades waarbij ze zichzelf begeleidt op harmonium. Avontuurlijke muziekliefhebbers moeten zeker haar albums The Marble Index (1969) en Desertshore (1970) opzoeken. Filmkenners hebben haar wellicht voorbij zien komen in Federico Fellini’s La Dolce Vita (1960) en de experimentele film Chelsea Girls (1966) van Andy Warhol en Paul Morrissey. Onlangs verschenen op dvd twee films met Nico in de hoofdrol. Kan de zangeres eigenlijk wel acteren?

Les Yeux Sans Visage

Les Yeux Sans Visage

Nico heeft net zoveel acteertalent als de Venus van Milo armen heeft. Haar marmeren gezicht straalt minder emotie uit dan het masker dat actrice Edith Scob draagt in Les Yeux Sans Visage. Ze kijkt haar tegenspelers nauwelijks aan en lijkt haar teksten te lezen vanaf de autocue. Ze kan niet dansen, maar speelt toch een danseres die vanwege vriendjespolitiek een hoofdrol aan zich voorbij ziet gaan bij een balletproductie. Uit financiële noodzaak neemt ze een baantje aan als stripper. Haar houterige mimiek inspireert de clubbaas tot het verzinnen van een act waarbij Nico een pas de deux uitvoert met een houten marionet. Tot dan toe is Strip-tease (Jacques Poitrenaud, 1963) een aardige curiositeit.

De verveling slaat toe wanneer de danseres een relatie aangaat met een zouteloze playboy (debuut van Jean Sobieski, vader van actrice Leelee Sobieski). De film is daarmee weinig meer dan een verplichte doorbijter voor fans van Nico en Serge Gainsbourg. Die laatste tekende voor de soundtrack en is heel even in een nachtclub achter de piano te zien. Jazzpianist Joe Turner speelt een belangrijkere bijrol.

Nico in La Cicatrice Intérieure

Nico in La Cicatrice Intérieure

Liefhebbers van Nico de chanteuse zullen meer plezier beleven aan haar werk voor regisseur en toenmalige partner Philippe Garrel. Haar Teutoonse liederen, kaal begeleid op harmonium, vormen een perfecte soundtrack bij de overweldigende, intimiderende, onherbergzame landschappen in La Cicatrice Intérieure (The Inner Scar) uit 1970. Nico en Garrel zijn bij aanvang de enige levende zielen in het woestijnzand. Een 360º draaiende camera toont aan dat aan geen enkele horizon ander leven valt te ontdekken. Nico zit roodharig en vredig in de zon, totdat Garrel haar zwijgend oppikt en meeneemt.

In de volgende scène kan Nico slechts wanhopig schreien. Ze klinkt ontroostbaar en misschien huilt ze wel echt. Haar eventuele redding is een blote prins op een witte pony. De vreemdeling spoelt in zijn bootje aan op het woestijnstrand en rijdt en rent voorbij koude heuveltoppen, schroeiend lava, een waterval en ijsvlakten. Hoe dichter hij bij Nico komt, hoe verder weg een mogelijke toenadering lijkt. Zijn pogingen worden bruusk onderbroken als na een uur de film onverwachts op zwart gaat. Aan de kijker om vervolgens conclusies te trekken. De een zal het pretentieuze quatsch vinden (en misschien is het dat ook), terwijl de ander in La Cicatrice Intérieure op zijn minst een intrigerende, uitgebreide videoclip ziet bij Nico’s album Desertshore. De hoesfoto, met Nico’s zoontje Ari voor het paard uitlopend, is een still uit de film.

Strip-tease 5/10 | La Cicatrice Intérieure 7/10