Woody Allen: A Documentary (Robert B. Weide, 2012)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

woodyallen

De eerste Woody Allen die ik in de bioscoop zag, was waarschijnlijk Stardust Memories (1980), een van de minst geliefde films uit Allens oeuvre. De flop kwam een jaar uit na het door velen omarmde Manhattan, een film waar de maker vreemd genoeg zelf juist met gemengde gevoelens op terugkijkt, zoals blijkt uit Woody Allen: A Documentary.

Stardust Memories wekte bij mij interesse op voor Federico Fellini en versterkte mijn voorkeur voor eigenwijze cinema, vooral in zwart/wit. Woody Allen werd vanaf dat moment een jaarlijkse gewoonte. Tussen de schoolverplichtingen door probeerde ik elke nieuwe Allen uit, door de polder fietsend naar de dichtstbijzijnde bioscoop: de Harmonie in Alkmaar, of een paar straten verder in het Victoria Theater aan de Langestraat. In Alkmaar zag ik zijn beste films uit de jaren tachtig: Zelig, The Purple Rose Of Cairo, Hannah and Her Sisters en Radio Days.

Crimes and Misdemeanors is misschien wel zijn Allens film, omdat hij daarin zijn twee sterkste troeven het beste weet te vermengen: het stellen van de grote vraagstukken des levens (de dood en andere eindige zaken) en humor. Moralisme met een paar goede grappen in plaats van een opgestoken vinger. Allens komedies uit de jaren zeventig huurde ik op video aan de Laat in Alkmaar, een half uur fietsen van huis, omdat in de kop van Noord-Holland verder geen fatsoenlijke videotheek was te bespeuren, dus ik had geen keus, ook niet als ik de film een dag later terug moest brengen en het met bakken uit de hemel kwam. De serieuze films September en Another Woman sloeg ik over, misschien ook omdat de studietijd was aangebroken en ik even geen tijd had voor Woody Allen of voor welke film dan ook.

Terugdenkend aan zijn werk komen ook herinneringen terug aan bioscopen die niet meer bestaan. Bioscoop Victoria stopte in 1985 en is tegenwoordig een schoenenwinkel. Mighty Aphrodite (1995) was mijn eerste Allen in Amsterdam, waarschijnlijk in Alfa, het pand naast De Balie waar nu een bank gevestigd is, of anders op de plek waar Van den Ende een paar jaar geleden zijn theater heeft neergezet. Kijken naar Woody Allen: A Documentary is als bladeren door een fotoalbum – een nostalgische activiteit waarbij je niets nieuws zult ontdekken en glimlacht bij de goede herinneringen die boven komen drijven.

Aan het schaterlachen te oordelen van bezoekers vanochtend in een goed gevulde zaal 2 van EYE, hebben de meeste van hen nog heel wat in te halen. Als je niets van Woody Allen kent, heb je minstens veertig films te gaan. De regisseur heeft zoveel films gemaakt, dat in de documentaire niet bij alle wetenswaardigheden wordt stilgestaan, zoals het feit dat enkele later beroemd geworden acteurs vroeg in hun carrière in een film van Allen hebben gespeeld: Sylvester Stallone als Subway Thug #1 in Bananas (1971), Sharon Stone in haar speelfilmdebuut als Pretty Girl on train in de feesttrein tegenover het sombere treinstel van Woody Allen in Stardust Memories, Paul Giamatti als Extras Guild Researcher in Mighty Aphrodite (1995) en Christopher Walken als de sombere broer van Diane Keaton in Annie Hall (1977) een jaar voor zijn doorbraak met The Deer Hunter.

Gelukkig wordt niet heel lang stilgestaan bij Woody Allens werk na Sweet And Lowdown (1999), de laatste Allen die me kon bekoren. Geen woord over de onuitstaanbare Anything Else (de ergste sneak preview van 2003) en Melinda and Melinda (2004). Ondanks de miskleunen in het nieuwe millennium is een jaar niet compleet zonder een Woody Allen in de bioscoop. Ik verwacht niet veel van To Rome With Love, maar ga natuurlijk wel kijken.

7/10