Transsiberian (Brad Anderson, 2008)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

transsiberian

Transsiberian heeft het nadeel dat je de film heel snel gaat vergelijken met het superieure Runaway Train (Andrei Konchalovsky, 1985). In beide films zien we een lange rij treinwagons een lijn trekken door besneeuwde bossen en in beide gevallen achtervolgt een agent een duo op de vlucht. In Runaway Train gaat het om twee ontsnapte gevangenen tijdens een machinistloze dodemansrit en in Transsiberian bestaat het duo uit het vakantievierende Amerikaanse echtpaar Roy (Woody Harrelson) en Jessie (Emily Mortimer), reizend op een gammele Transsiberië Express.

De Amerikanen delen de slaaphut met de hitsige Spanjaard Carlos (Eduardo Noriega) en de zwijgzame Abby (Kate Mara). Dat Carlos een onbetrouwbare sinjeur is, ziet iedereen, behalve Roy en Jessie. Bij een van de tussenstops staat treinfanaat Roy iets te lang bij een antieke locomotief te kwijlen, waardoor hij vergeet op tijd terug in de trein te stappen. Zo gauw Jessie van haar man gescheiden wordt, wisselt ze de ene onhandige actie af met de andere. Jessie voelt zich aangetrokken tot de Spanjaard (bij wie het woord ‘fout’ op zijn voorhoofd staat gegraveerd) en gedraagt zich na een veel te extreme misstap vervolgens opvallend verdacht in de nabijheid van een Russische agent op oorlogspad (Ben Kingsley). De onbegrijpelijke opeenstapeling van dommigheden maakt het lastig begrip voor Jessie te tonen, ook al hebben we, voordat het noodlot toeslaat, tijdens een veel te openhartige dialoog kunnen vernemen dat de fotografe vroeger niet zo’n brave meid is geweest. (*)

Ondanks de aanwezigheid van de betrouwbare karakteracteur Ben Kingsley verlaagt regisseur Brad Anderson zich in de slotfase tot een plat potje knok- en schietwerk dat meer thuishoort in het werk van Steven Seagal dan in een film van de maker van The Machinist (2004). Anderson had een wijze les kunnen leren uit Runaway Train: als de trein vaart vermindert, geldt dat ook voor het verhaal, met alle negatieve consequenties van dien. Thrillers die zich afspelen op een trein moeten zoveel mogelijk op een vast spoor blijven.


(*) [Spoilers!] De film verliest definitief zijn geloofwaardigheid wanneer Jessie Carlos de fatale klap geeft. Het zou voldoende zijn geweest als ze de Spanjaard zou verrassen met een verdovende mep tegen zijn hoofd, waarna ze hem bloedend kon achterlaten bij de afgelegen ruïnekerk. Maar, nee. De frêle dame, die in sommige scènes duidelijk lichtelijk kreupel loopt en zojuist een lange, vermoeiende wandeling door sneeuw en bossen heeft gemaakt, blijkt over voldoende kracht te beschikken om haar veel sterkere belager dodelijk te verwonden. Onwaarschijnlijk? Ik dacht het wel. Waar een slok wodka al niet toe kan leiden.