Southern Lord Europe Festival in de Melkweg Amsterdam (29 oktober 2017)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Big Brave

De Europese tak van Southern Lord Records presenteerde zondag een dwarsdoorsnede van de catalogus met een eigen festival in de Melkweg. Het van oorsprong Amerikaanse label brengt meer dan louter metal uit zoals bleek uit het gevarieerde programma. De enige constante was het luide volume waarmee de bands hun muziek uitvoerden. Verspreid over de Melkweg adviseerden meerdere posters om toch vooral gehoorbescherming te gebruiken. Bij afsluitende band Sunn O))) kon het ook geen kwaad om het centrale zenuwstelsel te beschermen.

Sunn O))), Magma en Unsane waren op papier de grootste attracties op het festival van Southern Lord Europe. Deze drie bands stonden dan ook als laatste gepland. Het festival werd in de oude zaal van de Melkweg geopend door de Amsterdamse band Vitamin X. Binnen het half uurtje dat ze tot hun beschikking hadden werkten de muzikanten er een stuk of tien doorsnee hardcore punksongs doorheen, met vocalist Marko Korac en zijn karatetrappen als vrolijk middelpunt. Korac werd geflankeerd door twee hardrockgitaristen die naast riffs en solo’s ook geijkte rockposes ten beste gaven.

Het tempo van tweede band Big|Brave lag zo laag dat één nummer van Vitamin X moeiteloos binnen één maat van het Canadese trio paste. De trage riffs grepen terug op het massieve geluid van oude Swans aangevuld met de dreunende grondtonen van Sunn O))). De hoge kreten van gitarist en zangeres Robin Wattie worden in recensies met veel zangeressen vergeleken en deden mij vooral denken aan Kazu Makino van Blonde Redhead. De lange nummers van Big|Brave bleven spannend vanwege de leegte die Wattie en tweede gitarist Mathieu Bernard Ball tussen de snaaraanslagen lieten hangen. De niet 100% geconcentreerde drummer Louis-Alexandre Beauregard sloeg zelden op meerdere drumonderdelen tegelijk. Zijn spel was soms zo spaarzaam dat je hem regelmatig meer zag tellen dan drummen.

Het festival van Southern Lord begon aan het eind van de middag. Helaas waren het restaurant en het café gesloten. Rond etenstijd was in de hele Melkweg niets eetbaars te vinden. Bezoekers moesten noodgedwongen het pand tijdelijk verlaten om ergens aan de Leidsestraat een eettent binnen te vallen voor de broodnodige snelle hap. Het rampzalige Okkultokrati gaf daar alle reden toe. Een fantasieloos drummer speelde tijdens uptempo nummers telkens hetzelfde saaie galopperende drumpatroon. Twee gitaristen verzopen in een rommelige mix waarin geluiden uit synthesizer en andere elektronica overheersten. Na mijn uitstapje naar het Leidseplein kwam ik te laat terug om nog iets substantieels mee te pikken van crust punkers Wolfbrigade.

Circle (bron: YouTube)

Een van de meeste geslaagde optredens tijdens het festival was zonder meer dat van het Finse gezelschap Circle. Hun muziek is sinds de oprichting in 1991 niet vast te pinnen op één genre of stijl. Zelf hoor ik het liefst hun uitgesponnen krautrock-escapades; de metal-uitstapjes kunnen me eerlijk gezegd gestolen worden. Live speelden de Finnen al hun favoriete genres door elkaar en hoorden we ook prog-rock, folkrock en avantrock voorbijkomen. Het bandgeluid was heel vol, maar de geluidsman zorgde ervoor dat alle partijen van de drummer, bassist, toetsenist en drie gitaristen duidelijk van elkaar waren te onderscheiden.

Magere toetsenist Mika Rättö had in zijn bruine leren jack en lange spandex broek een centrale rol als paljas en kruising tussen Freddie Mercury en Raspoetin. Hij wisselde zijn spel af met ballethoudingen en amoureuze onderonsjes met beervormige bassist, oprichter en enige originele bandlid Jussi Lehtisalo. Rättö zat onhoorbaar heel enthousiast door de muziek heen te roepen en wanneer hij een nummer mocht aankondigen deed hij dat in onvertaald Fins. Meerdere keren laste hij fotomomenten in, onder meer door als een diplomaat langdurig een van zijn bandleden de hand te schudden en aan het eind van de show door de hele band uit te nodigen voor een tableau vivant. Alle tentoongespreide gekte op het podium stond een soepele uitvoering geenszins in de weg.

Magma

Muzikaal gezien was de stap van Circle naar Magma niet heel erg groot, maar de humor van Circle ontbrak volledig bij de klassiek getrainde drummer Christian Vander en zijn band. Het Franse Magma maakt sinds 1969 in wisselende bezettingen een onvergelijkbare vorm van symfonische rock met onder meer invloeden uit jazz en minimal music. Bij de complexe en zeer uitgebreide composities valt vooral het koorwerk van de zangers en zangeressen op. Zangeres Stella Vander vertelde voor aanvang van het optreden dat door een fout van de vliegtuigmaatschappij een deel van het instrumentarium in Kopenhagen was achtergebleven. Dankzij medewerking van de Melkweg konden diverse onderdelen geleend worden van hoofdstedelijke muzikanten en kon het optreden toch op tijd beginnen. De muzikanten hadden geen partituren nodig en speelden de snelle noten en maatwisselingen zonder probleem uit het hoofd. De harmonieën van de staccato gezongen partijen zorgden ervoor dat het koor groter klonk dan de drie mensen die het merendeel van de zang voor hun rekening namen. De geperfectioneerde uitvoering en de gefantaseerde taal (afkomstig van de fictionele planeet Kobaïa) maakten de lange nummers ietwat afstandelijk. Magma richt zich meer op het hoofd dan op het hart.

Unsane

De laatste keer dat ik Unsane op precies hetzelfde podium live zag spelen was in augustus 1996 toen het trio in het voorprogramma stond van Neurosis. Unsane maakt nog steeds onverminderd zware noiserock, opgehitst door de swingende ritmesectie van bassist Dave Curran en drummer Vincent Signorelli. Het is opgefokte grotestadsmuziek waar het bloed vanaf druipt. Gitarist Chris Spencer verpakt zijn woede en frustraties in nihilistische teksten. Om zijn stem te sparen wisselde hij de schreeuwvocalen af met Curran. De vooraan op het podium geplaatste drums van Signorelli vormden zowel muzikaal als visueel het middelpunt. De drummer hield in zijn machinale spel veel ruimte open voor de vlotte loopjes van de bassist. De resulterende zware groove was opbeurend genoeg om niet somber te worden van de songteksten.

Afsluiter Sunn O))) had een Mexicaanse muur aan versterkers achter zich opgesteld voor het opwekken van onderaards rumoer. Optredens van de band geven het gevoel dat je niet in een concertzaal staat maar in een reusachtige magnetron. Bij Sunn O))) ben je overgeleverd decibellen en het beest. Dat beest is de Hongaarse vocalist Attila Csihar. Hij werd in de Max omgeven door een helse oranje gloed en begon solo met duivels klinkend geprevel. Alleen tijdens de paar Engelse woorden die hij liet ontglippen leek het alsof Bela Lugosi zich onder de cape had verstopt. De decibellen arriveerden nadat vier mannen (onder wie Stephen O’Malley en Greg Anderson) in monnikspijen het podium op waren gestapt en met hun gitaren en analoge synthesizers een drone opwekten die het hele gebouw en alle vezels in het lichaam deden trillen.

Sunn O)))

Sunn O))) teisterde niet alleen de gehoororganen, maar haalde de toehoorders ook uit hun evenwicht. De gitaren daverden nog geen tien minuten toen voor me een man met een klap tegen de vlakte ging. Hij kwam gelukkig snel weer bij kennis en werd door een maatje van hem voor alle zekerheid naar een veiliger oord verplaatst. Meer slachtoffers heb ik niet geteld. De reus die schuin voor me op LSD stond te trippen – en menigmaal de zwaartekracht tartte door achterover te leunen en naar het plafond te staren – bleef wonderwel op beide platvoeten staan.

Voordat Attila Csihar terugkeerde in zijn wonderlijke zilverkleurige pak en de basnoten op hun luidst klonken, was er een moment van bezinning waarbij een van de toetsenisten op trombone zowaar een gevoelvolle jazzsolo speelde die als een lichtstraal de mist uiteen sneed. Zo werd Sunn O))) meer dan enkel een aanslag op de zintuigen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *