Lindsay Anderson & Malcolm McDowell: If…. (1969) & O Lucky Man! (1973)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Malcolm McDowell as Mick Travis in If …

Hoe rebels is de jonge Malcolm McDowell eigenlijk? Hij is het meest recalcitrant en tegendraads als Alex in A Clockwork Orange (Stanley Kubrick, 1971). Op de straten van futuristisch Londen voert de intelligente bendeleider zijn drie kornuiten aan en moeten toevallige passanten en rivaliserende bendes het ontgelden. Alex is een rebel zonder geweten. In de tweede helft van de film, na een brute overval op het huis van een oude schrijver, lijkt hij zijn lesje te leren en het onderspit te delven, wanneer de overheid hem arresteert en onderwerpt aan de Ludovico Technique. Een korte periode heeft de jongen geen eigen wil meer en wordt hij letterlijk ziek bij enkel al de gedachte aan gewelddadigheid. Aan het einde van de film komt de overheid om politieke redenen terug op de drastische maatregel en mag de dwarse Alex zijn wrede fantasieën weer zonder scrupules uitleven. Alex blijft ongetemd en onaangepast.

Regisseur Stanley Kubrick castte McDowell naar aanleiding van diens spel in If…., de allegorische satire van Lindsay Anderson, vernoemd naar een gedicht van Kipling. Net als Alex wil Mick Travis zich niet aanpassen aan de gevestigde orde. Dat is in If…. een lastige opgave, aangezien Travis tussen de muren leeft van een kostschool met een strikt regime. De daar heersende omgangsregels worden met harde hand afgedwongen door een select groepje oudste leerlingen die in opdracht van de zwakke schoolleiding orde op zaken mag stellen. Travis probeert samen met zijn twee schoolmaatjes te rebelleren, maar ondanks zijn intelligentie en scherpe tong trekt hij aan het kortste eind. De grootste vernedering is tijdens een van de meest memorabele scènes in de verlaten gymzaal waar Travis een ritueel pak slaag krijgt zonder dat iemand van hogerhand ingrijpt.

If…. suggereert aan het slot een gewelddadige wraakactie van Travis. De rebel bewapent zich. De weg tot de verzetsdaad wordt halverwege de film ingezet. Het lukt Travis tijdens een rugbywedstrijd samen met Johnny (David Wood) weg te glippen. In de stad stelen ze een motor. Ze maken een tocht door het Britse landschap en in een cafeetje langs de weg gaat Travis een amoureus gevecht aan met het dienstdoende barmeisje (Christine Noonan). Het is echter de vraag in hoeverre deze ontmoeting daadwerkelijk plaatsvindt.

In tegenstelling tot de eerste helft van de film is de tweede helft tamelijk surrealistisch, mede geholpen door de kleuren die zonder aanleiding enkele malen op zwart-wit overgaan. Regisseur Anderson maakt het de kijker lastig een onderscheid te maken tussen werkelijkheid en de fantasie van Travis. In hoeverre is het verzet van de leerling imaginair en weinig meer dan een wensgedachte? De fantasie slaat op hol naarmate de film de explosieve slotfase nadert, zeker als zelfs een lijk levend uit een kast wordt getoverd. De protestacties in Travis’ verbeelding waren eind jaren zestig wel degelijk realiteit in de wereld buiten de filmset. Zowel de studentenprotesten in Parijs als de Praagse lente overheersten het nieuws. Sommige plekken in de wereld stonden daadwerkelijk op hun kop dankzij rebellerende jongeren.

o-lucky-man

Dat Travis’ verzet in If…. toch als hersenschim gezien moet worden laat de vervolgfilm O Lucky Man! uit 1973 zien. Malcolm McDowell speelt hetzelfde personage onder regie van dezelfde regisseur en met in de cast een groot aantal acteurs en actrices die we al in If…. zijn tegengekomen, zoals Arthur Lowe (voorheen schoolhoofd), Peter Jeffrey (voorheen de wereldvreemde hoofdmeester) en Charles Lloyd Pack (voorheen de markante maar sympathieke docent klassieke talen). O Lucky Man! is een satire van epische allure en een drie uur durende road movie door het Engeland van de jaren zeventig. De absurdistische toon uit de tweede helft van If…. is extra aangedikt.

Mick Travis heeft zijn verzet opgegeven. Na zijn schooltijd is hij een passief personage geworden. Het lot bepaalt zijn leven. Van de jonge rebel is geen spoor meer te bekennen. Conformist Travis past zich aan aan de dolgedraaide Britse maatschappij, opportunistisch op zoek naar succes en rijkdom. Hij leert het vak van colporteur bij een groot koffiebedrijf en heeft het geluk dat de meest succesvolle verkoper naar de concurrent is overgestapt. Travis wordt met pakketten verse koffiebonen van Londen naar het noordoosten van Engeland gestuurd om daar koffie aan de man te brengen bij winkels en bedrijfskantines. Zijn eerste werkdag lijkt succesvol afgesloten te worden, want de plaatselijke notabelen nodigen hem uit voor het exclusieve wekelijkse bacchanaal voor wethouders, burgemeester, politiehoofd, rechter en industriëlen.

Daarna gaat het bergafwaarts met de carrière van Travis, ondanks het flitsende glinsterpak dat hij onderweg meekrijgt als ware het een kogelvrij vest. Hij moet zijn werkgebied uitbreiden en wordt naar Schotland gestuurd. Ver buiten de bebouwde kom verdwaalt hij tussen de schapen. Zonder het te weten bevindt hij zich aan de rand van een militair terrein en hij wordt gearresteerd door bewapende bewakers die hem van spionage verdenken. De jongeman wordt onderworpen aan een streng verhoor inclusief elektrische stoten (een echo uit A Clockwork Orange). Hij weet te ontvluchten en probeert terug te keren naar het zuiden van het land, daarbij de ene bizarre situatie verruilend voor de ander.

Terug in Londen lijkt Travis eindelijk zelf het initiatief te nemen en zelf zijn lot te bepalen, totdat blijkt dat hij nooit meer zal zijn dan een pion in handen van mensen die veel meer macht hebben. Travis’ geluk raakt op in een wrede en nietsontziende moderne maatschappij. Het wereldbeeld dat Lindsay Anderson daarbij schetst is zeer zwartgallig, want zelfs wanneer zijn hoofdpersonage opportunisme verruilt voor liefdadigheid krijgt hij daar niets voor terug. Niemand kan een wereld tegenhouden die moedwillig aan zijn eigen waanzin ten onder wenst te gaan.

O Lucky Man! (zeer losjes gebaseerd op eigen ervaringen van Malcolm McDowell) is een onderhoudend avontuur vol verrassingen, maar niet honderd procent geslaagd. De drie uur speelfilmlengte is iets te veel van het goede en de opeenvolging van absurditeiten leiden nauwelijks tot een lach. De vele bekende gezichten onder de bijrolspelers zijn zo bekend van hun televisiewerk dat de film soms lijkt op een uit de hand gelopen Britse sitcom. Arthur Lowe is in Nederland het bekendst van de kapitein in Dad’s Army. Meerdere gastrollen uit Fawlty Towers zijn herkenbaar, onder meer de dokter uit de aflevering The Kipper And The Corpse. De grote boeman Travis uit Blake’s 7 heeft een tekstloos bijrolletje.

Veel acteurs duiken in O Lucky Man! op in verschillende gedaanten. Arthur Lowe is zowel de directeur van het koffiebedrijf, de baas van een van de bedrijven die Travis beroepsmatig bezoekt als de zwart geschminkte leider van een Afrikaans land. Charles Lloyd Pack speelt meerdere krankzinnige wetenschappers. Wie naast Travis wel zichzelf blijven zijn het vrijgevochten rijkeluismeisje Patricia (een hele jonge Helen Mirren) en muzikant Alan Price die met zijn band verspreid over de film vanuit zijn studio muzikaal commentaar levert op Travis’ belevenissen.

De regisseur komt zelf ook in het begin en aan het einde van de film in beeld in de rol van regisseur. Daarmee benadrukt hij het zelfbewuste karakter van O Lucky Man! De kijker blijft constant bewust van de kunstmatige constructie, niet alleen vanwege de telkens terugkerende acteurs in verschillende rollen en de zichtbaar rondom de band bewegende cameraploeg, maar ook door de opzichtige montage, waarbij het tussen veel scènes lang zwart blijft, en de stijlbreuken zoals de stukjes stomme film met tussentitels. Niet McDowells Mick Travis, maar de tegendraadse filmmaker Lindsay Anderson is de rebel.

If…. verscheen eerder dit jaar zowel bij Criterion (Regio 1) als in een meer betaalbare Britse editie met dezelfde extra’s (waaronder audiocommentaar en een lange, voor een Oscar genomineerde documentaire van Lindsay Anderson). Van O Lucky Man! is een rijk gevulde Amerikaanse dvd beschikbaar (Regio 1) met naast commentaren ook een portret op speelfilmlengte van Malcolm McDowell. Deel drie van de trilogie van Lindsay Anderson en Malcolm McDowell (Britannia Hospital uit 1982) is voorlopig nog niet op dvd gesignaleerd.