Kenney/Kang/Park live @ OCCII, Amsterdam (17 november 2014)

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Dankzij de optredens van het trio Kenney/Kang/Park en Natural Information Society van Joshua Abrams onderging de OCCII aan de Amstelveenseweg afgelopen maandagavond tweemaal een volledige metamorfose. We waanden ons voor heel even respectievelijk in een Oosterse tempel en een Amerikaanse avant-garde jazzclub.

Voorprogramma Natural Information Society bestond op deze avond naast contrabassist Joshua Abrams uit Lisa Alvarado op een harmonium van het merk BINA en gastdrummer Michael Vatcher. In het eerste nummer maande Alvarado de bezoekers naar voren te komen door langdurig oorverdovend hard op een hele kleine gong te slaan. Daarna stelde ze zich bescheiden op achter haar tafel en werden de zachte drones die ze uit het harmonium perste tijdens de rest van het optreden overstemd door bas en drums. Vooral als Abrams vlotte basloopjes speelde leek het alsof het trio een frontman miste en de drie muzikanten iemand begeleidden die we niet zagen en vooral ook niet konden horen. De individuele noten van de vingervlugge bassist veroorzaakten soms een lage brom waardoor ze moeilijk van elkaar waren te onderscheiden. De improvisaties waarbij Abrams de strijkstok hanteerde kwamen beter tot hun recht omdat de melodielijnen de contrabas prominenter naar voren brachten. De drummer was achter zijn kit druk in de weer, maar ondanks zijn constante onrustige bewegingen, en de toevoeging van extra percussie en een hakkebord, domineerde hij nooit het totaalgeluid.

Natural Information Society

Natural Information Society

Het harmonium van Lisa Alvarado en de bellen die aan het drumstel van Michael Vatcher waren gemonteerd koppelden de jazz van Abrams aan traditionele Aziatische muziek. De mix van moderne jazz met andere muzieksoorten deed me denken aan The Knitting Factory in New York rond 1993. Ik waande me dan ook tijdens het optreden in die moderne jazzclub in het oude pand aan Houston Street met de roestig lampjes boven het lage podium, de muur van democassettes langs de trap naar boven en de vochtvlekken op het plafond.

Bij het tweede optreden van de avond veranderde de zaal in een tempel. Dat was geen toeval. At Temple Gate heet het album van Kenney/Kang/Park dat officieel deze week in een oplage van 300 op vinyl is uitgebracht door het Belgische label Weyrd Son Records. De drie muzikanten wachtten ons op bij de tempelpoort en brachten ons naar het hart van het heiligdom. Jessika Kenney (zang, elektronica), Eyvind Kang (altviool, elektronica) en Hyeonhee Park (percussie, elektronica) wisselden traditioneel klinkende composities af met elektronische experimenten die als een spookachtige wind door de ruimte waaide. Op het album doet de sissende en zacht grommende afsluiter D’Astres Moudangs denken aan het meest ingetogen maar daarom niet minder angstaanjagende werk van stemkunstenares Diamanda Galás. Het optreden was zo verstild dat het publiek in eerste instantie niet tussen de nummers durfde de applaudisseren. De stilte werd een enkele keer verbroken door een bierflesdopje dat bij de bar achter in de zaal op de grond stuiterde.

Kenney/Kang/Park

Kenney/Kang/Park

Het ceremoniële karakter van het optreden werd versterkt door de concentratie en ernst waarmee de drie muzikanten speelden. Het scheelde weinig of er was een priester binnengewandeld om voor te gaan in het ritueel. In plaats daarvan had het trio een danseres meegenomen om de muziek visueel te versterken. Tijdens haar eerste geruisloze dans droeg Hyeonmi Park een doek over haar gezicht en leek ze net een geestverschijning. Aan het eind van het optreden had ze grote witte papieren veren in haar handen en ruiste ze ritmisch mee met de muziek. Haar aanwezigheid was dus zeker niet louter decoratief.

Zie ook ander filmpje op YouTube.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *